H1.2 Waarom koop je dat? (deel 2)

1 / 10
next
Slide 1: Video
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Sociale beïnvloeding
Commerciële beïnvloeding
Sociale beïnvloeding:
Meningen van familie of vrienden die consumenten beïnvloeden
Commerciële beïnvloeding:
Verkopers proberen invloed te hebben op jouw keuzes, meestal door reclames
Vraag 19
1.2 Waarom koop je dat? (deel 1)

Slide 2 - Slide

Reclame :
  1. Commerciële reclame
  2. Ideële reclame
Commerciële reclame:
Reclame die erop is gericht om mer producten te verkopen.
Ideële reclame:
Reclame die als doel heeft dat mensen hun gedrag veranderen.
Vraag 20
Vraag 21
1.2 Waarom koop je dat? (deel 1)

Slide 3 - Slide

1.2 Waarom koop je dat? (deel 2)
Deze les leer je:

  • wat verschillende reclamemedia zijn
  • hoe je met een percentage een getal kunt uitrekenen

Slide 4 - Slide

1.2 Waarom koop je dat? (deel 2)

  • Reclame
  • Hoe komt die reclame bij jou?


Slide 5 - Slide

Welke middelen worden gebruikt om jou reclame te laten zien?

Slide 6 - Mind map

1.2 Waarom koop je dat? (deel 2)

Reclame
Hoe komt die reclame bij jou?
  • Reclamemedium 
  • -> een middel waarmee een reclameboodschap wordt overgebracht.

Slide 7 - Slide

1.2 Waarom koop je dat? (deel 2)

Rekenen met procenten:
  1. Maak van de vraag een som
  2. Maak van het percentage een decimaal getal. Deel het door 100.
  3. Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal.
    In de uitverkoop kun je een shirt van € 45 kopen met 30% korting. Hoeveel korting is dat?
    30% van € 45 = ...
    1
    30% = 30 : 100 = 0,3
    2
    0,3 x € 45 = € 13,50
    3

    Slide 8 - Slide

    1.2 Waarom koop je dat? (deel 2)

    Rekenen met procenten:
    1. Maak van de vraag een som
    2. Maak van het percentage een decimaal getal. Deel het door 100.
    3. Vermenigvuldig het decimale getal met het totaal.
      Na goed onderhandelen krijg je 18% korting op een nieuwe fiets van € 630. Hoeveel korting is dat?
      18% van € 630 = ...
      1
      18% = 18 : 100 = 0,18
      2
      0,18 x € 630 = € 113,40
      3

      Slide 9 - Slide

      Huiswerk:
      paragraaf 1.2 maken
      t/m opgave 27



      Lezen paragraaf 1.3

      Slide 10 - Slide