Hoofdstuk 1.1 - procent van een getal

Hoe welvarend ben jij?
Met procenten een getal berekenen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoe welvarend ben jij?
Met procenten een getal berekenen

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog?

Slide 2 - Slide

Wat is welvaart?
A
Welvaart is hetzelfde als rijkdom.
B
Welvaart heeft alleen te maken met financiële aspecten.
C
Welvaart is de mate van armoede in een samenleving.
D
Welvaart is de mate waarin behoeften kunnen worden vervuld met beschikbare middelen.

Slide 3 - Quiz

Wat wordt bedoeld met schaarste in de economie?
A
Schaarste betekent dat er een overvloed aan middelen is.
B
Schaarste betekent dat er altijd voldoende middelen zijn om aan alle behoeften te voldoen.
C
Schaarste betekent dat er onvoldoende middelen zijn om aan alle behoeften te voldoen.
D
Schaarste betekent dat behoeften niet belangrijk zijn in de economie.

Slide 4 - Quiz

Wat is het verschil tussen primaire en secundaire behoeften?
A
Primaire behoeften zijn behoeften van individuen, secundaire behoeften zijn behoeften van de samenleving.
B
Primaire behoeften zijn luxeproducten, secundaire behoeften zijn basisbehoeften.
C
Primaire behoeften zijn essentieel voor overleven, secundaire behoeften zijn niet noodzakelijk.
D
Primaire behoeften hebben te maken met fysieke gezondheid, secundaire behoeften met mentale gezondheid.

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
Je kan met een percentage een getal berekenen

Slide 6 - Slide

Hoe bereken je een percentage van een getal?

Te berekenen getal = totaal : 100 x percentage

Voorbeeld
Je wilt 15% van je inkomen sparen. Je verdient € 840. Hoeveel euro ga je sparen?
  • € 840 : 100 x 15 = €126
Aantekening

Slide 7 - Slide

Wat is 20% van 80?
A
4
B
20
C
12
D
16

Slide 8 - Quiz

Bereken 25% van 120.
A
30
B
50
C
10
D
40

Slide 9 - Quiz

Hoeveel is 15% van 200?
A
45
B
60
C
30
D
15

Slide 10 - Quiz

Maak opdracht 12, 13 en 14. Schrijf de antwoorden in je persoonlijke Onenote pagina.
Opdracht
timer
8:00

Slide 11 - Slide

Bedankt!

Volgende les gaan we aan de slag met 1.2! 
Einde

Slide 12 - Slide