V1 21 mei 2024

V1, le 21 mai 2024
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

V1, le 21 mai 2024

Slide 1 - Slide

Planning 21/5:
- intro: herhalen kloktijden (inloggen!)
- Moyens de transport + oef (p. 56/58)
- Se présenter.........(par 2)

Slide 2 - Slide

Lesdoelen: na deze les
- heb je de kloktijden in het Frans herhaald
- heb je de termen v verschillende vervoersmiddelen geleerd + in een oefening het juiste voorzetsel gebruikt
- heb je herhaald hoe je jezelf kan presenteren in het Frans

Slide 3 - Slide

Quelle heure est-il?
Als je deze vraag stelt, dan gaat de ander daar natuurlijk op reageren. Dit doe je op deze manier:
Quelle heure est-il?  --> Il est ... (het is....)

Je reageert dus op dezelfde manier als de vraag. Net zoals in het Nederlands: hoe laat is het? Het is...

Slide 4 - Slide

Quelle heure est-il?

Il est midi
Il est trois heures
Il est huit heures
Il est minuit

Hoe laat is het?

Het is 12 uur 's middags
Het is 3 uur
Het is 8 uur
Het is middernacht

Slide 5 - Slide

De hele uren
Il est ... heures

Op de puntjes vul je een cijfer in:
il est trois heures
il est cinq heures
il est sept heures

Slide 6 - Slide

De halve uren
Il est ... heures et demie
het is half ...
il est trois heures et demie
het is half vier
il est cinq heures et demie
het is half zes
<-- Hoe laat is het op de klok?

Slide 7 - Slide

kwart voor
In het Frans halen ze het kwartier van het hele uur af:
Het is kwart voor 7
Il est sept heures moins le quart
(het is zeven uur min het kwart)

Slide 8 - Slide

kwart over
In het Frans tellen ze het kwartier op bij het hele uur: 

Het is kwart over 7
Il est sept heures et quart
(het is zeven uur en een kwartier)

Slide 9 - Slide

LET OP:
12 uur 's middags is 'midi' (il est midi - het is 12 uur 's middags)

12 uur 's nachts is 'minuit' (il est minuit - het is 12 uur 's nachts)

Slide 10 - Slide

Hoe reageer je op de vraag "quelle heure est-il"?
A
C'est
B
On est
C
Elle est
D
Il est

Slide 11 - Quiz

Quelle heure est-il?

Il est...
A
onze heure
B
onze heures

Slide 12 - Quiz

Quelle heure est-il?

Il est ...
A
six heures et demi
B
six heures et demie
C
six heures et quart
D
six heures moins le quart

Slide 13 - Quiz

Quelle heure est-il?

Il est...
A
trois heures et quart
B
deux heures et quart
C
trois heures moins le quart
D
deux heures moins le quart

Slide 14 - Quiz

Quelle heure est-il?

Il est...
A
midi/minuit et demi
B
midi/minuit moins le quart
C
midi/minuit et quart
D
midi/minuit trois

Slide 15 - Quiz

Moyens de transport


p. 56/58

Slide 16 - Slide

Se présenter
Travailler par 2.......

- Je m'appelle
- J'habite à .......
- J'ai .... ans
- J'ai .. frère(s) et .... soeur(s)
- Je suis Néerlandais/-e

Slide 17 - Slide