H8 Pww4 toets

H8 Pww4 toets
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H8 Pww4 toets

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Is er sprake van import of export? Schrijf van iedere nummer het antwoord:

1. een Nederlandse ondernemer bestelt auto-onderdelen in Duitsland
2.Een Franse wijnboer verkoopt rode wijn aan een Brits bedrijf
3. Een Italiaanse tomatenkweker bestelt zaden in Egypte.
4. Een Deense speelgoedfabrikant verkoopt zijn waar over de hele wereld

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Een land heeft een nationaal inkomen van € 275 miljard. De uitvoerwaarde is
€ 47 miljard en de invoerwaarde bedraagt € 41 miljard.
1. Dit land heeft een ........................................... op de betalingsbalans.
2. Dit land heeft een ................................................. economie
Vul de juiste antwoorden in

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Geef van onderstaande uitspraken aan of ze juist of onjuist zijn

1.Alle landen in Europa maken deel uit van de interne markt van de EU.
2. Het belangrijkste doel van de Europese Unie is economische samenwerking.
3.Je mag als Nederlander gaan wonen en werken in een ander EU-land.
4. Na betaling van invoerrechten kun je binnen de Europese Unie vrij exporteren.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Bereken de importquote NL
uit de invoerwaarde in %
van het nationaal inkomen.

Nederland
China
nationale inkomen
€765 miljard
€17.000 miljard
import
€442 miljard
€1.850 miljard
export
€540 miljard
€2.212 miljard
A
€ 442 miljard : € 765 miljard x 100 = 57,8%
B
€ 765 miljard : € 442 miljard x 100 = 173%

Slide 5 - Quiz

Importquote (invoerquote):
Nederland: € 442 miljard : € 765 miljard x 100 = 57,8%
China: € 1.850 miljard : € 17.000 miljard x 100 = 10,9%
- Exportquote (uitvoerquote):
Nederland: € 540 miljard : € 765 miljard x 100 = 70,6%
China: € 2.212 miljard : € 17.000 miljard x 100 = 13%
- Nederland heeft de meest open economie.

Een gesloten economie heeft ...
A
Een hoge import- en exportquote
B
Een lage import- en exportquote
C
Een lage importquote en hoge exportquote
D
Een hoge importquote en lage exportquote

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


Invoerwaarde
Uitvoerwaarde
Nationaal inkomen
€ 68 miljard
€ 77 miljard
€ 140 miljard
Bereken de exportquote
A
88,3%
B
55,0%
C
48,6%
D
36,2%

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Invoerwaarde
Uitvoerwaarde
Invoer
Uitvoer
Het bedrag dat een land in totaal betaalt voor de import
Het bedrag dat een land in totaal verdient aan de export
Een ander woord voor import
Een ander woord voor export

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Wat is een 'open economie'?
A
Een land dat een groot deel van het nationaal inkomen verdient met export en een groot deel ervan besteedt aan import.
B
Een land dat een groot deel van het nationaal inkomen verdient met import en een groot deel ervan besteedt aan export.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Een land importeert meer dan het exporteert. Er is dan sprake van een
A
overschot op de betalingsbalans
B
tekort op de betalingsbalans

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Europese Unie
Export
Import
Gesloten economie
Betalingsbalans
Een belasting op geimporteerde goederen en diensten. Ook wel importhefftig of douanerachten genoemd.
Economie van een land waar de invoer en uitvoer klein zijn in verhouding tot de productie.
Invoer. Het kopen van goederen en diensten uit het buitenland.
Invoerrechten
Een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en van het buitenland.
Groep Europese landen die vooral op economisch gebied samen werken
UItvoer. Het verkopen van goederen of diensten aan het buitenland.

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de juiste volgorde?
1. slechtere internationale concurrentiepositie
2. hogere bedrijfskosten
3. hogere verkoopprijzen

Hogere lonen --> ... --> ... -->...--> minder export Nederlandse bedrijven
A
1-2-3
B
3-1-2
C
2-3-1
D
3-2-1

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoe gaan de stromingen bij import en export?
import
export
geld van Nederland naar het buitenland
geld naar Nederland vanuit het buitenland

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Protectiemaatregelen
Importbeperkende maatregelen
Exportbevorderende maatregelen
Invoerverbod
Contigentering
Importheffingen
Exportsubsidie

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Maatregelen om de productie en werkgelegenheid bij bedrijven in het eigen land te beschermen tegen concurrentie uit andere landen.
De toenemende vrije wereldhandel als gevolg van het openstellen van grenzen en nieuwe vormen van communicatie en transport.
De overheid geeft subsidie aan exporterende bedrijven, waardoor die hun producten goedkoper aan het buitenland kunnen verkopen.
Importheffingen, douanerechten. Belasting op ingevoerde producten.
Exportsubsidie
Invoerrechten
Protectiemaatregelen
Globalisering

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Internationale concurrentiepositie is:
A
goedkoper produceren dan andere landen
B
Sneller te kunnen produceren.
C
Beter en goedkoper te kunnen produceren dan andere landen
D
een slechte zaak

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Als de lonen in een land stijgen, ________________________de internationale concurrentiepositie.
Hierdoor zal een land ______________________ gaan exporteren.
verbetert
verslechtert
meer
minder

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Koppel de juist maatregelen aan de uitleg
Invoerrechten
Importquota
Exportsubsidie
Belasting op ingevoerde producten
Contingentering
Subsidie voor exporterende bedrijven
Maximum aantal
Importheffing

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

1. Vrij verkeer van goederen en diensten
2. Vrij verkeer van personen
3. Vrij verkeer van kapitaal


A
de Europese Monetaire Unie
B
de interne markt van de EU
C
de betalingsbalans van de EU
D
de Europese Centrale Bank

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Het nationaal inkomen van Nederland is 818 miljard. De invoerwaarde is € 312 miljard en de uitvoerwaarde is € 543 miljard. Bereken het importpercentage.
A
38,14%
B
39,14%
C
20,14%
D
21,14%

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Structurele hulp
Noodhulp
Korte termijn
Lange termijn
Medicijnen, tenten
Voedsel
Goed onderwijs
Moderne machines

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Maak de vicieuze cirkel kloppend. Sleep de teksten op de juiste plek in de cirkel.
geen geld om te investeren
lage productie
armoede
lage opbrengst
eenvoudige productie-methodes

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Zimbabwe heeft een nationaal inkomen van $641.000.000 en 16.200.000 inwoners. Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking
A
$37,92
B
$43.693,43
C
$39,57
D
$52.001,33

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Vrij verkeer van goederen en diensten
Vrij verkeer van personen
Vrij verkeer van kapitaal
Je gaat in België op vakantie
Je gaat in Duitsland werken
Je spaart je geld bij een bank in Spanje
Je importeert wijn uit Frankrijk

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Protectiemaatregelen
Importbeperkende maatregelen
Exportbevorderende maatregelen
Invoerverbod
Contigentering
Importheffingen
Exportsubsidie

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Bereken voor Malawai het inkomen per hoofd van de bevolking.

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

NL verkoopt 108.000 kilo kaas aan Italië. Verkoopprijs van 1 kilo is €2,95. Wat is de uitvoerwaarde?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Een land heeft een nationaal inkomen van € 530 miljard.
De totale invoerwaarde is € 420 miljard.
Bereken de importquote. Rond je antwoord af op één decimaal.

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

De totale uitvoerwaarde is in België € 354 miljard. Het nationaal inkomen is
€ 473 miljard.
Bereken de exportquote van België. Rond je antwoord af op één decimaal.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Het bbp van Slowakije is € 93 miljard. De staatsschuld is € 51 miljard.
Bereken de Slowaakse staatsschuld als percentage van het bbp. Rond je antwoord af op één decimaal.

Slide 30 - Open question

This item has no instructions