Meten is weten.

Pepernotenchallenge
1 / 25
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Pepernotenchallenge

Slide 1 - Slide

Wat moet je doen?
Stapel pepernoten op elkaar.

Maak binnen 30 seconden je hoogste toren!  

Valt je toren om.... ga direct weer aan de slag totdat de tijd om is.

Slide 2 - Slide

Klaar voor de start
timer
1:00

Slide 3 - Slide

Lesdoel

Ik kan de lengte, breedte en hoogte opmeten van 5 kerstpakjes.

Slide 4 - Slide

Hoe?
Van ieder kerstpakketje gaan we de precieze lengte, breedte en hoogte meten in centimeters (cm) en milimeters. We gebruiken hiervoor een liniaal of centimeter. 

Slide 5 - Slide

woordbegrip
Opmeten

Als je iets meet dan kijk je hoe groot het is. 

Slide 6 - Slide

woordbegrip

Als je iets meet,
gebruik je een centimeter of een liniaal. 



Slide 7 - Slide

woordbegrip
Liniaal

Liniaal is een smal en plat stuk hout of plastic. Je kunt er mee meten en rechte lijnen trekken. 

Slide 8 - Slide

                     woordbegrip

                       centimeter

Een centimeter is een homoniem. Het heeft dus twee betekenissen.

1. Een centimeter is een maat.
2. Een centimeter is een lint om mee te meten.


Slide 9 - Slide

Waar kom je opmeten het tegen?

Slide 10 - Slide

Waar kom je het tegen?

Slide 11 - Slide

Lengte

De lengte is de maat van de langste kant. 

De lengte van mijn liniaal is 30 centimeter lang.

Slide 12 - Slide

Breedte

Is de afstand tussen de lange kanten.

Dus het is de maat van de ene zijkant naar de andere. 


Slide 13 - Slide

woordbegrip
Hoogte

De afstand van het hoogste punt tot de grond.

(Van boven naar beneden!)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

voorkant

Slide 16 - Slide

zijkant

Slide 17 - Slide


Hoogte

Slide 18 - Slide

Meten van een pak cornflakes
We meten in centimeters en millimeters.
1. Lengte
2. Breedte
3. Hoogte

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Nodig
En

Slide 21 - Slide

Meet je tafeltje op!
In tweetallen meet je je tafeltje op in centimeters en millimeters.
1. Lengte
2. Breedte
3. Hoogte

Slide 22 - Slide

Vandaag heb je geleerd
Dat je met een liniaal of een centimeter de lengte, breedte en hoogte van bepaalde voorwerpen kan opmeten. 

De lengte is de maat van de langste kant.
De breedte is de afstand tussen de lange kanten.
De hoogte is de afstand van het hoogste punt tot de grond.

Slide 23 - Slide

De opdracht: 

Meet in tweetallen de lengte, breedte en hoogte van de kerstpakketjes. 

Schrijf je antwoorden op het werkblad in centimeters
 1
Meet de lengte

2
Meet de breedte

 3
Meet de hoogte

Slide 24 - Slide

De stappen
 1
Meet de lengte
2
Meet de breedte
 3
Meet de hoogte
4
Schrijf je antwoorden op het blad


Slide 25 - Slide