Par. 6.3 Kunst en wetenschap 2022

par. 6.2 OPDRACHT 5
a De koning, de vorst wordt beschreven als de man van wie alle bevelen uitgaan. Bossuet vindt dat de koning almachtig is en dat dat zo hoort. Bovendien vergelijkt hij de koning met God, die alles heeft geschapen en alle macht heeft. Bossuet vindt dat de koning de eerste plaatsvervanger van God op aarde is en van God alle macht heeft gekregen.



1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

par. 6.2 OPDRACHT 5
a De koning, de vorst wordt beschreven als de man van wie alle bevelen uitgaan. Bossuet vindt dat de koning almachtig is en dat dat zo hoort. Bovendien vergelijkt hij de koning met God, die alles heeft geschapen en alle macht heeft. Bossuet vindt dat de koning de eerste plaatsvervanger van God op aarde is en van God alle macht heeft gekregen.



Slide 1 - Slide

par. 6.2 OPDRACHT 5
b Het droit divin is de theorie dat de koning alle macht direct van God heeft gekregen. Dat geeft hem de hoogste macht en niemand mag zich daartegen verzetten. Alle gelovigen zullen zich eraan houden en dat versterkt de macht van de koning.

c De koning had het recht te bepalen hoe de mensen moesten geloven en dat deed hij dan ook.


Slide 2 - Slide

opdr. 8
Voorbeelden van goede uitwerkingen:
a + b Bestuur Republiek: Staten-Generaal, Gewestelijke Staten, stadhouder, raadspensionaris (leerdoel 1, 4).
 In het bestuur van de Republiek had de raadspensionaris veel macht in de Staten-Generaal, waarin afgevaardigden van de Gewestelijke Staten samen kwamen. De stadhouder was legerbevelhebber en moest bevelen van de Staten-Generaal uitvoeren.

 Bestuur Republiek: particularisme, Johan de Wit, Willem III, staatsgezinden (leerdoel 1, 2, 4).
 Raadspensionaris Johan de Wit streefde naar meer macht voor de staatsgezinden en liet daarmee het particularisme overheersen, maar Willem III herstelde de stadhouderlijke macht in de Republiek.
 



Slide 3 - Slide

opdr. 8
Voorbeelden van goede uitwerkingen:

 Geloof: orthodoxen, gematigden, Maurits, Oldenbarnevelt (leerdoel 1, 2).
 In het Twaalfjarig Bestand stonden twee richtingen binnen de protestantse kerk tegenover elkaar: de gematigden met raadspensionaris Oldenbarnevelt als politiek leider en de orthodoxen met stadhouder Maurits aan hun zijde.
 



Slide 4 - Slide

opdr. 8
Voorbeelden van goede uitwerkingen:

 Bestuur Republiek: 1672, Keulen, Engeland, Münster (leerdoel 3).
 Tijdens het Rampjaar, 1672, werd de Republiek aangevallen door Frankrijk, Engeland, Münster en Keulen.

 Bestuur Frankrijk: absolutisme, Colbert, koning, droit divin (leerdoel 3, 4).
 In het bestuur van Frankrijk gold het absolutisme als hoofdregel met bijzonder veel macht voor de koning. Dit was gebaseerd op het droit divin (het recht om te besturen wordt door God aan de koning gegeven). Colbert zorgde voor verbetering van de economie en meer inkomsten voor de koning.




Slide 5 - Slide

opdr. 8
Voorbeelden van goede uitwerkingen:

 Bestuur Frankrijk: absolutisme, Colbert, koning, droit divin (leerdoel 3, 4).
 In het bestuur van Frankrijk gold het absolutisme als hoofdregel met bijzonder veel macht voor de koning. Dit was gebaseerd op het droit divin (het recht om te besturen wordt door God aan de koning gegeven). Colbert zorgde voor verbetering van de economie en meer inkomsten voor de koning.

 Geloof Frankrijk: katholiek, Edict van Nantes, Lodewijk XIV, hugenoten (leerdoel 3, 4).
 In Frankrijk schafte de streng katholieke koning Lodewijk XIV het Edict van Nantes af, waardoor de hugenoten hun recht op gewetensvrijheid verloren.



Slide 6 - Slide

Part. 6.3 
Kunst en wetenschap

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Kenmerkende aspecten bij deze paragraaf
-De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek.
==> denk aan de " burgerlijke" schilderkunst

-De wetenschappelijke revolutie.
==> denk aan de vele uitvindingen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

geograaf
symbool voor de twee k.a.:
1. voor wetenschappelijk onderzoek
2. voor politieke en culturele bloei Republiek

Rijke burgers geven opdracht aan uitvinders/onderzoekers en schilders.
In andere landen zijn de opdrachtgevers vorsten en edelen.

Slide 11 - Slide

 Johannes Vermeer
: Delft, 1632-1675, rijke burgerij

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

renaissance 
(1450 -1600)
-wetenschappers in isolement

-denken beïnvloed door geloof en oudheid
-rol overheid: niet geïnteresseerd, geen belang
- vooral bezig met natuurwetenschap
wetenschappelijke revolutie (1600-1700)
-wetenschappers werken samen
-denken beïnvloed door  onderzoek en experiment
-overheid heeft wel belangstelling voor wetenschap, stimuleert (bijv. Lodewijk XIV)
- hoe zit wereld (heelal, mens en natuur) in elkaar??

Slide 14 - Slide

wetenschappelijke revolutie??
Waarom Revolutie ??  Omdat er zo veel nieuwe kennis vergaard dat de kijk op de wereld grondig wordt veranderd.
hierdoor blijvende veranderingen plaatsvinden

Waarom wetenschappelijk??
Omdat er systematisch onderzoek gedaan wordt:  na nauwkeurig  observeren, meten en experimenteren worden er conclusies getrokken.
Voor het onderzoek moet wel de apparatuur bedacht worden!!
(bijv.microscoop)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Link

Slide 18 - Video

Rol van de koning
- vorsten stimuleerden kunst en wetenschap
- zij richtten Académies op waar wetenschappers bij elkaar kwamen om te discussiëren en te onderzoeken (in Frankrijk en Engeland).
-daarnaast zijn het grote opdrachtgevers voor architecten (Versailles), schilders, zelfs stedenbouwkundigen...
- natuurlijk alles in het belang van de vorst!!!

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

de salons.......in de 18e eeuw  stimuleerden vorsten wetenschappers, natuurlijk in eigen belang!!

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video