This lesson contains 14 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Schrijven van een artikel
Slide 1 - Slide
Je leert hoe je een artikel schrijft:
een artikel schrijven met behulp van een schrijfplan en daarbij informatie uit verschillende bronnen samenvoegen;
een artikel schrijven met een begin, middenstuk en slot;
alinea's maken en inhoudelijke verbanden duidelijk aangeven.
In je boek op blz. 60 t/m 65
Slide 2 - Slide
In het examen Nederlands moeten examenleerlingen vaak een artikel schrijven
Slide 3 - Slide
artikel
Slide 4 - Mind map
Artikel in het kort
Inleiding: hier introduceer je het onderwerp en schrijf je waarom je dit stuk schrijft (aanleiding)
Middenstuk: schrijf over elk deelonderwerp één alinea. Gebruik signaalwoorden.
Slot: hier geef je een conclusie of korte samenvatting.
Slide 5 - Slide
Maak eerst een schrijfplan
Hierna zie je eerst een voorbeelduitwerking. Deze staat ook in je boek op blz. 251
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Maak een woordveld met zoveel mogelijk woorden over jouw onderwerp
Slide 8 - Slide
1
Noteer kort het onderwerp, het doel en het publiek van je tekst.
Tekstdoelen zijn bijvoorbeeld: informeren, instructie geven, overtuigen en overhalen.
Noteer bij publiek: jongeren of volwassenen en bedenk welke toon daarbij hoort: formeel of informeel.
Slide 9 - Slide
2
Bedenk hoe je het onderwerp van je tekst wilt inleiden, bijvoorbeeld door:
het noemen van de aanleiding (waarom je het artikel schrijft);
het geven van één of meer voorbeelden van het onderwerp;
te beginnen met een leuk, kort verhaaltje over het onderwerp.
Noteer die inleiding in steekwoorden in het schrijfplan.
Slide 10 - Slide
3
In het middenstuk noteer je voor elk deelonderwerp één alinea.
Noteer in je schrijfplan voor elk deelonderwerp in steekwoorden wat je wilt vertellen.
Schrijf de belangrijkste informatie over je deelonderwerp in de eerste zin van elke alinea. Ga op dezelfde regel verder en geef in de rest van de alinea uitleg of voorbeelden over het deelonderwerp.
Gebruik in elke eerste zin een signaalwoord als: zoals, ook, bovendien, daarnaast, enz. Die maken de tekst duidelijker.
Slide 11 - Slide
4
Bedenk wat je in het slot wilt doen:
de deelonderwerpen samenvatten
een toekomstverwachting geven
een conclusie trekken
een advies geven
Noteer de woorden die je hiervoor wilt gebruiken in je schrijfplan.
Slide 12 - Slide
5
Geef je artikel een pakkende titel
Controleer op taal- en spelfouten, hoofdletters, leestekens, enz.
Lesson duration is: 120 min
