H4§3 Stad of Platteland?

Welk kenmerk hoort niet bij de oude Kinkerbuurt?
A
Hoge woningdichtheid.
B
Weinig tuinen, pleintjes of parken.
C
Smalle straten met weinig zonlicht.
D
Grachten met zeventiende-eeuwse huizen.
1 / 21
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welk kenmerk hoort niet bij de oude Kinkerbuurt?
A
Hoge woningdichtheid.
B
Weinig tuinen, pleintjes of parken.
C
Smalle straten met weinig zonlicht.
D
Grachten met zeventiende-eeuwse huizen.

Slide 1 - Quiz

Hoe heet het proces waarbij steden snel groeien?
A
Urbanisatie
B
Verstedelijking
C
Stadsuitbreiding
D
Migratie

Slide 2 - Quiz

Welk begrip hoort niet bij 'stedelijke vernieuwing'?
A
Hoge woningdichtheid
B
Verbeterde leefbaarheid
C
Sloop en nieuwbouw
D
Renovatie

Slide 3 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van een 'voorziening' ?
A
school
B
politiebureau
C
plantsoen
D
windmolen

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Link

Stad of Platteland

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Leerdoelen
Aan het einde van de paragraaf kunnen jullie:
1   Kenmerken noemen van een                   landelijk gebied.
2 Verschillen benoemen tussen stad      en platteland.
3 De begrippen agglomeratie,                    stadsgewest en stedelijk gebied            onderscheiden.

Slide 8 - Slide

Verhuizen van de ene woonplaats naar de andere woonplaats heet?
A
Urbanisatie
B
Migratie
C
Agglomeratie
D
Suburbanisatie

Slide 9 - Quiz

Een gebied met weinig bebouwing en veel open ruimte noem je?
A
Stad
B
Verstedelijking
C
Landelijk gebied
D
Agglomeratie

Slide 10 - Quiz

Een kenmerk van een landelijk gebied is?
A
Er zijn veel voorzieningen
B
Verstedelijking
C
Agglomeratie
D
Er zijn weinig voorzieningen

Slide 11 - Quiz

De groei van dorpen op het platteland door migratie vanuit een stad noem je?
A
Suburbanisatie
B
Urbanisatie
C
Stadsgewest
D
Randstad

Slide 12 - Quiz

Nieuwbouwwijken die aan een grote stad vast zijn gegroeid noem je?
A
Dorpen
B
Stadsgewesten
C
Voorsteden
D
Randstad

Slide 13 - Quiz

Een stad met daaraan vastgegroeide dorpen en voorsteden noem je?
A
Een stadsgewest
B
Een agglomeratie
C
De centrale stad
D
Een stedelijk gebied

Slide 14 - Quiz

Hoe noem je de belangrijkste stad van het stadsgewest?
A
De randstad
B
De centrale stad
C
Het stedelijk gebied
D
Re-urbanisatie

Slide 15 - Quiz

Een stad met voorsteden eromheen die onderling veel contact met elkaar hebben noem je?
A
Stadsgewest
B
Stedelijk gebied
C
Agglomeratie
D
Randstad

Slide 16 - Quiz

Als na jaren van daling het aantal inwoners van een stad weer stijgt noem je dat?
A
Urbanisatie
B
Suburbanisatie
C
Re-urbanisatie
D
Verstedelijking

Slide 17 - Quiz

Als stadsgewesten (bijna) aan elkaar vastgegroeid zijn noem je dat?
A
Agglomeratie
B
Landelijk gebied
C
Een stedelijk gebied
D
De Randstad

Slide 18 - Quiz

Hoe noem je Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht samen?
A
Stadsgewest
B
De Randstad
C
Agglomeratie
D
Het Groene hart

Slide 19 - Quiz

Wat geeft het begrip bevolkingsdichtheid aan?
A
Het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer
B
Het gemiddelde aantal inwoners per vierkante meter
C
Het gemiddelde aantal inwoners per vierkante centimeter
D
Het gemiddelde aantal huizen per vierkante kilometer

Slide 20 - Quiz

Afsluiting

Slide 21 - Slide