Blok 2, Les 1: kleding en uiterlijk

• Taal
• Basisschool
• Groep 7

kleding en uiterlijk

het accessoire

Iets dat je draagt om jezelf te versieren (bijvoorbeeld een sieraad)

Met accessoires maak je je outfit af. 

accessoires

de badge

 Een speld met een naamkaartje erop.

Een arts in het ziekenhuis heeft vaak een badge op.

Ken jij nog meer beroepen waarbij mensen een badge dragen?

de button

  Een speld met een tekst of afbeelding.

Een button is een accessoire voor op je kleren.

Maak een zin met het woord 'button'.

het collier

 Een korte ketting.

Ik heb een collier voor mijn verjaardag gehad. 

het medaillon

 Een soort doosje aan een ketting om je hals.

Mensen bewaren vaak een herinnering in een medaillon. 

Vaak zit er een fotootje in een medaillon. Wat kun je nog meer in een medaillon bewaren?

de corsage

Een bloem die je aan je kleding vastspeldt.

Met een bijzondere gelegenheid, draag je een corsage.

Bij welke gelegenheid draag je vaak een corsage?

het embleem

Herkenbaar plaatje op kleding dat ergens voor staat.

Het embleem van de politie kent iedereen.

Van welk merk is dit het embleem?

1. Adidas
2. Nike
3. LOL
4. Stone Island

het juweel

Een sieraad met één of meerdere edelstenen

Die ketting is een echt juweel. 

Hoe noem je de juwelen die bij een koning(in) horen?

1. sieraden
2. kroonjuwelen
3. koningsjuwelen
4. dure juwelen

de mascara

Een soort verf om je wimpers voller te maken

Veel vrouwen dragen mascara op hun wimpers.

make-up

het montuur

 Waar de glazen van in een bril in zitten.

Een ander brilmontuur geeft je vaak een heel ander uiterlijk.  

de outfit

Alle kleding die je tegelijkertijd draagt.

Ik hou van een sportieve outfit. 

Wat is jouw favoriete outfit?

pronken

 Aan iedereen laten zien hoe mooi iets is

Mensen zetten mooie spullen in hun huis om te pronken. 

pronkspullen