Leesvaardigheid

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Leesvaardigheid

In het begin

Lees de titel, ondertitel, tussenkopjes en

kijk naar de plaatjes.

Bedenk waar de tekst over gaat.

Kijk naar de opmaak en de bronvermelding

(kranten- internetartikel, verhaal, gedicht,…)

Onbekende woorden

 eerst uit de context afleiden / raden

opzoeken als dat echt nodig is.

Onbekende woorden

Lijkt het op een Nederlands woord

of op een woord uit een andere taal?

Kun je de betekenis afleiden uit de zin/ alinea?

Bij samengestelde woorden probeer te splitsen.

woordenboek

De ä, ü en ö vind je bij dezelfde klinkers zonder umlaut

De ß vind je bij de dubbele s

Belangrijke woorden

Der Absatz= de alinea

Die Zeile/ Reihe= de regel / rij

Waar staan vaak antwoorden:

- na een dubbele punt

- in aanhalingstekens

- bij signaalwoorden

Signaalwoorden, bijv.:

auch = ook (opsomming)

weil = omdat (reden, oorzaak)

aber= maar (tegenstelling)

daher= vandaar (gevolg, conclusie)

zum Beispiel= bijvoorbeeld (voorbeeld geven)

sogar= zelfs (versterking)

nur= slechts (beperking)

übrigens= overigens (extra informatie)

jetzt= nu (tijd/volgorde)

Waar staan vaak antwoorden?

maar

1. doch
2. sogar
3. aber
4. nur

De NL vertaling van
Absatz

De NL vertaling van
Zeile of Reihe

daher

1. toch
2. ook
3. echter
4. vandaar

weil

1. hoewel
2. daarbij
3. omdat
4. ook

auch

1. omdat
2. ook
3. want
4. toch

zum Beispiel

1. bijvoorbeeld
2. zodat
3. zelfs
4. pas echt

sogar

1. zodat
2. zelfs
3. pas echt
4. echter

nur

1. eigenlijk
2. hoewel
3. omdat
4. slechts, alleen (maar)

übrigens

1. in elk geval
2. overigens
3. pas echt
4. terwijl

jetzt

1. want
2. maar
3. ook
4. nu

obwohl

1. ook
2. overigens
3. hoewel
4. slechts

auch

1. ook
2. dus
3. slechts
4. zelfs