methodiek bijeenkomst 5

Evalueren 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Evalueren 

Slide 1 - Slide

Evalueren
 is het bekijken en waarderen van het resultaat aan de hand van de doelen. Een evaluatie kan gaan over de leerprestatie ontwikkeling, de pedagogisch medewerker of het Kindercentrum. 

Slide 2 - Slide

Evalueren gebeurt in een vaste cyclus
  • Informatie verzamelen, registeren, evalueren en dan vervolgstappen bepalen. 
  • Evaluaties kunnen gaan over de resultaten, maar ook over het proces. 
  • Er zijn verschillende redenen waarom evalueren noodzakelijk is:
  1. Om overzicht te kunnen houden.
  2.  Om anderen goed te kunnen informeren.
  3. Om goed voorbereid het gesprek in te gaan met ouders, de leiding en de inspectie.
.

Slide 3 - Slide

Er zijn twee soorten evaluaties
• Formatieve evaluatie is het evalueren tijdens het proces;
• summatieve evaluatie gebeurt achteraf aan de hand van de resultaten.

Bij het evalueren kan gelet worden op de groep of op het individu.

Slide 4 - Slide

Procesevaluatie
  • Met een procesevaluatie ga je na of de aanpak op de juiste wijze en naar tevredenheid is uitgevoerd. 
  • Je komt te weten wat goed ging bij de uitvoering, maar ook wat tegenviel of niet gelukt is. 
  • Daarnaast krijg je inzicht in waarom bepaalde activiteiten achterblijven bij de verwachtingen. 
  • Om voldoende gegevens over het proces te verzamelen, is het van belang dat de procesevaluatie al tijdens de uitvoeringsfase van start gaat.

• Het procesverloop.
• De samenwerking met andere partijen.
• De planning.
• De kosten.
• De succes- en faalfactoren.
• De voorwaarden voor een vervolg.

Slide 5 - Slide

Een procesevaluatie geeft inzicht in:
• Het procesverloop.
• De samenwerking met andere partijen.
• De planning.
• De kosten.
• De succes- en faalfactoren.
• De voorwaarden voor een vervolg.

Slide 6 - Slide

Product evaluatie
Met een product evaluatie onderzoek je de vraag of met de aanpak de doelstellingen zijn bereikt én deze tot meetbare resultaten heeft geleid. 

Slide 7 - Slide

Wat levert evalueren op?
  1. Inzicht in resultaten. 
  2. Inzicht in effecten en de context ervan
  3. Inzicht in het proces, wat gaat goed en wat kan beter.
  4. Communiceren over de voortgang, 
  5. Resultaten en effecten naar management, medewerkers, ouders en eventuele externe partners.

Slide 8 - Slide

Hoe registreer je evaluatiegegevens volgens de richtlijnen van de organisatie ?

Slide 9 - Mind map

Noem een methode
om te evalueren

Slide 10 - Mind map

Opdracht
Het STARR model is een evaluatie methode om te evalueren op je eigen werkzaamheden.
Leg uit: waar staan de letters STARR voor?

Slide 11 - Slide

Antwoord opdracht

Slide 12 - Slide

Reflecteren

Slide 13 - Slide

Wat betekent reflecteren
volgens jou?

Slide 14 - Mind map

Reflecteren is hetzelfde als evalueren
Eens
Oneens
Ik weet het niet

Slide 15 - Poll

Hoe komt reflecteren in de werkprocessen terug?
  • B1-K1-W7: Evalueert haar eigen werkzaamheden
  • Ze reflecteert regelmatig op haar beroepsmatig handelen, zodat zij blijft leren van haar werkzaamheden en haar handelingsrepertoire optimaliseert.
  • Ze verzamelt relevante gegevens over uitgevoerde werkzaamheden: ze observeert reacties van kinderen bij de uitvoering van activiteiten, vraagt feedback van collega’s en andere betrokkenen en reflecteert op haar werkwijze.

  • B1-K2-W1: Werkt aan de eigen professionele ontwikkeling
  • Ze reflecteert op haar eigen functioneren, vraagt om feedback over haar eigen functioneren en geeft feedback aan anderen.

Slide 16 - Slide

Benoem verschillende methodes om te reflecteren

Slide 17 - Open question

Reflectiemodel van Korthagen
Voorbeeld
Je ervaart een betekenisvolle situatie.
Je blikt hierop terug; de reflectie.
Je begrijpt de meest belangrijke kenmerken van de ervaring.
Je bedenkt wat anders zou kunnen in het vervolg; alternatieven.
Je probeert deze alternatieven uit in de praktijk.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Reflectiemodel van Korthagen
  1. Handelen en ervaring: Wat wil ik bereiken? Waar wil ik op letten? Wat zal ik uitproberen?
  2. Terugblikken: Wat is er gebeurd?
  3. Bewustwording van essentiële aspecten: Wat vond ik in fase 1 en 2 belangrijk?
  4. Alternatieven ontwikkelen en daaruit kiezen: Tot welke voornemens en leerwensen leidt dat?
  5. Uitproberen: Deze fase is de start voor een nieuwe reflectiecyclus

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Reflectiemodel: ui-model

Slide 22 - Slide

Het ui-model
Onderzoek heeft laten zien dat fase 3 cruciaal is voor betekenisgerichte reflectie. Om verdieping in betekenisgerichte reflectie te bevorderen, is het ui-model ontwikkeld.

In het ui-model worden verschillende reflectieniveaus (‘lagen’) onderscheiden:
1. Omgeving - 2. Gedrag - 3. Vaardigheden - 4. Overtuigingen - 5. Identiteit
6. Betrokkenheid (of persoonlijke missie) - 7. De kern, met kernkwaliteiten

Als al deze niveaus met elkaar sporen, is er sprake van effectief functioneren. Als er fricties tussen de niveaus zijn, ervaart de persoon een probleem

Slide 23 - Slide

Wat wordt er bedoelt met methodisch reflecteren ?

Slide 24 - Open question