2.1 natuurlijke getallen

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

2.1 Natuurlijke getallen

Ga rustig zitten op je plek.

Doe je telefoon uit en in de telefoontas of in je tas.

Leg je spullen open op tafel en Ipad omgedraaid neer.

6 oktober

Start

Lesdoelen

Uitleg

Aan de slag

Evaluatie

Getallen

2.1 Natuurlijke getallen

Wat gaan we deze les leren:

• Wat zijn natuurlijke getallen?
• Wat is het verschil tussen een getal en een cijfer?
• Wat is de waarde van een getal?
• Welk getal is groter of kleiner?

2.1 Natuurlijke getallen

Cijfer 

Getal

2.1 Natuurlijke getallen

Cijfer (symbool): 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9

Getal: 

Is 39 een cijfer of een getal?

1. cijfer
2. getal

2.1 Natuurlijke getallen

Cijfer (symbool): 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9

Getal: een combinatie van 1 of meerdere cijfers (4, 44, 456) 

2.1 Natuurlijke getallen

Cijfer (symbool): 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9

Getal: een combinatie van 1 of meerdere cijfers (4, 44, 456) 

Natuurlijke getallen 

2.1 Natuurlijke getallen

Cijfer (symbool): 0,1,2,3,4,5,6,7,8,9

Getal: een combinatie van 1 of meerdere cijfers (4, 44, 456) 

Natuurlijke getallen zijn alle positieve gehele getallen en nul. (0,21,345,678944, ..)

2.1 Natuurlijke getallen

Waarde van natuurlijke getallen

Duizendtallen (D)                 6 7 4 8

Honderdtallen (H)

Tientallen (T)

Eenheden (E)

wat is de waarde van 3 in het getal 13024

1. 3
2. 300
3. 30
4. 3000

Wat is de waarde van 3 in het getal 3400502

1. 30 duizend
2. 300 duizend
3. 30 miljoen
4. 3 miljoen

wat is de waarde van 3 in het getal 349.597.870.700

1. 300 duizend
2. 300 miljoen
3. 300 miljard
4. 300 biljard

Wat is de waarde van 3 in het getal 1352

1. 3
2. 300
3. 30
4. 3000

Grote getallen

Duizend      1 000  

Miljoen      1 000 000

Miljard       1 000 000 000

Biljoen       1 000 000 000 000

Biljard        1 000 000 000 000 000 

De aanleg van een tunnel kost 97.430.500 euro.
Welk antwoord komt in de buurt?

1. 1 miljard
2. 100 miljoen
3. 97 duizend
4. 100 miljard

2.1 Tekens

< is kleiner dan

> is groter dan

= is gelijk aan

  is niet gelijk aan 

  is ongeveer gelijk aan

≠

≈

kleiner of groter?

Op de volgende dia mag je het zelf proberen

Aan de slag

Maak: paragraaf 2.1

Kijk je werk goed na met een andere kleur!!

Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, let op dat de muziek niet te hard staat. 

• Oortjes in? Mond op slot! 
  
• Afspeellijst aan, Ipad omgedraaid op tafel!

Heb je een vraag: overleg op fluistertoon of steekt je vinger op en ik kom bij je helpen.

Wat vind jij nog moeilijk?

Afsluiten

Huiswerk: paragraaf 2.1 af.

Bedankt voor jullie aandacht en tot de volgende keer!