This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Redekundig ontleden
Woordsoorten:
vragend voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Grammatica woordsoorten:
- Je weet wat een vragend voornaamwoord is
- Je weet wat een aanwijzend voornaamwoord is
- Je kunt in een zin de vragende en aanwijzende voornaamwoorden
benoemen
Slide 2 - Slide
Er zijn vier vragende voornaamwoorden (vr.vnw):
wie, wat, welk(e), wat voor (een).
Een vr.vnw staat meestal aan het begin van een vraag.
Voorbeeld: Welke spieren train je met hardlopen?
Wanneer een vr.vnw midden in een zin staat, kun je er een vraag van maken waarin het vragend voornaamwoord vooraan komt te staan.
Voorbeeld:
Weet jij wie er morgen op je verjaardag komen?
Wie komen er vanavond op je verjaardag?
Wie = vragend voornaamwoord
Slide 3 - Slide
Wie heeft dat mooie verhaal geschreven?
Het vragend voornaamwoord is:
A
Wie
B
dat
C
mooie
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Video
Benoem het vragend voornaamwoord.
Ik weet niet wat we vandaag gaan eten.
Slide 6 - Open question
Benoem het vragend voornaamwoord.
Wanneer kun je het beste beginnen met leren?
Slide 7 - Open question
Benoem het vragend voornaamwoord.
Wat voor een hond past bij jou?
Slide 8 - Open question
Benoem het vragend voornaamwoord.
Weet je welke prijs we gewonnen hebben?
Slide 9 - Open question
Noem 2 vragende voornaamwoorden.
Slide 10 - Mind map
Aanwijzende voornaamwoorden zijn o.a. die, dit, dat,deze. zulke, zo'n en dergelijke.
Een aanwijzend voornaamwoord kan in plaats van een lidwoord voor een zelfstandig naamwoord (zn) staan. Het verwijst naar het zn en maakt het zn duidelijker.
1) Mag ik een pen van jou? (een = lw)
2) Mag ik deze pen van jou? (deze = aanw. vnw)
In zin 1) wordt een willekeurige pen bedoeld en zin 2) een specifieke pen.
Slide 11 - Slide
Wie heeft dat mooie verhaal geschreven?
Het aanwijzend voornaamwoord is:
A
Wie
B
dat
C
mooie
Slide 12 - Quiz
Benoem het aanwijzende voornaamwoord.
Deze vraag vind ik helemaal niet moeilijk.
Slide 13 - Open question
Benoem het aanwijzende voornaamwoord.
Ik heb dit onderdeel altijd al makkelijk gevonden.
Slide 14 - Open question
Benoem het aanwijzende voornaamwoord.
Dergelijke vragen mogen ze me gerust stellen.
Slide 15 - Open question
Benoem het aanwijzende voornaamwoord.
Aanwijzend voornaamwoord vind ik zo'n gemakkelijke woordsoort.
Slide 16 - Open question
Noem 2 aanwijzende voornaamwoorden.
Slide 17 - Mind map
vragend
voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
Van
wie
is
die
mooie
sjaal?
Slide 18 - Drag question
vragend
voornaamwoord
aanwijzend voornaamwoord
Wat
heb
je
met
deze
boeken
gedaan?
Slide 19 - Drag question
Online oefenen
Slide 20 - Slide
https:
Slide 21 - Link
https:
Slide 22 - Link
https:
Slide 23 - Link
https:
Slide 24 - Link
Wat heb je deze les geleerd?
Slide 25 - Open question
Waar wil je nog uitleg over?
Slide 26 - Open question
Extra uitdaging!
Op de volgende slide vind je een oefening met daarin alle voornaamwoorden die we tot nu toe gehad hebben: