Duurzaam gebruik van natuurlijk hulpbronnen

 Planning
09:50-09:57 binnenkomst
09:57-10:10 toets bespreken
10:10-10:18 lezing Duurzaamheid 
10:18-10:55  Zelfstandig aan het werk met missie(s) LP-opdrachten
10:55-11:10 filmpje
1 / 31
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

 Planning
09:50-09:57 binnenkomst
09:57-10:10 toets bespreken
10:10-10:18 lezing Duurzaamheid 
10:18-10:55  Zelfstandig aan het werk met missie(s) LP-opdrachten
10:55-11:10 filmpje

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 

  • Je weet wat draagkracht en een ecologische voetafdruk is.
  • Je begrijpt waardoor de draagkracht van de aarde in gevaar is en een duurzame ontwikkeling nodig is.
  • Je kunt de ecologische voetafdrukken van verschillende landen van een kaart aflezen.


Slide 2 - Slide

Natuurlijke hulpbron 
Natuurlijke hulpbronnen zijn alle in de natuur aanwezige stoffen die van nut kunnen zijn voor de mens.

Voorbeelden:
  • Voedsel 
  • Water
  • Energiebronnen
  • Grondstoffen, zoals kolen en ijzererts  




Slide 3 - Slide

Natuurlijke grondstoffen en halffabrikaten
Natuurlijke grondstof: Grondstoffen zijn materialen die in een proces gebruikt worden om iets te maken of te fabriceren. Specifiek natuurlijke grondstoffen zijn stoffen die in de natuur gevonden worden, zoals vruchtbare aarde, olie, mineralen, hout en andere gewassen.

Halffabricaat: Een halffabricaat is een tussenvorm van een fysiek product. Het is een grondstof die al bewerkt is, maar nog verder moet worden bewerkt tot een eindproduct.

Slide 4 - Slide

Ecologische Voetafdruk

Slide 5 - Slide

... en eh...:  hoeveel verbruik jij? 
De ecologische voetafdruk is de 'ruimte' die nodig is om iemand voedsel, energie etc. te leveren. Hoe luxer je leeft, hoe groter je voetafdruk.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link


Jouw voetafdruk
  • Toen je uitrekende hoe groot je voetafdruk was, moest je behoorlijk wat vragen beantwoorden.

  • Had je een hoge voetafdruk? Hoe verklein je deze dan? 
Landbouw
Veel dingen die je eet zijn afkomstig van landbouw. In je eilandopdracht was dit ook een belangrijk onderdeel. Soms eet je dingen die groeien in de landbouw zelf op. Als je vlees eet, moeten de dieren die je eet ook gevoerd worden. Ook dat kost landbouwgrond!
Bos
In jouw stukje wereld groeit ook bos. Dat heb je nodig, want je gebruikt ongetwijfeld dingen die van hout zijn. De tafel waar je aan werkt bijvoorbeeld, of het papier van het boek wat je gebruikt.
Koolstofdioxide
Bij heel veel dingen die je doet of gebruikt, komt koolstofdioxide vrij. Waarschijnlijk weet je nog wel dat dit slecht is voor het klimaat. Een beetje is niet erg, teveel wel. Gelukkig kan de aarde ook wat koolstofdioxide uit de lucht opnemen. Dan moeten we wel allemaal oppassen dat we niet teveel uitstoten. Ook jij.
Weiland
Veel mensen gebruiken producten die van dieren afkomstig zijn. Dat kan vlees zijn, maar ook melk en eireren. Die dieren hebben een bepaalde oppervlakte nodig om rond te lopen. Voor vegetariers en veganisten is dit minder of zelfs helemaal niet nodig! Dat scheelt nogal in voetafdruk. In een latere les gaan we precies kijken hoe jouw eetpatroon je voetafdruk beïnvloedt.
Bebouwing
Natuurlijk woon je ook nog ergens! Weet je nog hoeveel hoeveel grond er voor jou beschikbaar was? Een enorm huis neemt natuurlijk meer ruimte in. En denk ook eens aan het sportveld, waar je regelmatig op staat? Toch is uiteindelijk de bebouwing maar een heel klein deel van je voetafdruk.
Industrie
Alles wat je koopt of gebruikt is ooit gemaakt. Daarvoor moeten grondstoffen worden gebruikt. Grondstoffen zijn er niet oneindig veel, en daarom moeten ze eerlijk worden verdeeld. Hoeveel grondstoffen zijn er  gebruikt om spullen voor jou te maken?
Bij het bepalen van jouw voetafdruk wordt     
  gekeken naar heel veel manieren waarop
     mensen de aarde belasten. Hier zie je
                                                er een paar.

Slide 8 - Slide

Duurzaamheid

Dit betekent dat je niet meer natuurlijke hulpbronnen verbruikt dan erbij komen. Door duurzaam te leven, help je ervoor te zorgen dat mensen in de toekomst ook nog kunnen leven op aarde. Ook zorg je zo dat je het milieu niet beschadigt.

Slide 9 - Slide

Hoe verklein ik mijn ecologische voetafdruk?
Voorbeelden: 
Eet vers fruit en verse groenten in plaats van diepgevroren.
Plak een sticker op je brievenbus om reclame te vermijden.
Gebruik groene stroom.
Vervang enkele keren per week vlees door een vegetarisch alternatief.
Gebruik gerecycleerd papier in plaats van gewoon papier.
Neem een douche in plaats van een bad.

Slide 10 - Slide

Natuurlijke hulpbronnen 
Natuurlijke hulpbronnen zijn alle in de natuur aanwezige stoffen die van economisch nut kunnen zijn en onmisbaar zijn voor de levenskwaliteit van de mens. 



Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Recycling
Als je de grondstoffen in afval gebruikt voor nieuwe producten, dan doe je aan recycling.

Slide 13 - Slide

Duurzame landbouw en veeteelt
Om landbouw en veeteelt duurzamer te maken zijn er verschillende oplossingen:
  • Minder of geen bestrijdingsmiddelen gebruiken
  • Geen grootschalige boskap voor landbouwgrond 
  • Minder of niet meer vissen op bedreigde soorten 

Slide 14 - Slide

Duurzaamheidskeurmerken
Er zijn verschillende keurmerken die aangeven of bepaalde producten duurzaam zijn:
  • UTZ:  Een label voor duurzame landbouw 
  • Rainforest Alliance: Beschermt het tropisch regenwoud

Let op met keurmerken! Soms zeggen keurmerken niet alles...

Slide 15 - Slide

 Hernieuwbare energiebronnen
Duurzame energie is energie die opgewekt wordt met hernieuwbare energiebronnen. Dat zijn energiebronnen die steeds weer opnieuw gebruikt kunnen worden. Ze raken niet op.

  • Wind 
  • Water
  • Zon 

Slide 16 - Slide

Groei van de wereldbevolking
De wereldbevolking is de laatste 200 jaar gigantisch gegroeid. Waarschijnlijk stijgt de wereldbevolking nog naar 9/10 miljard mensen. 

Meer mensen betekent meer vraag...

Slide 17 - Slide

Einde lezing Duurzaamheid
Aan de slag met het afronden van missie(s)  Globalisering. Alles af? aan de slag met de LP-opdrachten.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Tropisch regenwoud
- Het tropisch regenwoud in Brazilië heet het Amazone gebied. - Hier leeft de grootste biodiversiteit ter wereld. 
- Het is 5.5 miljoen km2 en is daarmee ook het grootste tropisch regenwoud ter wereld.

Slide 20 - Slide

Het tropisch regenwoud in gevaar?
1- Ontbossing: kappen van regenwoud
2- Bevolkingsgroei: meer mensen gaan in dit gebied wonen -> meer landbouwgrond nodig -> bomen gekapt
3- Winning natuurlijke hulpbronnen neemt toe, vooral tropisch  hardhout is populair (het verrot niet). Er wordt veel geld verdiend aan tropisch hardhout.

Gevaar = planten en bomen verdwijnen voorgoed, leefgebied indianen kleiner

Slide 21 - Slide

Waarom wordt veel regenwoud in Brazilië gekapt?
  • Overbevolking
  • Natuurlijke hulpbronnen
  • landbouwgrond 

Slide 22 - Slide

Reden: overbevolking
 De Braziliaanse overheid wil de zuidkust ontlasten, door dunbevolkte gebieden in het Amazonegebied te ontsluiten = toegankelijk maken voor mensen om te gaan wonen. 

Slide 23 - Slide

Reden: Winning van natuurlijke hulpbronnen
Ontginnen van natuurlijke hulpbronnen zoals hout, uranium, aardolie en gas. Dit creëert banen en economische groei

Slide 24 - Slide

Reden: Landbouw
- De landbouwgrond in Brazilië is ongelijk verdeeld. - Duizenden boeren zijn landloos. 
- Voor die boeren wil de Braziliaanse overheid land ter beschikking stellen.






Slide 25 - Slide

Einde lezing
Wit: Aan de slag met het afronden van het artikel (grenzen en identiteit) of herkansen bevolking en ruimte. Alles af? Filmpje kijken NOS op 3 en bijhorende vragen maken (staan in Classroom)
Hiermee klaar? aan de slag met de LP-opdrachten

Slide 26 - Slide

Verenigde Naties
Internationale organisatie opgericht in 1945 door 51 landen met het doel in de wereld te zorgen voor vrede, veiligheid en ontwikkeling.



Nu zijn er 193 landen lid!

Slide 27 - Slide

Sustainable development goals
De sustainable development goals is een verzameling van zeventien doelen van de Verenigde naties die samen moeten zorgen voor een duurzame toekomst voor de wereld.


Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Leerdoelen behaald?
Rood:
  • Je herkent natuurlijke hulpbronnen .
  • Je herkent natuurlijke grondstoffen en halffabrikaten.
  • Je beschrijft maatregelen voor duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen.
Wit:
  • Je herkent natuurlijke hulpbronnen.
  • Je herkent natuurlijke grondstoffen en halffabrikaten.
  • Je beschrijft maatregelen voor duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen.
  • Je beschrijft het gebruik van natuurlijke hulpbronnen op wereldschaal. 

Slide 30 - Slide

Waar is dit
een voorbeeld van?
A
Grondstof
B
Halffabricaat

Slide 31 - Quiz