1.1 t/m 1.4 herhaling voor het SO

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

1.1 t/m 1.4 Toetsvoorbereiding

1) Vul alvast de code in voor deze les

2) Houd je samenvatting paraat

3) nog 12 leerlingen moeten zich aanmelden voor de klas

Wat gaan we doen vandaag?

1. Doel van deze les: met vertrouwen naar het SO van morgen
2. Presentaties huiswerk (houd dus jullie tekst bij de hand)
3. Antwoordmodel
4. Wat je kan verwachten op het SO
   
5. Oefenvraag
6. Niet vergeten! Feedback 2x

Klik op de link als je nog niet aangemeld hebt voor de klas op Lesson Up

1. Presentaties Huiswerk

1. Hoe kan het dat er fossielen van dieren die in de zee leven gevonden zijn in gebieden die nu boven de 3000 meter hoog liggen?

Antwoordmodel

1. Sedimentgesteente. Je kan zien aan de kleur dat het zandsteen is, en dat is een sedimentgesteente. Het zit niet in een stollingsgesteente, want dat zou betekenen dat het fossiel gesmolten zou zijn.

2. Sedimentgesteente ontstaat doordat laagjes van zand, klei of kalk worden opgestapeld en daarna worden samengeperst.

3. Als twee platen tegen elkaar aanbotsen wordt het geplooid door enorme druk. Daarbij kan een oceaanbodem ook hoog in een gebergte komen te liggen.

1. Presentaties Huiswerk

2. Hoe kan het dat chemische en mechanische verwering niet overal op de wereld voorkomen?

Antwoordmodel

1. Vorstverwering, verwering door temperatuurverschillen, biologische verwering, chemische verwering

2. Vorstverwering: water, en dat het koud genoeg is dat het water gaat bevriezen.  Temperatuurverschillen: grote verschillen in de temperatuur tussen dag & nacht, biologische verwering: (stevige) plantenwortels, chemische verwering: warmte & vocht (+Co2/koolstofdioxide)

3. Vorstverwering: Hoog in de bergen/in een landklimaat. Temperatuurverschillen: Woestijnen Biologische verwering: Gebieden met bossen. Chemische verwering: Tropisch regenwoud (daar het meest)

1. Presentaties Huiswerk

3. Hoe kan het dat zelfs de grootste stenen uiteindelijk veranderen in zand en klei?

Antwoordmodel

1.  Een massabeweging begint bovenaan de helling en verplaatst het materiaal naar het dal. De lading bestaat uit stenen (verweringspuin).

2. Rasp: Erosie door de wind. Mes: Erosie door een rivier. Deegroller: Erosie door ijs. 

3.  Wind: een zacht gesteente, meestal zandsteen Rivier: Grind, zand & klei. IJs: Grind & Stenen.

1. Presentaties Huiswerk

4. Als sedimentgesteente een schaal met lasagna is, hoe ziet het recept van deze lasagna er dan uit, en wat zijn de ingrediënten?

Antwoordmodel

1.  Hoe dichter je bij de monding komt, hoe kleiner de deeltjes zijn die worden afgezet (sedimenteren). In de middenloop vooral grind en zand, in de benedenloop zand en klei.

2. De zee zorgt ervoor dat er sediment vanaf de zandbanken worden meegenomen naar de kust. Zodra het zand is aangeslibd, kan de wind het zand oppakken en meenemen richting de duinen.

3. Omdat een sedimentgesteente net als lasagna wordt opgebouwd in laagjes, maar dan van gesteente. Dit gesteente kan bestaan uit kalksteen, zandsteen of schalie.

Wat kan je verwachten op het SO? (1)

1. Camera èn geluid staan aan!!
2. Je mag je boek gebruiken
3. 9 vragen, in willekeurige volgorde
4. De toets duurt 30 minuten

Wat kan je verwachten op het SO? (2)

1. Je krijgt vragen die niet letterlijk in het boek staan
2. Toepassingsvragen, toepassingsvragen & nog meer toepassingsvragen. Vergelijkbaar met de huiswerkopdracht
3. Sleepvragen, multiple choice, open vragen. (zoals in les 1.7)
4. Oefenvraag

Begrip

schoen·ve·ter (de; m; meervoud: schoenveters)

veter voor een schoen

Welke termen horen bij het begrip estuarium? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.

Estuarium

Delta

Benedenloop

Eb & vloed

Verwering

Geef jezelf een cijfer tussen 1 en 10 op de volgende stelling:
"Ik denk dat ik goed voorbereid ben op het SO"