Les 2

Les 2 verdieping palliatieve zorg: onderwerp

WELKOM!!
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Les 2 verdieping palliatieve zorg: onderwerp

WELKOM!!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Palliatieve zorg is gericht op?
A
zo lang mogelijk blijven leven
B
kwaliteit van sterven
C
kwaliteit van leven
D
voorbereiden op een operatie

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent "autonomie van de patiënt"?
A
De patiënt kan voor zichzelf zorgen
B
De patiënt maakt eigen keuzes
C
De patiënt is mobiel
D
De patiënt kan zelf met de huisarts bellen

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent multidimensionale zorg?
A
Zorg bieden met meerdere disciplines
B
Zorg bieden in overleg met de verpleegkundige
C
Zorg bieden gericht op waarden en behoefte
D
Zorg bieden gericht op meerdere dimensies

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent interdisciplinaire zorg?
A
samenwerken verschillende disciplines met een gezamenlijk doel. Hebben elkaar nodig om probleem op te lossen.
B
samenwerken vanuit eigen vakgebied. Problemen vanuit verschillende hoeken bekijken.

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

In de ziektegerichte fase is de zorg vooral gericht op:
A
kwaliteit van sterven verbeteren
B
kwaliteit van leven behouden
C
klachten verlichten
D
symptomen verlichten

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Bij symptoomgerichte palliatie is de zorg vooral gericht op:
A
het behandelen van de ziekte
B
de kwaliteit van leven verbeteren
C
het verloop van de ziekte vertragen
D
het verlichten van klachten

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen de palliatieve fase en de terminale fase

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

terminale zorg is gericht op
A
zo lang mogelijk blijven leven
B
kwaliteit van sterven
C
kwaliteit van leven
D
stervensbegeleiding

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Symptomen 
Let op vier dimensies (integraal)
1. Lichamelijk
2. Psychisch
3. Sociaal
4. Spiritueel
Zorgvragers hebben gemiddeld last van zes symptomen tegelijkertijd!
 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Beschrijf 2 lichamelijke, 2 psychische, 2 sociale en 2 spirituele problemen die in de palliatieve fase voor kunnen komen. 
Maak voor 1 probleem uitgewerkte PES

timer
20:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Palliatieve zorg in combinatie met positieve gezondheid



Er volgt een indrukwekkend filmpje over de kijk op leven en doodgaan 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Presentie theorie (van Andries Baart)
Wat is presentie
  1. Zorg dat je erbij bent (met je hoofd, lijf en handen)
  2. Relatie opbouwen (professioneel met vriendschappelijke kenmerken)
  3. Streef naar aansluiten (taal, niveau etc.)

Met iemand zijn, er voor iemand zijn!

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Bespreek met korte tussenpozen de geleverde zorg
Maar ook het welbevinden van de betrokkenen
Dit is een taak van de verzorgende (die is de zorgspil in dit geheel, maar de zorgvrager is the leader!)

De evaluatie met de cliënt in de palliatieve fase gaat over álle leefdomeinen; woon- en leefomstandigheden, participatie, mentaal welbevinden en lichamelijk welbevinden.



Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Morfine 

feiten en fabels

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Morfine werkt niet verslavend
A
Ja, dat klopt
B
nee, dat klopt niet

Slide 22 - Quiz

Verslaving is onder te verdelen in geestelijke en
lichamelijke afhankelijkheid. Als u morfine als pijnstiller
gebruikt, is de kans op geestelijke afhankelijkheid zeer
gering. Een verslaving treedt op wanneer iemand zonder pijn morfine gebruikt, dan treedt er een bepaalde
‘kick‘ op. Deze ‘kick’ treedt niet op wanneer morfine
de functie heeft om pijn te verlichten. Zoals bij bijna
ieder geneesmiddel dat langdurig wordt gebruikt, is
er wel sprake van lichamelijke gewenning aan morfine.
Dit is op zich niet schadelijk. Alleen als het gebruik
van morfine plotseling wordt gestaakt, kan dat zogenaamde ontwenningsverschijnselen veroorzaken. Voorbeelden zijn: hartkloppingen, zweten, misselijkheid,
braken en diarree. Deze verschijnselen kunnen worden
voorkomen door de dosis geleidelijk te verlagen. Doe
dit in overleg met uw arts.
Van morfine heb je steeds meer nodig
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

De dosering morfine wordt alleen verhoogd wanneer
de pijn toeneemt. De pijn bepaalt hoeveel morfine
u nodig heeft. Daarbij is het goed om te weten dat
de dosis van morfine in principe geen bovengrens
heeft. Er zijn mensen die het honderdvoudige van de
dosering waarmee ze gestart zijn, krijgen toegediend.
Morfine werkt levensbekortend
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Het is een misverstand dat morfine alleen wordt
gegeven in het eindstadium van kanker. De veronderstelling dat morfine levensbekortend werkt, is niet juist.
Morfine wordt niet voorgeschreven om de dood te
bespoedigen. Ongeveer 25% van de morfine wordt
gebruikt door patiënten met langdurige, chronische
ziekten zoals reuma. Morfine kan dus jaren achtereen
als pijnstiller worden voorgeschreven. Ook kan
morfine tijdelijk worden gegeven en daarna worden
afgebouwd, zoals na een operatie.
Morfine veroorzaakt
ademhalingsmoeilijkheden
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Bij de behandeling van pijn met morfine spelen
ademhalingsmoeilijkheden geen rol. Alleen zeer hoog
gedoseerde morfine­injecties in een ader kunnen
problemen met de ademhaling veroorzaken. Benauwdheid kan juist reden zijn om morfine voor te schrijven
Van morfine wordt je suf
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

 Sufheid is een bijwerking die kan optreden tijdens
de eerste dagen van de behandeling met morfine of
na verhoging van de dosis morfine. Vaak wordt de
innerlijke rust, die optreedt als men geen last meer
heeft van pijn, verward met sufheid en slaperigheid.
Palliatieve Sedatie
Besluitvorming wordt beïnvloed door veel factoren (opvatting over 'goed sterfbed', hoeveelheid symptomen, draagkracht-Besluitvorming wordt beïnvloed door veel factoren (opvatting over 'goed sterfbed', hoeveelheid symptomen, draagkracht-
= Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn in de laatste levensfase
- continue sedatie
- kortdurend of intermitterend (bv `s nachts)
Doel is het verlichten van lijden dmv verlagen van bewustzijn 
Bij ondraaglijk lijden door onbehandelbare (refractaire) symptomen
- arts bepaald vanuit professionaliteit of een symptoom onbehandelbaar is
- randvoorwaarde; het overlijden wordt binnen 1-2 weken verwacht 

Besluitvorming wordt beïnvloed door veel factoren (opvatting over 'goed sterfbed', hoeveelheid symptomen, draagkracht-draaglast cliënt/mantelzorg, lichamelijke uitputting)


Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn aandachtspunten voor de zorgverlener?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Aandacht palliatieve sedatie
• Psychosociale zorg voor cliënt/bewoner en naasten.
• Voorlichting geven over sedatie, aan zowel cliënt/bewoner en naasten als overige hulpverleners en betrokkenen over afspraak diepe sedatie? of mogelijkheid om wakker te worden.
• Afspraken maken over 'afscheid' nemen
• Assisteren arts bij sedatie
• Verpleegtechnisch handelen - subcutane toediening (Midazolam via vlindernaald) intermitterend of via pomp
• Evaluatie comfort cliënt/bewoner 


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Welke symptomen zijn passend bij de terminale fase?
Welke symptomen zijn passend in de stervensfase
(Ernstige)
vermoeidheid

Pijn
Obstipatie
Angst
Delier
Nauwelijks eten en drinken
Verminderde urineproductie
Verminderd bewustzijn
Toenemende desoriëntatie

Hoorbare, reutelende ademhaling

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

Is bij palliatieve sedatie sprake van euthanasie
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Continue sedatie versus euthanasie

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Euthanasie
Opzettelijk levensbeëindigende handelen door een ander dan de betrokkene op diens uitdrukkelijke verzoek.
 
Zorgvuldigheidseisen arts:
  •  Vrijwilligheid bij de patiënt
  •  Herhaald en weloverwogen verzoek
  •  Uitzichtloos en ondraaglijk lijden
  •  Een andere arts moet geraadpleegd zijn (SCEN)
  •  Arts moet melding maken, regionale toetsingscommissie zal toetsen of er zorgvuldig is     gehandeld
Als hieraan niet wordt voldaan is Euthanasie strafbaar



 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Zorg voor naasten
Opdracht:

Zoek in je boek of betrouwbare websites naar zorg voor naasten
Wat is jouw rol hierin? 
Omschrijf dit in drie / vier zinnen. 
Straks lezen we er een aantal voor.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions