G1 Formuleren verwijswoorden

H4 Formuleren
Verwijswoorden
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H4 Formuleren
Verwijswoorden

Slide 1 - Slide

Verwijswoorden
Met verwijswoorden verwijs je naar eerder of later genoemde zelfstandige naamwoorden. De eerder of later genoemde woorden waarnaar ze verwijzen noem je antecedenten

Eric en Linda hebben een zoontje gekregen. Zij hebben hem Bas genoemd. 

Slide 2 - Slide

Noem zoveel mogelijk verwijswoorden (woorden waarmee je naar een zn kunt verwijzen)

Slide 3 - Mind map

Welk verwijswoord je gebruikt hangt af van het woordgeslacht:
- mannelijk (m)
- vrouwelijk (v)
- onzijdig (o)

Slide 4 - Slide

Welk woordgeslacht heeft een woord?
Het-woorden zijn onzijdig: het schilderij, het raam, het glas
- Het schilderij (o) dat daar hangt is veel geld waard.
Ook namen van landen, steden en clubs zijn onzijdig
- Fortuna (o) heeft zijn nieuwe trainer ontslagen. 
De-woorden zijn mannelijk of vrouwelijk
- Die telefoon (m) wil ik graag hebben. Ik hoop dat ik hem voor mijn verjaardag krijg.
- De regering (v) is demissionair: zij mag alleen nog lopende zaken afhandelen.

Slide 5 - Slide

De-woorden: mannelijk of vrouwelijk?
Aan sommige woorden kun je zien dat ze vrouwelijk zijn.
• Vrouwelijke personen en dieren: de secretaresse, de leeuwin
• de-woorden op de volgende uitgangen:
- heid (tederheid)                     
- nis (ergernis)
- ing (vereniging)
- st (kunst, winst, vondst) niet: kast, post
- schap (wetenschap
- te (belofte)
- de (liefde)
- ie (familie)
- ij (tovenarij)
- iek (muziek)
- theek (discotheek)
- teit (kwaliteit)
- uur (cultuur)

De-woorden: mannelijk of vrouwelijk?
  • vrouwelijke personen en dieren: de secretaresse, de leeuwin
Aan sommige woorden kun je zien dat ze vrouwelijk zijn: 
  • De woorden met de volgende uitgangen:
- heid (tederheid)
- nis (ergernis)
- ing (vereniging)
- st (kunst, winst, vondst) 
     niet: kast, post
- schap (wetenschap
- te (belofte)

- de (liefde)
- ie (familie)
- ij (tovenarij)
- iek (muziek)
- theek (discotheek)
- teit (kwaliteit)
- uur (cultuur)


Slide 6 - Slide

Dit spel is erg populair, omdat ... zo spannend is.
A
hij
B
ze
C
het

Slide 7 - Quiz

De vereniging heeft de leden verteld dat ... de contributie wil verhogen.
A
hij
B
zij
C
het

Slide 8 - Quiz

De bibliotheek heeft al ... klanten een mail gestuurd.
A
zijn
B
haar
C
hun

Slide 9 - Quiz

Nederland heeft ... coronamaatregelen nog niet versoepeld.
A
zijn
B
haar
C
hun

Slide 10 - Quiz

Huiswerk
H4 Formuleren (p. 122):
m. opd. 1, 2, 4

Slide 11 - Slide