H3 Werkwoordspelling deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Werkwoordspelling

Spullen blijven in je tas!

Spelregels

1. Groepjes van 4

2. Vraag op het bord

3. Envelop met antwoorden

3. Haal i.o.m. je groepje het goede antwoordbriefje eruit.

4. Breng dit briefje naar mij.

5. Is het antwoord goed? De eerste krijgt een blokje.

6. Is het antwoord fout? Je groepje moet een blokje inleveren.

7. Het groepje met de hoogste toren wint.

8. GEEN blokjes gooien!

1. Je schrijft mij zo kort en eenvoudig mogelijk op.

2. Als je wilt weten of ik op een d of t eindig, mag je mij langer maken.

3. Je vindt mij door de tijd te veranderen van mijn zin. 

4. Ik verander van klank in de verleden tijd.

5. Je mag mij gebruiken voor het op de juiste wijze schrijven van een vt dw of pv vt.

6. Je krijgt mij als je -en van het hele werkwoord afhaalt.

7. Als je een bevel aan iemand geeft, gebruik je mij! 

8. Ze noemen mij ook wel de woordenboekvorm. 

9. Ik ben het hele ww plus -d of -de

10. Hij ... zo hard, dat ik hem niet bij kon houden.

[rennen, vt]

11. De kinderen in de klas ... gisteren allemaal door elkaar. 

[praten]

12. Heeft zij de vragen op de juiste manier ...?

[stellen]

13. Ik help mee om het vt dw te maken en ben meestal de pv.

14. Het vliegtuig ... nu veilig op Schiphol.

[landen]

15. Het vliegtuig ... zojuist veilig op Schiphol.

[landen]

16. Het zojuist ... vliegtuig rijdt nu naar de gate.

[landen]

17. Heb je die app al ...?

[updaten]

18. Hij ... het recept gisteren naar de apotheek.

[faxen]

19. Max heeft Lewis van de baan ...

[racen]

20. ... jij nou net je moeder?

[appen, vt]