Spelling

1 / 10
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Spelling abc
We gaan oefenen met woorden schrijven die eindigen op een a, o of u.
Wat was de regel ook alweer?
Je hoort aa, oo of uu ➡️ maar je schrijft a, o of u.
Bv het woordje pinda 🥜
Je hoort een aa, maar schrijft een a! 

Slide 2 - Slide

Dus nog een keer…..

Als je aan het eind van een woord aa, oo of  uu hoort, dan schrijf je a , o of u.
Behalve bij de ee, die blijft altijd met zijn twee😜

Slide 3 - Slide

We zijn er ……
A
Bijna
B
Beina
C
Bijnaa
D
Beinaa

Slide 4 - Quiz

Een ander woord voor limonade…..
A
Ranjaa
B
Raanjaa
C
Rania
D
Ranja

Slide 5 - Quiz

Mijn lievelingseten is…..
A
Pastaa
B
Passta
C
Pasta
D
Paasta

Slide 6 - Quiz

Bij de volgende woorden hoor je ook een aa aan het eind van een klankgroep.
Dan kun je de volgende regel toepassen:
Welke letter zoek je ?  👀
De letter op het hoekje! 
Klinkt de klinker lang, dan zet ik er een op de gang!

Slide 7 - Slide

Tomas kan prachtig 🎹 spelen!

A
Pianoo
B
Piano
C
Piaanoo
D
Piaono

Slide 8 - Quiz

Het gaat 🌧, waar is mijn 🌂?

A
Paaraapluu
B
Paraplu
C
Paraaplu
D
Parapluu

Slide 9 - Quiz

Spelling
Maak flitsles 1.
Kijk goed en werk zorgvuldig! 
Heel veel succes! 
🤙🤙🤙

Slide 10 - Slide