T3 B7 - Weefselvloeistof en lymfe

Thema 3
Bloedsomloop
Havo 3
Leg op tafel:
schrift, boek, etui
Chromebook/laptop in je tas

1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 3
Bloedsomloop
Havo 3
Leg op tafel:
schrift, boek, etui
Chromebook/laptop in je tas

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 3 - De bloedsomloop
3.1 - Bloed
3.2 - De bloedsomloop
3.3 - Het hart
3.4 - Uitscheiding
3.5 - Het immuunsysteem
3.6 - Gezond leven
3.7 - Weefselvloeistof en lymfe 
3.8 - Bloedgroepen
Je kan de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe noemen
Planning: 
  1. herhalen thema 3
  2. uitleg 3.7
  3. opdrachten maken 3.7

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 3 - De bloedsomloop
3.6 - Gezond leven
Herhaling



Slide 3 - Slide

Wat is slagaderverkalking?
A
hoge bloeddruk
B
vernauwing van de bloedvaten
C
hartinfarct
D
herseninfarct

Slide 4 - Quiz

Wat gebeurt er bij een hartinfarct?
A
Een kansader van het hart raakt verstopt
B
Een kransslagader van het hart raakt verstopt
C
De bloeddruk wordt te hoog
D
De bloeddruk daalt te snel

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurt er bij een hartinfarct?
A
Het hart stopt zonder reden met kloppen.
B
Een deel van het hart krijgt geen zuurstof en voedingstoffen meer.
C
Het hart klopt sneller dan normaal.
D
Het hart krijgt geen bloed meer toegevoerd.

Slide 6 - Quiz

Als je alcohol drinkt, komt de alcohol in je hersenen terecht
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Hoofdstuk 3 - De bloedsomloop
3.7 - Weefselvloeistof en lymfe


Slide 8 - Slide

miniposter weefselvloeistoffen
leg uit met tekst en afbeelding(teken na) wat de volgende vloeistoffen zijn, waar ze zitten en hoe ze zich verplaatsen.
  • bloedplasma
  • weefselvloeistof
  • lymfe (+ leg ook de lymfeknoop uit)
Geef tevens aan waar de vloeistoffen naar toe gaan( welke richting zij opstromen)
timer
15:00

Slide 9 - Slide

Doelen van deze paragraaf
Je kan de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe noemen

Slide 10 - Slide

Weefselvloeistof
  • Bloedplasma: water met opgeloste stoffen
  • Bloedplasma uit haarvaten geperst naar cellen weefsel --> weefselvloeistof

Slide 11 - Slide

Vorming weefselvloeistof
Slagaders: hoge bloeddruk

Haarvaten: bloeddruk neemt af.
Vorming weefselvloeistof

Aders, lage bloeddruk
Deel weefselvloeistof wordt weer opgenomen.

Slide 12 - Slide

Weefselvloeistof
Bloedplasma: water met opgeloste stoffen
Bloedplasma uit haarvaten geperst naar cellen weefsel --> weefselvloeistof
Gedeelte weefselvloeistof terug haarvaten in --> bloedplasma
Gedeelte weefselvloeistof in lymfevat --> lymfevloeistof

Slide 13 - Slide

weefselvloeistof
De cellen rondom de haarvaten nemen zuurstof en voedingsstoffen op uit het weefselvloeistof.

De cellen produceren dan C02 en afvalstoffen.

Dit wordt weer afgegeven aan de weefselvloeistof en een deel aan de haarvaten.


Slide 14 - Slide

Lymfevaten
- Kleppen: houden lymfevloeistof tegen
- Vloeistof weg van cellen in organen
- Lymfevaten nemen weefselvloeistof op
CO2, afvalstoffen, beetje O2

Slide 15 - Slide

Lymfeknopen
In de lymfeknopen wordt de lymfe gezuiverd van ziektekiemen.

Daarnaast maken de lymfeknopen witte bloedcellen.

Slide 16 - Slide

Lymfeknopen
Op bepaalde plaatsen in het lichaam liggen lymfeknopen (lymfeklieren):
  • Hals
  • Oksels
  • Liezen
  • e.a.

De lymfeknopen zuiveren de lymfe van onder andere ziekteverwekkers

Slide 17 - Slide

Aan het werk
Maken: 3.7 Opdracht 1 t/m 5
Lezen: 3.8
timer
1:00

Slide 18 - Slide

Vragen

Slide 19 - Slide

Wat is weefselvloeistof?
A
Vloeistof in de bloedvaten
B
Vloeistof tussen de cellen in de weefsels
C
Vloeistof in de darmen
D
Vloeistof in het verteringsstelsel

Slide 20 - Quiz

Wat zit er weefselvloeistof?
A
O2 & voedingsstoffen
B
O2, voedingsstoffen & CO2
C
O2, voedingsstoffen, afvalstoffen & CO2
D
O2, voedingsstoffen & afvalstoffen

Slide 21 - Quiz

Wat is lymfe?

A
Lymfe is hetzelfde als weefselvloeistof.
B
Vloeistof die uit de lymfevaten de weefsels in gaat.
C
Weefselvloeistof met rode bloedcellen.
D
Weefselvloeistof die in de lymfevaten is gestroomd.

Slide 22 - Quiz

Wat kan er NIET in lymfe zitten?
A
Antistoffen
B
afvalstoffen
C
Rode bloedcellen
D
Koolstofdioxide

Slide 23 - Quiz

In welke richting stroomt de lymfe in het lymfe vat van de afbeelding?

A
De lymfe stroomt in de richting van pijl P
B
De lymfe stroomt in de richting van pijl Q
C
De stroomrichting van de lymfe is niet uit de tekening af te leiden

Slide 24 - Quiz

breng je wisbordje, stift en doekje terug

Slide 25 - Slide