M2 - Vraagzinnen

Chapitre 2
Chromebook
Cahier, Stylo
Na deze les kan je vraagzinnen maken met en zonder vraagwoorden!
1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Chapitre 2
Chromebook
Cahier, Stylo
Na deze les kan je vraagzinnen maken met en zonder vraagwoorden!

Slide 1 - Slide

1. Zonder vraagwoord
1. De punt vervangen door een vraagteken. (toon omhoog)

Tu as treize ans?

2. 'Est-ce que' voor de zin zetten.

Est-ce que tu as treize ans?


Slide 2 - Slide

3. inversie: onderwerp en persoonsvorm omdraaien. 
Let op: gebruik dan wel een koppelstreepje.

As-tu treize ans? 

*LET OP: Bij klinkerbotsing voeg je er '-t-' tussen.

A-t-il faim?

Slide 3 - Slide

Welke vraag is niet juist?
* Tu regardes cette série.
A
Tu regardes cette série?
B
Est-ce que tu regardes cette série?
C
Regardes-tu cette série?
D
Regardes-t-tu cette série?

Slide 4 - Quiz

Maak de volgende zin op drie manieren vragend:
Vous mangez du pain.

Slide 5 - Open question

2. Met een vraagwoord 
In het Frans kennen we de volgende vraagwoorden:
combien = hoeveel         
comment = hoe             
où = waar                     
pourquoi = waarom         
quand = wanneer           
qu'est-ce que = wat       
qui = wie                      

Slide 6 - Slide

1. Gewone zin + vraagwoord
Vous allez à l'école quand?

2. Vraagwoord + est-ce que + rest van de zin
Quand est-ce que vous allez à l'école?

3. Vraagwoord + inversie 
Quand allez-vous à l'école? 

Slide 7 - Slide

Welke vraagzin is niet juist?
A
Tu vas où?
B
Est-ce que tu vas où?
C
Où est-ce que tu vas?
D
Où vas-tu?

Slide 8 - Quiz

Maak de volgende vraag op nog twee andere manieren vragend:
Ils arrivent quand?

Slide 9 - Open question

Et maintenant...
AU TAVAIL! 

  • Wat kan je nu?
  • Waar is dit voor nodig?

3.4 Grammatica trainer 
-> Vraagwoorden en Conditionnel

Slide 10 - Slide