3.2 De Tweede Wereldoorlog

De Tweede Wereldoorlog
Par. 3.2 De Tweede Wereldoorlog
1 / 38
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 38 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

De Tweede Wereldoorlog
Par. 3.2 De Tweede Wereldoorlog

Slide 1 - Slide

  • Tijdvak: Tijd van de wereldoorlogen
  • 1900-1950

  • Periode: moderne tijd
  • Vanaf 1800


Slide 2 - Slide

Invalshoeken
  • Economisch: 
  • Wat zijn de middelen van bestaan? 
  • Leven mensen van de jacht, landbouw, industrie?
  • Hoe komen mensen aan hun inkomsten?
  • Geld
 

Slide 3 - Slide

Invalshoeken
  • Politiek-bestuurlijk: 
  • Bestuur: is het land een koninkrijk, keizerrijk of een republiek?
  • Wie is de baas? 
  • Welke regels en wetten zijn er?
 

Slide 4 - Slide

Invalshoeken
  • sociaal: 
  •  Leefomstandigheden van mensen.
  •  Sociale lagen. 
  • Standen.
  • Zijn er grote verschillen tussen mannen/vrouwen en arm/rijk? 
  • Leven de mensen in de stad of op het platteland?

Slide 5 - Slide

Invalshoeken
  • cultureel
  • Gaat vooral over:
  • geloof 
  • kunst 
  • wetenschap

Slide 6 - Slide

Betrouwbaarheid van bronnen
Hoe weet je of een bron betrouwbaar is?
• Bevat de bron vooral feiten (hoe meer feiten, hoe betrouwbaarder) of ook meningen?

• Wat weet je over de maker van de bron: afkomst, beroep, godsdienst, politieke ideeën, sociale laag?



Slide 7 - Slide

Betrouwbaarheid van bronnen
Hoe weet je of een bron betrouwbaar is?
• Leefde de maker in de tijd waar de bron over gaat (ooggetuige verslag = betrouwbaarst)? Of leefde de maker veel later (=minder betrouwbaar: maker kan dingen vergeten zijn)?

• Is de maker misschien partijdig?


Slide 8 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke motieven Hitler had voor zijn veroveringsplannen.
  • Je kunt uitleggen hoe Duitsland en Japan de Tweede Wereldoorlog begonnen.
  • Je kunt uitleggen hoe de Tweede Wereldoorlog in Europa en Azië eindigde.
  • Je kent de begrippen en jaartallen.

Slide 9 - Slide

Hitlers buitenlandpolitiek
  •  Vanaf 1933 vergrootte Hitler de macht van Duitsland in drie stappen:
  1.  Hij draaide het Verdrag van Versailles grotendeels terug, hij stuurde bijv. in 1936 soldaten naar het Rijnland en vergrootte en versterkte het leger.

Slide 10 - Slide

Hitlers buitenlandpolitiek
2. Daarna begon Hitler met de uitbreiding van het Duitse rijk:
  • In maart 1938 viel Duitsland Oostenrijk binnen: Anschluss.
  • September 1938 Conferentie van München.

Slide 11 - Slide

Conferentie van München 
  • September 1939.
  •  Frankrijk, Groot-Brittannië, Nazi-Duitsland en Italië. 
  • Tsjecho-Slowakije niet uitgenodigd, de Sovjet-Unie ook niet.
  • Hitler kreeg Sudetenland (stuk van Tsjecho-Slowakije) in ruil voor de belofte van vrede.

Slide 12 - Slide

Hitlers buitenlandpolitiek
  • Fransen en Britten dachten met deze appeasementpolitiek de  vrede te hebben gered.
  • Maar Hitler was al begonnen met de voorbereiding van de verovering van andere gebieden in Europa.

Slide 13 - Slide

Hitlers buitenlandpolitiek
3. En als laatste het voorbereiden van de verovering van andere delen van Europa.
  • Hitler wilde in Oost-Europa gebied veroveren voor goedkope grondstoffen en arbeidskrachten.
  • Om sterk te staan sloot hij eerst een aantal verdragen.

Slide 14 - Slide

Hitlers buitenlandpolitiek
  • 1936 sloot Hitler een bondgenootschap met Mussolini.
  • Duitsland en Italië vormen samen de asmogendheden
  • Augustus 1939 sloot Hitler een niet-aanvalsverdrag met Stalin.
  • Bij veroveringen geen last van de Sovjetunie. 

Slide 15 - Slide

Hitlers buitenlandpolitiek
  • Augustus 1939 sloot Hitler een niet-aanvalsverdrag met Stalin.
  • Bij veroveringen geen last van de Sovjetunie. 

Slide 16 - Slide

Oorlog in Europa en Azië 
  • Hitler begon met veroveren in het midden en het oosten van Europa.
  • In maart 1939 had Hitler al heel Tsjecho-Slowakije ingenomen.
  • Hitler hield zich dus niet aan de afspraken gemaakt tijdens de Conferentie van München!
  • Groot-Brittannië en Frankrijk waren bang voor een oorlog en deden niks!

Slide 17 - Slide

Oorlog in Europa en Azië 
  • 1 september 1939 viel Hitler vervolgens Polen binnen. 
  • Groot-Brittannië en Frankrijk verklaarden Duitsland toen de oorlog.
  • Start Tweede Wereldoorlog

Slide 18 - Slide

Oorlog in Europa en Azië 
  • Vervolgens richtte Hitler zijn pijlen op het noorden en westen van Europa.
  • Eerst bezette hij Noorwegen en Denemarken.
  • Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers Nederland, België en Frankrijk aan.
  • Binnen enkele weken waren deze landen verslagen. 
  • Met bombardementen probeerde Hitler ook Groot-Brittannië tot overgave te dwingen, maar de Britten hielden stand.

Slide 19 - Slide

Oorlog in Europa en Azië 
  • Hitler wijzigde zijn plannen. 
  • Juni 1941 viel hij de Sovjet-Unie aan (operatie Barbarossa).
  • Hitler wilde het communisme verslaan en had graan en olie nodig. 
  • Groot deel van de Sovjet-Unie werd bezet.

Slide 20 - Slide

Oorlog in Europa en Azië 
Oorlog breidde zich uit naar Azië.
  • Japan had koloniale ambities.
  • In 1940 sloot Japan zich aan bij de asmogendheden.
  • In december 1941 vielen de Japanners onverwacht de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor op Hawaii aan. 

Slide 21 - Slide

Oorlog in Europa en Azië 
  • De helft van de Amerikaanse marinevloot werd vernield. 
  • Japan kon nu ongehinderd (geen last van VS) grote delen van Zuidoost-Azië veroveren. 
  • Maar de VS gaan ook meevechten!

Slide 22 - Slide

Oorlog in Europa en Azië 
  • Japan viel in 1942 Nederlands-Indië aan (kolonie van Nederland). 
  • Krijgsgevangen werden opgesloten in werkkampen en moesten als slaven spoorwegen aanleggen en in mijn werken.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Oorlog in Europa en Azië 
  • Europese burgers werden gevangengezet in interneringskampen, waar zij onder slechte omstandigheden moesten zien te overleven.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Oorlog in Europa en Azië 
  • In 1942 beheersten de asmogendheden een groot deel van de wereld. 
  • De geallieerden (Groot-Brittannië, de Sovjet-Unie, de Verenigde Staten en Canada) stonden zwak.

Slide 27 - Slide

De geallieerde tegenaanval 
  • Het keerpunt in de oorlog kwam in de winter van 1942-1943.
  • Tijdens de Slag bij Stalingrad wist het Rode Leger (van de Sovjet-Unie) een groot Duits leger te omsingelen en te verslaan.
  • Vanaf toen werd het Duitse leger teruggedrongen!

Slide 28 - Slide

De geallieerde tegenaanval 
  • Ondertussen bereidden de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Canada een aanval vanuit Groot-Brittannië voor.
  • Duitsland zou dan vanaf twee kanten aangevallen worden.
  • Duitse bevolking ontmoedigen door bombardementen!

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

De geallieerde tegenaanval 
  • 6 juni 1944 D-day 
  • Geallieerde soldaten landden op de stranden van Normandië. 
  • Tweede keerpunt in de oorlog: 
  • de bevrijding van West-Europa was begonnen.

Slide 31 - Slide

De geallieerde tegenaanval 
  •  De geallieerden verdreven de Duitsers langzaam uit Frankrijk, België en het zuidelijke deel van Nederland.

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

De geallieerde tegenaanval 
  • In januari 1945 trokken de geallieerden vanuit het westen Duitsland binnen. 
  • Vanuit het oosten rukte het Rode Leger op. 
  • Na zware gevechten bevrijdde het Rode leger de Duitse hoofdstad Berlijn, waar Hitler zat. 

Slide 34 - Slide

De geallieerde tegenaanval 
  • Op 30 april 1945 pleegt Hitler zelfmoord.
  • Op 7 mei gaf Duitsland zich over.

Slide 35 - Slide

De geallieerde tegenaanval 
  • In het Verre Oosten was de oorlog nog niet voorbij.
  • Japan werd langzaam teruggedreven, maar weigerde zich over te geven.
  • Om meer verliezen te voorkomen besloot de Amerikaanse president Harry Truman om de atoombom te gebruiken.

Slide 36 - Slide

De geallieerde tegenaanval 
  • In augustus verwoestten twee Amerikaanse atoombommen de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki. 
  • Op 15 augustus 1945 gaf Japan de strijd op. De Tweede Wereldoorlog was voorbij. 

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Link