Identiteit

Planning
Inleiding: De sociaal maatschappelijke dimensie (5 min.)
Theorie: identiteit (15 min.)
Zelfstandig werken (15 min.)
Nabespreken gemaakte werk (10 min.)


1 / 17
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Planning
Inleiding: De sociaal maatschappelijke dimensie (5 min.)
Theorie: identiteit (15 min.)
Zelfstandig werken (15 min.)
Nabespreken gemaakte werk (10 min.)


Slide 1 - Slide

Sociaal-Maatschappelijke Dimensie 
Sociaal maatschappelijke dimensie

Slide 2 - Slide

Nog drie lessen --> toets!
Les van vandaag: identiteit (2.1, 2.3)
Les 2: waarden, normen en socialisatie (2.2, 2.3)
Les 3: toetsvoorbereiding 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen

  • Aan het eind van deze les:
  • Kun je uitleggen wat persoonlijke identiteit is
  • Weet je uit welke aspecten persoonlijke identiteit is opgebouwd
  • Kun je uitleggen wat sociale identiteit is
  • Weet je het verschil tussen een vooroordeel en een stereotype
  • Weet je wanneer er sprake is van discriminatie

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Sociaal - Maatschappelijke dimensie

Identiteit
Rolgedrag
Groepsgedrag
Cultuurverschillen
Samenleven
Waarden en normen
Diversiteit
Gelijkheid
Discriminatie


Waarom moet ik dit weten?

Elke werkplek heeft zo zijn eigen bedrijfscultuur en vormt daarmee een mini-samenleving. Hoe ga je om met diversiteit op de werkvloer? Hoe reageer je op een discriminerende grap van een collega?
Wat als jij heel andere waarden hebt dan je collega’s? Kun jij jezelf zijn op je werk?

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Opdracht
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Gevoelige onderwerpen

Bij Burgerschap gaat het vaak om onderwerpen die gevoelig liggen. Denk maar aan een gesprek over homoseksualiteit, terroristische aanslagen, rolgedrag. Waarom denkt de een heel anders over dit onderwerp dan de ander? Welke achterliggende waarde herken je?

Het doel van een klassengesprek is dat je leert naar andere meningen te luisteren zonder deze te veroordelen. Er ontstaat dan meer begrip. 
Belangrijk is:
  • Respect: zelfs al ben je het absoluut niet met elkaar eens!
  • Luisteren. Als je zorgvuldig luistert, kun je beter doorvragen.
  • Elkaar laten uitpraten.
  • Verplaats je in de ander: vraag door als je een argument niet begrijpt.


 Hierdoor houden mensen meer rekening met elkaar en neemt de sociale cohesie toe.
Alleen dan kan er sprake zijn van een echte samenleving!



Slide 9 - Slide

Zelfstandig aan het werk
Lees paragraaf 2.1 bladzijde 58-59 en maak alle kennisvragen
timer
10:00

Slide 10 - Slide

"Ik zit eraan vast" (2 min.)

Slide 11 - Slide


Herken je het dat mensen elkaar labels geven?
Heb jij het gevoel dat mensen labels aan jou geven?
Heb jij ervaring met (voor)oordelen?
Is er een verschil tussen hoe anderen jou zien en hoe jij jezelf ziet? Waarom wel/niet?

Slide 12 - Slide

Een vooroordeel is een mening over een persoon of groep die niet op feiten is gebaseerd.

Een stereotype is een beeld van een groep mensen dat vaak niet klopt met de werkelijkheid: te eenvoudig of juist overdreven.




Slide 13 - Slide

Welke vooroordelen en/of stereotypes herken je?

Slide 14 - Slide

Welke vooroordelen en/of stereotypes herken je?

Slide 15 - Slide

Wanneer is er sprake van discriminatie?
Als je ook mensen benadeelt vanwege vooroordelen, bijvoorbeeld liever een man of Nederlander aannemen voor een functie. Het gaat hierbij om het handelen van een persoon.

Slide 16 - Slide

Overleg in duo’s

1. Op basis waarvan heeft
het uitzendbureau - denk
je- besloten om de 
sollicitant wel of niet de 
gelegenheid te bieden 
om te solliciteren?
2. Hoe kun je dit
voorkomen? Bedenk
drie manieren.


Slide 17 - Slide