TaalCompleet A2 4.12

TaalCompleet A2 4.12
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

TaalCompleet A2 4.12

Slide 1 - Slide

Uitleg grammatica
Je kunt de woorden hij, het en ze gebruiken om te verwijzen naar iets of iemand.
De-woorden - Hij
Het-woorden - Het
Alle zelfstandig naamwoorden in meervoud - Ze 

Deze woorden staan in het begin van de zin.

Slide 2 - Slide

Uitleg grammatica
Je kan ook nog over dingen praten met de woorden hem, het en ze. 
Deze staan in de rest van de zin. 
De-woorden - hem 
Het-woorden - het
Meervoud - ze

Slide 3 - Slide

Voorbeelden
Mijn fiets is kapot. Hij staat in de schuur. Ik breng hem straks naar de fietsenmaker. 

Het ontbijt is klaar. Het is lekker. Olga zet het op tafel.

Slide 4 - Slide

Wat nu?
Opdracht 110 t/m 112 zelfstandig maken in je boek. 



timer
10:00

Slide 5 - Slide

113.2 - Ik heb het tafeltje gekocht.
Ik heb ... gekocht.

Slide 6 - Open question

113.3 - Ze heeft de armband betaald.
Zij heeft ... betaald

Slide 7 - Open question

113.4 - Wij hebben nieuwe kleren gepast.
Wij hebben ... gepast.

Slide 8 - Open question

113.5 - Hebben jullie de brief gekregen?
Hebben jullie ... gekregen?

Slide 9 - Open question

113.6 - Kun jij die handschoenen aan mij geven?
Kun jij ... aan mij geven?

Slide 10 - Open question

113.7 - Ozem bestelt het boek voor zijn vriend.
Ozem bestelt ... voor zijn vriend.

Slide 11 - Open question

114.1 - Waar zijn de bloemen?
Ik heb ... in een vaas op tafel gezet.

Slide 12 - Open question

114.2 - Wat vind je van het cadeau?
Ik vind ... heel leuk!

Slide 13 - Open question

114.3 - Wat vind je van de taart?
Ik vind ... heerlijk!

Slide 14 - Open question

114.4 - Vind je die schoenen mooi?
Ja, ik vind ... perfect!

Slide 15 - Open question

114.5 - Voor wie koop je het spelletje?
Ik koop ... voor mijn dochter.

Slide 16 - Open question

114.6 - Wie telt het geld?
Anna telt ...

Slide 17 - Open question

114.7 - Wil je die trui nog kopen?
Ik heb ... al gekocht.

Slide 18 - Open question

En nu?

Opdrachten van thema 4 op je laptop afmaken.
Morgen toets TaalCompleet thema 4. 

 

Slide 19 - Slide