2TH Bijwoordelijke bepaling

BIJWOORDELIJKE  BEPALING
Redekundig ontleden
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BIJWOORDELIJKE  BEPALING
Redekundig ontleden

Slide 1 - Slide

Zinsdelen

Slide 2 - Mind map

Benoem alle zinsdelen in de volgende zin:

Bert heeft gisteren aan Jenny een koekje gegeven.

Slide 3 - Open question

ZINSDELEN
1. PERSOONSVORM

Bert heeft gisteren aan Jenny een koekje gegeven.

Slide 4 - Slide

ZINSDELEN
1. PERSOONSVORM
2. ONDERWERP

Bert heeft gisteren aan Jenny een koekje gegeven.

Slide 5 - Slide

ZINSDELEN
1. PERSOONSVORM
2. ONDERWERP
3. WERKWOORDELIJK GEZEGDE

Bert heeft gisteren aan Jenny een koekje gegeven.

Slide 6 - Slide

ZINSDELEN
1. PERSOONSVORM
2. ONDERWERP
3. WERKWOORDELIJK GEZEGDE
4. LIJDEND VOORWERP

Bert heeft gisteren aan Jenny een koekje gegeven.

Slide 7 - Slide

ZINSDELEN
1. PERSOONSVORM
2. ONDERWERP
3. WERKWOORDELIJK GEZEGDE
4. LIJDEND VOORWERP
5. MEEWERKEND VOORWERP

Bert heeft gisteren aan Jenny een koekje gegeven.

Slide 8 - Slide

ZINSDELEN
1. PERSOONSVORM
2. ONDERWERP
3. WERKWOORDELIJK GEZEGDE
4. LIJDEND VOORWERP
5. MEEWERKEND VOORWERP
6. BIJWOORDELIJKE BEPALING

Bert heeft gisteren aan Jenny een koekje gegeven.

Slide 9 - Slide

BIJWOORDELIJKE  BEPALING
'Prullenbakzinsdeel'

  • Blijft over als je alles hebt ontleed.
  • Geeft extra informatie:
Waar? Wanneer? Hoe? Waarom? 
+ 'niet'.

Slide 10 - Slide

BIJWOORDELIJKE BEPALING
  • Om 8 uur ga ik sporten in de sportschool omdat ik dat leuk vind.

  • Om 8 uur | ga | ik | sporten | in de sportschool | omdat ik dat leuk vind.

  • Om 8 uur | ga | ik | sporten | in de sportschool | omdat ik dat leuk vind.

Slide 11 - Slide

LET OP!
Vraagwoorden zijn ook bijwoordelijke bepalingen!!

Ik ben geboren in Tegelen.
Waar ben je geboren?

Slide 12 - Slide

Opdracht:

Maak een zin met twee bijwoordelijke bepalingen.

Slide 13 - Open question

Opdracht:

Maak een zin met vier bijwoordelijke bepalingen.

Slide 14 - Open question

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in deze zin?

Ik ga vanavond lezen.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quiz

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in deze zin?

Gisteren heb ik om twee uur een broodje gegeten.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quiz

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in deze zin?

Hij wordt overmorgen directeur van dat grote bedrijf.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quiz

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in deze zin?

In de ochtend lopen de jongens en meisjes van het Valuascollege langs de fietsenstalling met een grote schooltas.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 18 - Quiz

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in deze zin?

Hij heeft zijn huiswerk vandaag niet gemaakt.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 19 - Quiz

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in deze zin?

Hoeveel bijwoordelijke bepalingen zitten er in deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quiz

HUISWERK
- Opdracht 1 tot en met 12 van §5.3 uit Ta!ent.
- Je maakt de opdrachten zelfstandig (geen overleg) en krijgt hiervoor 20 minuten de tijd.
- Muziek luisteren met oordopjes in, mag!
- Heb je een vraag? Steek je hand op, dan kom ik je helpen! :)
- Ben je klaar? Ga verder met lezen uit het leesboek.

timer
20:00

Slide 21 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 22 - Open question