H3.1 Wetten en regels

H3 'Wat mag wel en wat mag niet'


cursus 3.1 'Wetten en regels'


Tijdvak 7:

Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)

1 / 23
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3 'Wat mag wel en wat mag niet'


cursus 3.1 'Wetten en regels'


Tijdvak 7:

Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)

Slide 1 - Slide

Lesdoelen 3.1
  •  Je weet het verschil tussen rechten en plichten.


  • Je kunt uitleggen welke 3 personen tijdens een rechtszaak een belangrijke rol spelen.

 

  • Je kunt het verschil tussen strafrecht en burgerlijk (civiel) recht uitleggen.


  • Je kunt uitleggen wanneer iemand TBS (terbeschikkingstelling)  krijgt.

Slide 2 - Slide

Planning

  • Lesdoelen deze les
  • Instructie / zelfstandig werken
  • Aan de slag
  • Lesdoelen evalueren


Slide 3 - Slide

Wat is volgens jullie een recht en een plicht?

Slide 4 - Open question

Wat gebeurt er als je een wet overtreed?

Slide 5 - Open question

Zelfstandig / Instructie volgen

Zelfstandig werken:

Je leest eerst alle leerstoffen door (ong. 10-15min).
Je maakt eerst de begrippen en betekenissen van de cursus.
Je maakt alle opdrachten van de cursus, ook de blauwe.
Tijdens de instructie ben je stil!
Je kunt aan het einde van de les de lesdoelen beantwoorden

Instructie volgen:

Je doet mee met de uitleg.
Je maakt aantekeningen als dat nodig is.
Je hoeft niet alle opdrachten te maken.

Slide 6 - Slide

Misdaad en straf
  • Iedereen in Nederland moet zijn rechten en plichten kennen.


  • Je rechten en plichten zijn vastglegd in wetten.


  • een overtreding van de wet is een strafbaar feit.


  • een ernstige overtreding is een misdaad of misdrijf.

Slide 7 - Slide

Rechten en plichten
Rechten: Iets dat MAG! 
Plichten: Iets dat MOET!

Leerplicht officieel vanaf 1901

Slide 8 - Slide

Misdaad en straf
strafbaar feit: is wanneer je de wet overtreed.

Misdaad: de wet ernstig overtreden

Slide 9 - Slide

Wat is een voorbeeld van een plicht
A
Het kiezen van 1 school
B
Thuis afwassen
C
Naar school gaan
D
Met de fiets naar school

Slide 10 - Quiz

Strafbaar feit
Misdaad

Telefoneren tijdens het rijden
Fraude plegen
Diefstal
Vervuilen van het milieu
Geluidsoverlast
Moord

Slide 11 - Drag question

Burgerlijk recht

Slide 12 - Slide

Wie spelen er volgens jullie een belangrijke rol in een rechtszaak? Noem er 2.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Video

Voor de rechter
Je hebt drie kanten:
1. Officier van justitie
2. Verdachte met advocaat
3. Rechter

Dit samen heet het strafrecht!

Slide 15 - Slide

Een strafrechtzaak
  • Officier van justitie: probeert te bewijzen dat de verdachte schuldig is.


  • Advocaat: verdedigt de verdachte.


  • Rechter: onderzoekt of de verdachte schuldig is en bepaalt de straf.

Slide 16 - Slide

Ter afsluiting
  • Gedogen:
  • Niets doen tegen een wetsovertreding.


  • Terbeschikkingstelling (TBS):
  • Verplichte opname van een veroordeelde misdadiger in een psychiatrische kliniek.


  • Hoger beroep:
  • Een rechtszaak opnieuw laten voorkomen bij een hogere rechter.

Slide 17 - Slide

Wie zijn de officier van justitie tijdens het strafrecht
A
de aanklager
B
De verdachte
C
De rechter
D
De jury

Slide 18 - Quiz

Wanneer is iets een recht
A
Wanneer iets mag
B
Wanneer iets moet
C
Wanneer iets kan
D
Wanneer iets gaat

Slide 19 - Quiz

Wanneer val je onder het TBS?
A
Als je door jouw moeder geestelijk ziek wordt verklaard
B
Als je door jouw vrouw geestelijk ziek wordt verklaard
C
Wanneer de rechter besluit dat jij geestelijk ziek bent
D
Wanneer jouw advocaat bepaald dat jij geestelijk ziek bent

Slide 20 - Quiz

Kan de officier van justitie in hoger beroep gaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

Aan de slag
Maken:
  • Cursus 3.1 blz. 92 t/m 97 opdr. 2, 3, 4, 6, 7, 8, 9, 10, 11 en 12
  • Begrippen en betekenissen


Klaar:

  • Alle blauwe opdr.
  • Verdieping blz. 118, 119
  • Topografie blz. 120, 121

Slide 22 - Slide

Evaluatie Lesdoelen 3.1
  •  Je weet het verschil tussen rechten en plichten.


  • Je kunt uitleggen welke 3 personen tijdens een rechtszaak een belangrijke rol spelen.

 

  • Je kunt het verschil tussen strafrecht en burgerlijk (civiel) recht uitleggen.


  • Je kunt uitleggen wanneer iemand TBS (terbeschikkingstelling)  krijgt.

Slide 23 - Slide