H4 Duurzaamheid

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 2

H4 Duurzaamheid

Wat ga je doen? 

Proefwerk Hoofdstuk 4 

Project duurzaamheid: 

Havo -> vakoverstijgend project met geschiedenis

Vmbo-t -> Pak de verpakker (Hoeveel plastic gebruiken supermarkten?)

Wat vind jij van de volgende stellingen? 

Als ik weet dat het beter is voor het milieu ga ik liever met de trein op vakantie dan het vliegtuig.

Ja

Nee

Soms wel, Soms niet

Het liefst koop ik elke maand nieuwe kleding.

Ja

Nee

Soms wel, soms niet

Ik haal altijd de oplader uit het stopcontact als mijn telefoon opgeladen is.

Ja

Nee

Soms wel, soms niet

Ik douche minder lang dan ik zou willen om water en energie te besparen.

Ja

Nee

Soms wel, soms niet

4.1 Het gebruik van natuurlijke hulpbronnen

‘De toekomst van Afrika is elektrisch,’ ziet Nasiki op de zijkant van een nieuwe bus staan. Het verbaast haar eigenlijk niets. Haar woonplaats is Nairobi, de hoofdstad van Kenia. Plastic tasjes zijn al jaren verboden en ze zijn hard bezig om in 2030 volledig ‘groen’ te zijn.

Maar wat is daarvoor nodig?

Aan het eind van deze paragraaf:

• Weet je wat natuurlijke hulpbronnen zijn en kan je voorbeelden geven van hernieuwbare en niet-hernieuwbare hulpbronnen.
  
• Begrijp je hoe je de ecologische voetafdruk gebruikt om het verbruik van natuurlijke hulpbronnen te meten.
  
• Kun je uitleggen welke gevolgen duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen heeft voor het milieu.

Aan de slag! 

Lezen: 4.1 'Het gebruik van natuurlijke hulpbronnen' 

Maken: Opdracht 2 t/m 5 (Lesboek)

Basisstof route als je online werkt.

Wat zijn natuurlijke hulpbronnen?

Geef een voorbeeld van een niet-hernieuwbare hulpbron

Welke hulpbron is niet hernieuwbaar?

1. Zon
2. Hout
3. Aardolie
4. Water

Einde van de les

Huiswerk: 

Maken opdrachten van 4.1 - Inclusief opdracht 6!

4.2 Verontreiniging van het milieu

hetklokhuis.nl

Aan het eind van deze paragraaf:

• Je weet wat milieuverontreiniging is.
  
• Je begrijpt wat water-, bodem- en luchtverontreiniging is en hoe dit met elkaar samenhangt.
  
• Je kunt uitleggen wat de oorzaken en gevolgen zijn van het versterkt broeikaseffect.

Milieu-
verontreiniging

• De mens maakt intensief gebruik van de aarde, dit zorgt voor uitputting van het milieu en milieuverontreiniging.

• Dit komt mede door:

- Afval van fabrieken.

- Verkeer (vliegtuigen, schepen, auto's) stoot schadelijke stoffen uit.

Er zijn drie soorten verontreiniging:

1.  Waterverontreiniging
2.  Bodemverontreiniging
3. Luchtverontreiniging
   

Zoek van elke vorm van verontreiniging (Water, Bodem
Luchtverontreiniging) de oorzaak en gevolg op.

Aan de slag! 

Lezen: 4.2 Verontreiniging van het milieu

Maken: Opdracht 2, 3 & 5 (Lesboek)

Basisstof route als je online werkt.

Huiswerk: 4.1 & 4.2 opdracht 2 t/m 6 

Lekker he?

4.3 Problemen in de kledingindustrie

Kantamanto Market

De grootste tweedehands markt ligt in Accra in Ghana.  

Hoeveel kledingstukken komen hier per week aan denk je?

Wat ga je leren?

• De productieketen van kleding in elkaar zit en hoe dit samenhangt met dumping.
  
• De manieren waarop bedrijven meer kunnen doen aan mensenrechten en in productie en transport duurzamer kunnen worden.
  
• Wat greenwashing is en wat dit te maken heeft met fast fashion.
  

Waar wordt kleding vooral gemaakt?

Hoe komt het dat er te veel kleding is?

Is deze container dus altijd 'goed'? Leg uit.

Dumping

Wanneer deze overschotten gratis of voor bodemprijzen naar een ander land worden geëxporteerd noem je dit: dumping

Wat is "fast fashion"?

1. mode die snel uit de mode raakt.
2. Mode die op een duurzame manier wordt geproduceerd.
3. Mode die lang meegaat en van goede kwaliteit is.
4. Mode die snel en goedkoop wordt gemaakt om aan de laatste trends te doen.

Vanaf de jaren 1980 werd kleding steeds meer fast fashion:

Dat kleding steeds sneller vervangen wordt door een nieuwe collectie.

Waarom wordt er steeds meer kleding weggegooid door mensen?

Aan de slag! 

Lezen: 4.3 Problemen in de kledingindustrie

Maken: Opdracht 1, 2 & 3

Huiswerk: 

4.4

4.5 Op weg naar een circulaire economie

Leerdoelen

• Je weet wat recycling is en je kunt hier een aantal voorbeelden bij noemen.
  

• Je begrijpt hoe de energietransitie zorgt voor een gezonder milieu.
  

• Je kunt uitleggen waarom Nederland toewerkt naar een circulaire economie.

'Gewone' landbouw

Biologische landbouw

mest van dieren

kunstmest

plaagdieren chemisch bestrijden

plaagdieren met natuurlijke vijand bestrijden

dieren hebben meer ruimte

dieren hebben minder ruimte

duurder vlees

goedkoper vlees

Recyclen kan je leren

• Een goede manier om te zorgen voor minder afval noem je recyclen

• Glas, papier, blikjes, groen en plastic worden al goed recycled in Nederland.
  
  

• Waarom recyclen mensen nog niet altijd?
  

Omdat ze denken dat het afval op een grote hoop gegooid wordt.

Wat wordt naast papier en plastic nog meer bij afvalscheidingsstations ingezameld?

Van recycling naar zero waste

Recyclen kost ook energie. 

Sommige mensen proberen daarom zonder afval te leven.

Dit noem je: zero waste.

Circulaire economie

Waarom is dit zo belangrijk voor Nederland?

- circulaire producten kunnen makkelijker gerepareerd en gerecycled worden

- er wordt zuiniger met grondstoffen omgegaan

- er is minder uitstoot.

Een stapje verder 

• Hoe noemen we energie die schoon opgewekt is: duurzame energie.

Een groot deel van de Nederlandse energie is nog niet schoon. Er moet dus gewerkt worden aan de energietransitie. 

Energietransitie

"Het overschakelen van het gebruik van fossiele energie naar duurzame energie, bijvoorbeeld zonne-energie."

0

Waarom moeten we er eerst voor zorgen dat we minder energie gebruiken, voordat we kunnen beginnen met de energietransitie?

1. Dat hoeft niet, groene energie kunnen we zoveel gebruiken als we willen.
2. Door te bezuinigen besparen we geld wat we kunnen investeren in groene energie.
3. Onze huidige fabrieken, lampen en verwarmingen werken niet goed op groene energie.
4. We gebruiken meer energie dan we ooit duurzaam kunnen opwekken.

Hoe ziet Nederland eruit voor de energietransitie, en hoe na die tijd?

Voor de energietransitie

Na de energietransitie

Hernieuwbare energiebronnen

Niet-hernieuwbare energiebronnen

Fossiele brandstoffen

Veel CO2 uitstoot

Windmolens en zonnepanelen

Steenkool en aardolie

Duurzame energie

Aan de slag! 

Lezen: 4.5 op weg naar een circulaire econemie

Maken: Opdracht 2-3-5-6

Volgende les: