Examenvoorbereiding lezen/luisteren 3F


Lezen/Luisteren 3F


voorbereiding CE Nederlands 3F
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


Lezen/Luisteren 3F


voorbereiding CE Nederlands 3F

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud
- tekstsoorten
- hoofdgedachte / onderwerp
- informatie over het examen
- soorten vragen
- tips

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

CE Ned (le/lu)

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Tekstsoorten
- informatieve teksten
- instructieve teksten
- betogende teksten
- activerende teksten

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Informatieve tekst
betogende tekst
vooral feiten
brochure
overtuigen
informeren
vooral mening
standpunt onderbouwen

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Een onderwerp van een tekst:
A
Geeft in een hele zin aan waar de tekst over gaat
B
het onderwerp haal je nooit uit de titel
C
geeft in één woord of een paar woorden aan waar het over gaat
D
is degene die het doet in een tekst

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat is een hoofdgedachte van een tekst?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Soorten vragen
- begripsvragen 
- interpretatievragen 
- evaluatievragen
- samenvattingsvragen
- opzoekvragen
- inhoudsvragen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Waar gaan begripsvragen over?
A
hoofdgedachte/onderwerp
B
oorzaak-gevolg/ middel-doel
C
hoofd-/bijzaken
D
drogreden/argument

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Interpretatievragen kun je letterlijk uit de tekst halen.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welke antwoorden horen bij evaluatievragen?
A
doel schrijver
B
conclusie
C
kwaliteit van de argumenten
D
opvatting auteur

Slide 16 - Quiz

opvatting auteur + conclusie  = interpretatie

Samenvattingsvragen moeten altijd in eigen woorden worden geformuleerd.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Meestal wel, maar dan staat dat duidelijk aangegeven. 
1
2
3
4
5
6
7

Lees gevraagde tekstgedeelte goed door.
Formuleer voor jezelf het antwoord.

Geen keuze? 
Lees tekstgedeelte nog eens. 
Streep foute antwoorden weg.

Lees intensief

Vul het antwoord in. 

Lees oriënterend
Lees de antwoordmogelijk-heden.
Vergelijk met jouw antwoord.

Lees de vragen (nog niet de antwoorden)

Slide 18 - Drag question

Heb voor jezelf duidelijk waar de tekst over gaat en wat het doel van de tekst is. 
Tips
  • allemaal meerkeuzevragen
  • lees de vraag en alle antwoordopties voordat je iets invult
  • bedenk welke antwoorden zeker fout zijn
  • controleer of je alle vragen beantwoord hebt
  • Weet je het antwoord niet zeker? Schrijf vraag op en laat liggen voor later. 
  • ben goed uitgerust

Slide 19 - Slide

  • Door eerst de vraag en antwoordmogelijkheden te lezen, weet je wat de mogelijkheden zijn. Zo kun je gericht lezen/luisteren en lees/hoor je het juiste antwoord sneller. 
  • Als je denkt het antwoord te weten zonder de tekst te lezen, toch vraag en tekst lezen! Ook als je denkt het juiste antwoord te hebben gevonden, de andere antwoorden nog nalezen. 
Wat zou je nog graag willen weten/leren?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Maak de examensprint: Waar sta  je nu?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions