13 Begroten een inleiding

13 Begroten een inleiding.
Nu techniek > Bouw> Bedrijfskunde Algemeen> Aspecten van het bouwproces > calculeren.

Lees dit na de presentatie
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BedrijfskundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

13 Begroten een inleiding.
Nu techniek > Bouw> Bedrijfskunde Algemeen> Aspecten van het bouwproces > calculeren.

Lees dit na de presentatie

Slide 1 - Slide

Lesdoel, na deze les weet je

- Wat exploiteren is

-Wat een kostprijs is

- Welk kostensoorten er zijn.

- Welke soorten begrotingen er zijn?

- Wat de staart van de begroting is?

Slide 2 - Slide

Wat is het doel van een bedrijf?

Slide 3 - Mind map

De 3 M 's: Mensen Materialen Materieel
(Winst opleverend)

Slide 4 - Slide

Wat is begroten?
- Begroten is het bepalen van de prijs van een bouwwerk.

- De prijs van een gebouw is meer dan het zichtbare bouwproces op de bouwplaats.


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

kentallen

Kentallen zijn verhoudingsgetallen die je een inzicht kunnen geven in de globale kosten van een bouwwerk.

Kentallen komen vaak voort uit ervaringscijfers.

 bv. bouwkostenkompas .

Deze worden vaak gebruikt bij de initiatief fase van een project

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

- schommeling van grondstofprijzen
vier
Overmacht; zoals de Corona !!!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat is een Kengetal?

Slide 16 - Open question

Wat zijn variabele kosten?

Slide 17 - Open question

Noem een voorbeeld van vaste kosten

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

In de les over bouwanalyse gaan we die verder bekijken

Slide 22 - Slide

Welke soort begroting maakt de opdrachtgever ter controle van de aannemer?
A
aanbestedingsbegroting
B
directiebegroting
C
elementenbegroting
D
Exploitatiebegroting

Slide 23 - Quiz

Onder welke kostensoort valt een uitzendkracht voor de administratie
A
directe variabele kosten
B
Indirect variabele kosten
C
directe vaste kosten
D
algemene kosten

Slide 24 - Quiz

De kosten van een metselaar die ZZPér is zijn ?
A
directe variabele koste
B
directe vaste kosten
C
indirecte variabele kosten
D
indirecte vaste koste

Slide 25 - Quiz

Wat zijn de stichtingskosten?
A
Alle uitvoeringskosten om een gebouw te maken
B
Alleen de grondkosten en de ontwerpkosten
C
Is een ander woord voor staartkosten
D
Alle kosten die nodig zijn om een gebouw te maken

Slide 26 - Quiz

Wat zijn de staartkosten?
A
Dat zijn de algemene kosten
B
Dat zijn de indirecte kosten.
C
Zijn de kosten onderaan de begroting
D
Dat is winst en risicokosten

Slide 27 - Quiz

Met welke begroting kun je een goede nacalculatie maken?
A
werkbegroting
B
aanbestedingsbegroting
C
elementenbegroting
D
exploitatiegroting

Slide 28 - Quiz

opdracht:

Ga naar je klassesite bedrijfskunde periode 4 en maak de opdracht 13

"begroten een inleiding".

Bestudeer ook:Nu techniek Bouwen > aspecten van het bouwproces > calculeren.


Lees!!

Slide 29 - Slide