3.1 klimaten op aarde

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1

H3 klimaten

§3.1 klimaten op aarde

Startopdracht: lezen leerstof blz. 102 en 103

Programma

Leerdoelen

Uitleg 3.1

opdr maken

Afsluiten

Leerdoelen

1. Je kent de 5 hoofdklimaten en weet waar ze voorkomen.
2. Je weet dat het weer bepalend is voor het klimaat.
3. Je  kunt bepalen of een klimaat op hoge of lage breedte voorkomt.

Klimaten
wat weet je al?

Wat meet je als je "het weer" wilt bepalen?

1. Warmte en de kou
2. Warmte, regen en wind
3. Hoeveel graden het is over lange tijd
4. Warmte en de temperatuur

Hoe kun je het klimaat van een gebied bepalen?

1. Je meet de warmte, neerslag en de wind
2. Je meet hoe warm het is gedurende 1 jaar
3. Je meet het weer over lange tijd
4. Je kijkt naar de zomer- en wintertemperauur

1. Droog klimaat
2. Poolklimaat
3. Gematigd klimaat
4. Tropisch klimaat

1. Poolklimaat
2. Tropisch klimaat
3. Droog klimaat
4. Gematigd klimaat

1. Droog klimaat
2. Tropisch klimaat
3. Poolklimaat
4. Gematigd klimaat

1. tropisch klimaat
2. Droog klimaat
3. Pool klimaat
4. Landklimaat

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

Wat ken je nu?

Wat ken je nog niet?

Huiswerk

Maken opdr. 1 t/m 6

Blz. 102 t/m 107