Kenmerkende aspect: Sociaal-culturele veranderingen en toenemende pluriformiteit vanaf de jaren 1960
Slide 2 - Slide
Postindustriële samenleving
Vanaf 1973 einde aan de economische bloeiperiode, oorzaken:
Oliecrisis
Stijging loonkosten
Stijging uitkeringen
inflatie en daling koopkracht
Automatisering, mensen worden vervangen door machines
Slide 3 - Slide
Postindustriële samenleving
Samenleving waarin de dienstensector belangrijker is geworden dan de industriesector
Slide 4 - Slide
Informatiemaatschappij
1990: opkomst computers en telefoons.
Mensen konden sneller informatie uitwisselen voor werk en prive.
ICT werd steeds belangrijker
Slide 5 - Slide
Beperking van de verzorgingsstaat
WAO werd misbruikt door werkgevers en werknemers
Veel mensen waren niet echt arbeidsongeschikt
Ondanks protest op WAO bezuinigd en herkeuringen werden strenger
participatiesamenleving: Iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn leven en omgeving
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Politiek 1990
Samenleving was conservatief geworden
Wilde terug naar de gemeenschap van 1950 waar iedereen min of meer gelijk was
Uitkeringen vergrootte de ongelijkheid en waren ontevreden over de zorg van het gewone volk
Slide 8 - Slide
Populisme
Nieuwe politieke stroming
Zeiden de stem van het volk te belichamen en zich af te zetten tegen de heersende elite.
Pim Fortuyn
Begin versnippering politiek
Slide 9 - Slide
Grondwet 1848
Grondwet herschreven waarbij de Tweede Kamer verantwoordelijk werd voor het beleid in Nederland.
Klassieke grondrechten in opgenomen zoals vrijheid van meningsuiting.
Open samenleving waarin mensen openstaan voor kritiek en nieuwe ideeën
Slide 10 - Slide
Wijziging grondwet 1983
Toevoeging artikel 1: 'Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.'
Slide 11 - Slide
Nederland werd socialer
Discriminatie werd verboden
Vrijheid van meningsuiting kreeg hiermee een grens
Uitbreiding met sociale grondrechten: de overheid probeert het welzijn van de burgers te bevorderen. Voorbeelden: Recht op onderwijs, werk, gezondheidszorg.