Nieuw Nederlands Hoofdstuk 6 Woordenschat

Doel van de les
Je gaat aan de slag met het het onderdeel Woordenschat

  • Je weet hoe je de betekenis van een onbekend woord kunt opzoeken in een woordenboek
  • Je kent de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Doel van de les
Je gaat aan de slag met het het onderdeel Woordenschat

  • Je weet hoe je de betekenis van een onbekend woord kunt opzoeken in een woordenboek
  • Je kent de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit de paragraaf

Slide 1 - Slide

Woordenschat
Hoe vind je de betekenis van een woord?

Je kent er al 5! Huh? Echt?

Slide 2 - Slide

Welke manieren ken je om de betekenis van een (onbekend woord te vinden?

Slide 3 - Open question

1. Kijk of er in de zin een synoniem staat.
Wat is de betekenis van het woord absent?
De docent vraagt wie er absent is, maar er is niemand afwezig.
A
ziek
B
afwezig
C
te laat
D
op vakantie

Slide 4 - Quiz

2. Zoek naar een betekenis (omschrijving van het onbekende woord. Wat is de betekenis van het woord coach?
Iedere nieuwe leerling op school heeft een vaste begeleider uit een hogere klas. Zo'n coach helpt met allerlei schoolzaken
A
leerling
B
klasgenoot
C
docent
D
begeleider

Slide 5 - Quiz

3. Zoek naar voorbeelden in de tekst Wat is de betekenis van het woord dresscode?
Er zijn allerlei dresscodes voor een feest, zoals gala, kleur, 's zomers en zwart-wit.
A
gedragsvoorschriften
B
computer
C
kledingvoorschriften
D
schoonmaakvoorschriften

Slide 6 - Quiz

4. Een tegenstelling zoeken (let op woorden als: maar, echter, toch, daarentegen). Wat is de betekenis van het woord prijzig?
Nieuwe games zijn vaak prijzig, maar in de uitverkoop zijn ze goedkoop.
A
duur
B
saai
C
niet te koop
D
gewelddadig

Slide 7 - Quiz

5. Zoek een bekend woorddeel. (let op samengestelde woorden) Wat is de betekenis van het woord prijsverhoging?
Door de prijsverhoging worden er minder auto's verkocht.
A
het wordt goedkoper
B
de prijs blijft hetzelfde
C
auto's worden niet verkocht
D
het wordt duurder

Slide 8 - Quiz

5. Zoek een bekend woorddeel. (let op woorden met een voorvoegsel zoals on- en her- ). Wat is de betekenis van het woord herinrichting?
De herinrichting van mijn slaapkamer was een hele klus.
A
verhuizing
B
verven
C
opnieuw inrichten
D
schoonmaken

Slide 9 - Quiz

5. Zoek een bekend woorddeel. (let op woorden met een achtervoegsel zoals -loos en -vol). Wat is de betekenis van het woord smakeloos?
We betaalden veel geld in het restaurant, maar het eten was smakeloos.
A
zonder smaak
B
koud
C
pittig
D
te zout

Slide 10 - Quiz

Kun je de betekenis van een woord nog niet vinden?
Dan is er altijd het woordenboek!
Maar hoe gebruik je dat?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Welke zes manieren ken je om de betekenis van een woord te vinden?

Slide 13 - Open question