2e les - V2A/B/C - 26 de agosto de 2020

VWO 2 - español
Miércoles, 26 de agosto de 2020
La segunda clase
1 / 15
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

VWO 2 - español
Miércoles, 26 de agosto de 2020
La segunda clase

Slide 1 - Slide

En la clase de hoy:
La clase anterior
La frase de la clase
La pronunciación
Deletrear
Evaluamos
Los deberes

Slide 2 - Slide

La clase anterior
¿Qué necesitas (=nodig hebben) para Español?
¿Cuántas personas hablan (praten) español en el mundo?
Un festival en España se llama ....
¿Cómo se dice 'hoe gaat het' en español?

Slide 3 - Slide

Los deberes: het werkwoord 'ser' -
Wat betekent het en hoe vervoeg je het?
timer
1:00

Slide 4 - Open question

La frase de la clase:
En el cuaderno de apuntes --> tener dos páginas en blanco

'Quita la mascarilla, por favor' --> doe je mondkapje af, aub


Slide 5 - Slide

¡Ya conoces mucho español!
En dúos
Schrijf zoveel mogelijk Spaanse woorden die jij al kent, in je schriftje -  Dat je het misschien een beetje verkeerd spelt, maakt niet uit.
Je krijgt 3 minuten!
Succes!

Slide 6 - Slide

timer
1:00
¡Ya conoces mucho español!
Kies 3 woorden waar jij denkt dat een Spaanse uitspraakregel bij hoort



Slide 7 - Mind map

La pronunciación
Con tu cuaderno:
Apunta las reglas y los ejemplos

Slide 8 - Slide

Pronunciación
v = b --  Valencia
ll = jl  -- amarillo
j = g  -- Juan
ñ = nj  -- España
h = ..   spreek je niet uit! --hola
u = oe  --Cuba 
ch = tsj  -- Chile

Slide 9 - Slide

Pronunciación
z = De z wordt uitgesproken als de ‘th’ in het Engelse THING --plaza
G = De g wordt voor e en i uitgesproken als ch in lachen
-- la gente
G = De g wordt voor a, o ,u uitgesproken als een g in goal  -- gustar
R = wordt rollend uitgesproken  (als een dubbele R) aan het begin van een woord.
C = de c wordt voor de a, o, u uitgesproken als een K -- casa
C=  de c wordt uitgesproken als de 'th' in het Engelse THING -- cerveza




Slide 10 - Slide

UITSPRAAKREGELS IN HET SPAANS 
     Paella                         Guerra              Vengaboys             Adiós  Costa         Gracias     Cuba       Marbella      Holanda    España         Zaragoza  Cerveza           Barcelona     Cha cha cha   Argentina    Chiquita     Hasta la vista     Qué tal       Piña  Colada      Guapo            Hola          Guitarra               Vamos a la playa          
Don Juan        Gibraltar 

Slide 11 - Slide

Spellen…/Deletrear
1.Estudia página cinco (5) del reader
2. Marca (markeer) las letras que te parecen difíciles.
3. Busca como deletreas tu nombre (=naam) y apellido (=achternaam) y apúntalo en tu cuaderno

Frase útiles de la clase:
Hoe schrijf je…? --> ¿Cómo se escribe…? Je schrijft het… --> Se escribe….
Hoe spel je…? --> ¿Cómo se deletrea? Je spelt het --> Se deletrea…

Slide 12 - Slide

Los deberes para la próxima clase
Herhalen het werkwoord 'SER'
De uitspraakregels (aantekeningen)
Spellen (aantekeningen)
De klassenzinnen van vandaag

Slide 13 - Slide

¿Hay preguntas? (Zijn er vragen?)
Welke woorden ga jij onthouden?

Slide 14 - Slide

Hola
Buenos días
Buenas tardes
¿Qué tal? 
bien / mal / regular
Yo soy...
Me llamo...
¡Adiós!
¡Hasta luego!
Hallo
Goedemorgen
Goedemiddag
Hoe gaat het?
goed/slecht/redelijk
Ik ben ...
Ik heet...
Dag!
Tot ziens!

Slide 15 - Slide