WB 7 les 6

les 6
1 / 21
next
Slide 1: Slide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

les 6

Slide 1 - Slide

Start van de les
 les 6

Goedemorgen,

Lees alvast blz. 18 en 19
Maak de opdrachten

Slide 2 - Slide

Hoe werkt ons denken?
Gedachten spelen zich af in het bewustzijn en kunnen opkomen uit het onderbewustzijn. Door waarnemingen (van de zintuigen) bereikt informatie de hersenen, waar deze bewust of onbewust in het geheugen wordt opgeslagen. Het geheugen kan worden onderzocht, er kan iets uit het geheugen worden opgediept.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Oplossingsgericht denken




Een kenmerkende uitspraak van oplossingsgericht denken is: ‘Als iets werkt, doe er meer van. Werkt het niet, doe iets anders.’ 

Slide 5 - Slide

Probleem
Een probleem kan je zien als een (nog) niet uitgesproken wens tot verandering.

Slide 6 - Slide

Gevolg
Hoe meer problemen, 
hoe beter want hoe meer uitdagingen

Slide 7 - Slide

HOE bereik ik wat ik wil bereiken?

Een belangrijk woord bij oplossingsgericht denken is HOE. 

In plaats van te zeggen: “ik kan het niet”, vraag je je af: “hoe zou het wel kunnen lukken; wat heb ik ervoor nodig?” 

Slide 8 - Slide

Hoe zou het wel lukken?

Slide 9 - Mind map

wat heb ik nodig om mijn verandering te kunnen laten lukken?

Slide 10 - Open question

Rode gedachten
 
Rode gedachten zijn hier dus niet-helpende, negatieve gedachten over jezelf. Ze zorgen voor stress. Stress is hier niet alleen gespannen zijn, maar het omvat allerlei gevoelens zoals boosheid, angst, irritatie, verdriet, onzekerheid en zenuwachtig zijn.
 

Slide 11 - Slide

rode gedachten

Slide 12 - Mind map

Groene gedachten
Groene gedachten zijn positieve, helpende gedachten over jezelf. Ze zorgen voor ontspanning, maar ook voor blijdschap en trots.

Slide 13 - Slide

groene gedachten

Slide 14 - Mind map

Gedachten hebben grote invloed op hoe je je voelt.
Hoeveel gedachten heb je op 1 dag?
A
10.000 tot 20.000
B
20.000 tot 40.000
C
40.000 tot 60.000

Slide 15 - Quiz

Je bent niet je gedachte. Wat betekend dit?
A
Wat je denkt is niet altijd de waarheid.
B
Je hoeft niet te handelen naar je gedachten.
C
Je persoonlijkheid sluit niet aan bij je uiterlijk.
D
?

Slide 16 - Quiz

Wat is de betekenis van 'in gedachten'?
A
bedenken, het je voorstellen
B
hulpmiddel om iets te onthouden

Slide 17 - Quiz

Wat is je eerste reactie / gedachten?
A
"ow hellup... moet dit echt"
B
"yes eindelijk"
C
"ach we zien wel"
D
"Nou ja het is dat het moet..."

Slide 18 - Quiz

Je gedachte ergens over
A
Feit
B
Mening

Slide 19 - Quiz

werkboek
Ga aan de slag met je eigen werk!
Vergeet online huiswerk niet

Slide 20 - Slide

Schrijf op de memo wat jij geleerd hebt
  • Weet  je dat denken kan helpen om een gevoel te begrijpen.
  • Weet je waar gevoelens van schroom, gêne, schaamte en ongemak vandaan komen.
  • Weet je dat er veel verschillen zijn tussen mensen
  • Begrijp je  dat negatieve gedachten negatieve gevoelens oproepen en positieve gedachten       positieve gevoelens.
  • Weet je  dat je tegenover negatieve (rode) gedachten, positieve (groene) gedachten kunt             plaatsen en dat je dat kan helpen.
  • Heb je een ander geadviseerd





Slide 21 - Slide