This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Voorbeelden collectieve goederen
Slide 1 - Mind map
Lesdoelen
Je kunt uitleggen wat collectieve goederen zijn
Je kunt benoemen hoe de overheid ruilt over de tijd
Je kunt uitleggen wat de motieven van de overheid zijn bij ruilen over de tijd
Slide 2 - Slide
Individuele goederen
Kenmerken
Verhandelbaar via de markt
Er is een prijs voor vast te stellen
Uitsluitbaar: alleen te krijgen als je betaalt
Rivaliserend: Als jij het koopt, kan een ander het niet kopen
Vb: Je koopt een frikandelbroodje
Slide 3 - Slide
Collectieve goederen
Goederen die door de overheid worden geleverd en voor iedereen beschikbaar zijn. Niet uitsluitbaar en niet rivaliserend.
Door de overheid geproduceerd
Niet in individuele eenheden te splitsen
Niet mogelijk een individuele prijs voor een goed in rekening te brengen
Slide 4 - Slide
Redenen collectieve goederen
Iedereen moet er gebruik van kunnen maken
Controle op kwaliteit
Te duur om door de de markt te laten produceren
Stimuleren positieve externe effecten
Slide 5 - Slide
Quasi-collectieve goederen
Individuele goederen aangeboden door de overheid
aan individuele gebruiker kunnen kosten in rekening gebracht worden.
Voorbeeld: Onderwijs
Slide 6 - Slide
Overheid ruilt over tijd
De overheid investeert nu bijvoorbeeld in de infrastructuur, later verdienen ze hier geld op terug: meer handel door betere wegen, meer belastinginkomsten.
Intergenerationeel --> tijdens corona veel geholpen, jonge mensen betalen straks meer belasting
Slide 7 - Slide
Waarom kan de overheid jou niet verbieden om gebruik te maken van een collectief goed?
A
Het wordt aan iedereen persoonlijk geleverd, dus ook aan jou
B
Je hebt voldoende geld om het product te betalen
C
Collectieve goederen worden tegen kostprijs geleverd en zijn dus goedkoop
D
Je hoeft er niet voor te betalen, dus je kunt niet uitgesloten worden van het gebruik