What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
3.4 E Woordformules
Hoofdstuk 3 Assenstelsel
3.4 E Woordformules
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Wiskunde
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoofdstuk 3 Assenstelsel
3.4 E Woordformules
Slide 1 - Slide
Vandaag
Exit card.
Huiswerk bespreken.
3.4 E Woordformules.
Aan de slag!
Slide 2 - Slide
Exit card
Maak de opgave in stilte en voor jezelf.
timer
7:00
Slide 3 - Slide
Huiswerk bespreken
Opgave 35.
Meer vragen?
Slide 4 - Slide
Terugblikken grafiek tekenen
De
bovenste
rij is de
horizontale
as.
De
onderste
rij is de
verticale
as.
Zet de getallen uit de tabel in de grafiek.
Teken een vloeiende lijn door de punten.
Slide 5 - Slide
Leerdoel
Je kunt
rekenen met woordformules
.
Slide 6 - Slide
Woordformules
a. Wat krijgt zij als vast bedrag?
€ 10,-
b. Hoeveel krijgt ze per rondje?
€ 4,-
c. Hoeveel voor 5 rondjes?
5 x € 4,- + € 10,- = € 30,-
€ 10,00
a
b
c
Slide 7 - Slide
Aantal rondjes
0
1
2
3
4
5
bedrag in €
10
14
18
22
26
30
+1
+1
+1
+1
+1
Welke regelmaat zie je bij het bedrag?
Er komt elke keer 4 bij.
Slide 8 - Slide
Aantal rondjes
0
1
2
3
4
5
bedrag in €
10
14
18
22
26
30
bedrag = 10 + 4 x aantal rondjes.
bedrag = 4 + 10 x aantal rondjes.
Sleep dit vakje naar de juiste som!
Slide 9 - Drag question
Woordformule
bedrag = 10 + 4 ∙ aantal rondjes
is een woordformule.
Een woordformule is een som met meer dan 1 uitkomst.
Je stopt er elke keer een andere waarde in. Hier: aantal rondjes.
Er zit regelmaat in de uitkomsten.
Slide 10 - Slide
Sara bestelt kaarten. De woordformule die hierbij hoort is:
kosten in € = 4 + 0,50 ∙ aantal kaarten
Welk bedrag is het vaste bedrag?
A
4
B
0,50
Slide 11 - Quiz
kosten in € = 4 + 0,50 ∙ aantal kaarten
Wat is het bedrag per kaart?
A
0,50
B
4
Slide 12 - Quiz
kosten in € = 4 + 0,50 ∙ aantal kaarten
Hoeveel kosten 10 kaarten?
A
40,50
B
45,-
C
9,50
D
9,-
Slide 13 - Quiz
kosten in € = 4 + 0,50 ∙ aantal kaarten
Hoeveel kosten 10 kaarten?
4
+
0
,
5
0
⋅
1
0
=
4
+
5
=
9
Slide 14 - Slide
Aan de slag!
Leren:
Theorie 3.4 op blz. 167
Maken:
op
g
. 37, 38, 39, 40, 41 op blz. 169
Klaar? Kijk je werk na.
Dit is huiswerk voor vrijdag 28 november.
timer
5:00
Slide 15 - Slide
Weektaak:
din: toets
woe: 3.3 D opg. 32 t/m 35
vrij: 3.4 E opg. 37 t/m 41
Slide 16 - Slide
Welke stap wordt vaak vergeten bij het tekenen van een grafiek in een assenstelsel?
A
Het tekenen van een assenstelsel
B
Het tekenen van de lijn door de punten
C
Het zetten van namen bij de assen
Slide 17 - Quiz
Wat wordt er bedoelt met gelijke stapgrootte?
A
Gelijke stapgrootte is het aantal hokjes dat je gebruikt voor je assenstelsel
B
Gelijke stapgrootte betekend dat de getallen langs de assen telkens met dezelfde hoeveelheid groter worden, dus bijvoorbeeld +2
C
Gelijke stapgrootte betekend dat langs de assen er altijd stapjes van 1 worden gemaakt.
Slide 18 - Quiz
More lessons like this
3.4 Wat doen banken nog meer?
January 2022
-
41 slides
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
3.4 Banken doen meer
January 2022
-
40 slides
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Formules
April 2018
-
18 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 1
Examentraining KB
April 2017
-
27 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Examentraining
Woordformules en letterformules
April 2018
-
13 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 1
Leerjaar 3 hst 3 les 4
January 2020
-
9 slides
Economie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
A7 - Studiefinanciering aanvragen
December 2024
-
26 slides
Burgerschapsonderwijs
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
The Underground 2
February 2019
-
20 slides
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-6
Dé Schoolreisgids