1. De stroomkring deel 2 GERF ZANP

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom!

Ga zitten en pak lekker je spullen:

iPad graag dicht op tafel :)

1. De stroomkring

deel 2

Elektriciteit gevaarlijk?

1

2

Elektriciteit gevaarlijk?

Elektriciteit gevaarlijk?

Opbouw stof - moleculen

1

Opbouw stof - moleculen

Opbouw stof - moleculen

Opbouw atoom

1

Opbouw atoom

Opbouw atoom

Lesdoelen

Aan het eind van de les kan je:

- Uitleggen wat geleiders en isolatoren zijn

- Drie voorbeelden geven van beide

- Uitleggen wat een schakelaar doet in een stroomkring

Geleiders

Geleiders

1

2

Geleider

1

2

Geleider

Geleider

Isolatoren

Isolatoren

1

2

Isolator

1

2

Isolator

Isolator

Sleep de foto's naar het juiste vak

Isolator

Geleider

Schakelaar

1

2

3

Schakelaar

Schakelaar

Schakelaar

Schakelaar

Elektriciteit gevaarlijk?

Aan het werk!

Aan het werk!

- Wat? 

Speel boter kaas en eieren met de opdrachten die de LessonUp staan.

- Hulp?

Geen! Je tegenstander gaat je zeker niet helpen... Ik wil best komen kijken, maar je moet wel eerlijk winnen.

- Tijd?

Je hebt tot 11:40.

- Opbrengst?

Als je deze vragen goed snapt, heb je de leerdoelen van de paragraaf gehaald! Wel zo lekker voor de toets. 

- Klaar?

Als de vragen op zijn en er is nog tijd over, kan je beginnen met de D-Toets die hierna staat (huiswerk).

Welke is waar?

1. Protonen en elektronen zitten in de kern, neutronen eromheen
2. Neutronen zitten in de kern, protonen en elektronen eromheen
3. Protonen en neutronen zitten in de kern , elektronen eromheen
4. Elektronen zitten in de kern, protonen en neutronen eromheen

Welke van de volgende stoffen is een isolator?

1. Rubber
2. Aluminium
3. Lood
4. Koper

Welke van de volgende materialen kan een geleider zijn?

1. Houten stok
2. Potlood
3. Gordijn
4. Teddybeer

Welk van de volgende antwoorden is waar?

1. Stroomsterkte is het aantal protonen per seconde
2. Moleculen bestaan uit atomen
3. Atomen bestaan uit protonen, contronen en elektronen
4. Geleiders zorgen er altijd voor dat je stroomkring gesloten blijft.

Als een schakelaar open staat gaat de stroom lopen.

1. Waar
2. Niet waar
3. Dat kan je niet zeggen

Hoe lager de stroom, hoe meer elektronen per seconde je hebt.

1. Waar
2. Niet waar

De stroom gaat altijd van + naar min -

1. Waar
2. Niet waar

Zeewater is een goede geleider.

1. Waar
2. Niet waar

Geleiders en Isolatoren worden van hetzelfde materiaal gemaakt

1. Niet waar
2. Waar
3. Soms
4. Meer informatie nodig

Wat is de hoofdreden waarom een schakelaar werkt?

1. Hij splijt het atoom
2. Hij zorgt ervoor dat meer elektronen lopen
3. Hij opent/sluit de stroomkring
4. Hij zorgt voor een atomenkluster en haalt die weer weg

Er zijn ongeveer 110 verschillende moleculen

1. Waar
2. Niet waar

Welke uitspraak klopt?

1. Elektronen geven energie aan een batterij
2. Protonen geven energie aan een batterij
3. Neutronen geven energie aan een batterij
4. Atomen geven energie aan een batterij

Huiswerk

D-Toets van deze LessonUp

(Komt in SOM)

D-toets 1. de stroomkring

a. Heb je alles van deze les begrepen?
b. Zijn er onderdelen van deze les die je nog niet zo
goed begrijpt of waar je meer uitleg voor nodig hebt?
c. Heb je nog tips of suggesties voor deze les?