V4 Beestachtige lessen en fabelachtige vertellingen

Beestachtige lessen en fabelachtige vertellingen van HAns Teeuwen tot Willem die Madocke makede
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3,5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Beestachtige lessen en fabelachtige vertellingen van HAns Teeuwen tot Willem die Madocke makede

Slide 1 - Slide

Nodig: projectboekje 'lessenreeks middelnederlandse literatuur'

Slide 2 - Slide

I Vos en raaf bij Hans Teeuwen
bekijk de video (6:10)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

vraag 1
maak een samenvatting van ong 100 woorden. Noem de hoofdpersonen: vos, raaf, vogelverschrikker en boer

Slide 5 - Slide

vraag 2
Is Kiekerjan een held?

Slide 6 - Open question

vraag 3
Loopt het verhaaltje goed of slecht af?

Slide 7 - Open question

vraag 4
Heeft de sketch een moraal? Zo ja, hoe luidt die? Zo niet, wat is de impliciete boodschap?

Slide 8 - Open question

vraag 5
Beargumenteer of je het verhaal wel/ niet grappig vindt. Noem 3 verschillende redenen.

Slide 9 - Slide

vraag 6 tm 8
naar eigen inzichten antwoorden

Slide 10 - Slide

vraag 9
Richt deze sketch zich tot de jeugd of volwassen. beargumenteer.

Slide 11 - Open question

lees 'Piep'
 ‘Er zijn veel redenen om over dieren te schrijven. Meer dan tien miljoen. Zoveel soorten zijn er. Maar de beste reden is luiheid. Kies een diersoort en je krijgt er zijn hele hebben en houden bij. Neem een vos als personage en je hoeft niet meer uit te weiden over zijn sluwheid, de gladheid van zijn praatjes, de charme van bedrog. De schrijver bespaart zich alinea’s karakterbeschrijving – zijn held is al van vlees en bloed – de lezer kan een kwartiertje iets anders gaan doen.’ Aldus bioloog-schrijver Midas Dekkers in Piep. Een kleine biologie der letteren. 

Slide 12 - Slide

vraag 10 Voldoet werkwijze van Hans Teeuwen aan de typering van 'Piep', Midas Dekker

Slide 13 - Open question

vraag 11
waar doelt de vos op als hij de raaf om hulp vraagt

Slide 14 - Open question