quizz pasen/lente

1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologiePraktijkonderwijsLeerjaar 1,3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

1. in welke maanden valt de lente
A
januari/ februari/ maart
B
februari/maart/april
C
maart/april/mei
D
april/mei/juni

Slide 2 - Quiz

2. wat wordt er gevierd met pasen?
A
dat carnaval voorbij is
B
opstaan van jezus christus
C
dat het over 7 weken pinksteren is
D
het sterven van jezus christus

Slide 3 - Quiz

3. voordat het Pasen is, is er een tijd waarin katholieken toeleven naar dit feest.

hoelang duurt deze periode?
A
7 dagen
B
10 dagen
C
40 dagen
D
50 dagen

Slide 4 - Quiz

4. welke dag vieren wij 40 dagen na pasen?
A
Hemelvaart
B
Bevrijdingsdag
C
goede vrijdag
D
koningsdag

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

5. Welk instrument wordt er in het begin van het filmpje gespeeld
A
trompet
B
dwarsfluit
C
harmonika
D
accordeon

Slide 7 - Quiz

6. uit welk land komt de paus?
A
italie
B
nederland
C
spanje
D
amerika

Slide 8 - Quiz

7. welk evenement wordt er jaarlijks op witte donderdag gehouden?
A
Lowlands
B
Pinkpop
C
The Passion
D
rock werchter

Slide 9 - Quiz

8. waarom zijn er paasvuren?
A
oorspronkelijk om demonen te verjagen in de winter
B
omdat het vroeger kouder was dan nu
C
om de paaseieren te vernietigen
D
omdat de vreugde te vieren

Slide 10 - Quiz

9. pasen is een belangrijk feest voor?
A
Hindoestanen
B
Christenen
C
Moslims
D
joden

Slide 11 - Quiz

10. hoe wordt 2e paasdag genoemd?
A
paaszaterdag
B
paaszondag
C
paasmaandag
D
paasdinsdag

Slide 12 - Quiz

11. vieren wij Pasen ieder jaar op dezelfde dag
A
ja, het is altijd het eerste weekend van april
B
nee, dat hangt af van de stand van de maan
C
ja, dat is altijd op donderdag en vrijdag.
D
ja, dat staat zo vast op de kalenders.

Slide 13 - Quiz

12. hoe noemen wij de vrijdag voor Pasen?
A
paasvrijdag
B
goede vrijdag
C
slechte vrijdag
D
witte donderdag

Slide 14 - Quiz

13. in welke maand leggen alle vogels een ei?
A
maart
B
april
C
mei
D
juni

Slide 15 - Quiz

14. wat komt na de lente?
A
herfst
B
zomer
C
winter
D
voorjaar

Slide 16 - Quiz

15. wat voor soort bloemenvelden zijn in Nederland het bekendste?
A
tulpenvelden
B
rozenvelden
C
orchideeenhoeve
D
hyacintenhoeve

Slide 17 - Quiz

16. hoe heten de jongeren van een schaap?
A
lamprei
B
lammetjes
C
beren
D
kalfjes

Slide 18 - Quiz

17. vul het spreekwoord aan

maart roert zijn .....
A
paard
B
staart
C
zwaard
D
waard

Slide 19 - Quiz

18. de pastoor gaat voor en de dominee loopt met hem mee wat is de betekenis
A
altijd eerst de machtige mensen, dan de mindere mens
B
eerst de mindere mensen en dan de machtige mens
C
de dominee loopt voorop en de mindere mensen lopen erachter.
D
de dominee is de machtigste persoon dus mag altijd voorop.

Slide 20 - Quiz

21. aan de veren kent men de vogel wat is de betekenis? kunnen 2 antwoorden zijn.
A
kun je zien met wat voor iemand je te maken hebt
B
b je kan aan iemand zien hoe diegene eruit ziet.
C
c kleren maken de man
D
d kleren zeggen iets over iemand is als persoon.

Slide 21 - Quiz

20. zou dit dan het einde zijn???
A
ja
B
nee
C
misschien
D
zeker weten

Slide 22 - Quiz

wat vonden jullie ervan?
leuk
niet leuk

Slide 23 - Poll