Lezen: Nieuwsbegrip week 21 2023 'Influencers'

Lezen non fictie
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen non fictie

Slide 1 - Slide

Lezen non fictie
Influencers
Week 21 2023

Slide 2 - Slide

Programma

1)  Voorkennis ophalen (wat weet je al?). 
2)  Video bekijken.
3)  Docent leest een deel van de tekst hardop denkend voor
     en lost onduidelijkheden op.
4)  Leerlingen werken in een groep en lezen om de beurt
     een deel van de tekst hardop denkend voor en lossen
     onduidelijkheden op.
5)  Terugkijken naar de doelen.

Slide 3 - Slide

Doelen
1) Je kunt hardop denken tijdens het lezen.
2) Je kunt onduidelijkheden in de tekst oplossen door
    de betekenis van het woord te voorspellen
    en de betekenis te checken.
3) Je kunt respectvol samenwerken.

Slide 4 - Slide

Schema woordraadstrategieën
Is het mogelijk om de betekenis van het onbekende woord af te leiden uit de afbeelding, de tekst of het woord? Voorspel de betekenis. Check zo nodig de betekenis. Kijk in het woordenboek. Klopt de voorspelling?

afbeel-ding
uitleg in de tekst
syno-niem
tegen-stelling
voor-beeld
woord

niet in de tekst
Klopt het?
ja/nee

Slide 5 - Slide

Schema woordraadstrategieën
Een tijdje geleden besmeurden twee mensen een beroemd schilderij met tomatensoep. 
Kun je de betekenis van besmeurden voorspellen?
Wat betekent besmeurden, denk je?
afbeel-ding
uitleg in de tekst
syno-niem
tegen-stelling
voor-beeld
woord

niet in de tekst
Klopt het?
ja/nee

Slide 6 - Slide

Doelen
1) Je kunt hardop denken tijdens het lezen.
2) Je kunt onduidelijkheden in de tekst oplossen door
    de betekenis van het woord te voorspellen
    en de betekenis te checken.
3) Je kunt respectvol samenwerken.

Slide 7 - Slide

Doelen
1) Hoe is het hardop denken tijdens het lezen gegaan?
2) Welke woorden heb je geleerd?
3) Hoe is het samenwerken gegaan?

Slide 8 - Slide

Ik kan hardop denken tijdens het lezen.

A
Ja, ik kan het.
B
Ja, ik kan het een beetje.
C
Ik heb nog hulp nodig.

Slide 9 - Quiz

Ik kan respectvol samenwerken.

A
Ja, ik kan het.
B
Ja, ik kan het een beetje.
C
Ik heb nog hulp nodig.

Slide 10 - Quiz

Ik heb de volgende woorden geleerd.
...
A
Ja, ik kan de betekenis van het woord vertellen.
B
Nee, ik kan de betekenis van het woord nog niet vertellen.

Slide 11 - Quiz

Doelen 1) Je kunt hardop denken tijdens het lezen. 2) Je kunt onduide-lijkheden in de tekst oplossen. 3) Je kunt respectvol samenwerken.

Werkwijze 1) Lees allemaal de alinea in stilte.
2) Zet een streep onder onduidelijkheden, zoals onbekende woorden.
3) Één leerling leest hardop denkend de alinea, voorspelt de betekenis
    van onbekende woorden en gebruikt daarbij het schema.
4) De opzoeker checkt de betekenis in het digitale woordenboek.
5) Schrijf de woorden in je woordenschrift.
6) Lees allemaal opnieuw de alinea in stilte.
Hulp De docent loopt rondes. Tijd ____ minuten. 
Klaar Leer de woorden. Overhoor elkaar. Lees de tekst opnieuw.
Verwerking Noem nieuwe woorden en leg de betekenis uit.

Slide 12 - Slide

Taken tijdens het samenwerken
Voorzitter  1) Zorgt ervoor dat de leerlingen de werkwijze volgen. 
2) Geeft beurten. 
3) Zorgt ervoor dat iedereen meedoet.
Tijdbewaker  Let op de tijd. Zorgt er samen met de voorzitter voor dat er doorgewerkt wordt.
Sfeerbewaker  Zorgt ervoor dat er respectvol samengewerkt wordt en dat de sfeer goed is.
Opzoeker Zoekt de woorden op in het digitale woordenboek.

Slide 13 - Slide

Vragen?
Heb je nog vragen?

Slide 14 - Slide

Doelen
1) Je kunt hardop denken tijdens het lezen.
2) Je kunt onduidelijkheden in de tekst oplossen door
    de betekenis van het woord te voorspellen
    en de betekenis te checken.
3) Je kunt respectvol samenwerken.

Slide 15 - Slide

Ik kan hardop denken tijdens het lezen.
A
Ja
B
Ik heb nog een beetje hulp nodig.
C
Ik heb nog veel hulp nodig.

Slide 16 - Quiz

Ik kan de betekenis van een onbekend woord voorspellen.
A
Ja
B
Ik heb nog een beetje hulp nodig.
C
Ik heb nog veel hulp nodig.

Slide 17 - Quiz

Ik vind dat we goed hebben doorgewerkt.
A
Ja
B
Een beetje
C
Nee

Slide 18 - Quiz

Ik vind dat we prettig hebben samengewerkt.
A
Ja
B
Een beetje
C
Nee

Slide 19 - Quiz

Ik vind het onderwerp interessant.
A
Ja
B
Een beetje
C
Nee

Slide 20 - Quiz

Programma

1)  Video bekijken (herhaling).
2)  Quiz woordenschat.
3)  Voorgelezen tekst meelezen.
4)  In groepjes de opdrachten maken.
5)  Terugkijken naar de doelen.

Slide 21 - Slide

Doelen
1) Je kunt respectvol samenwerken.
2) Je kunt uitleggen waarom jongeren sneller iets kopen als influencers er reclame voor maken.
3) Je kunt drie dingen vertellen over de aangescherpte regels voor de grootste influencers.


Slide 22 - Slide

Taken tijdens het samenwerken
Voorzitter  1) Zorgt ervoor dat de leerlingen de werkwijze volgen. 
2) Geeft beurten. 
3) Zorgt ervoor dat iedereen meedoet.
Tijdbewaker  Let op de tijd. Zorgt er samen met de voorzitter voor dat er doorgewerkt wordt.
Sfeerbewaker  Zorgt ervoor dat er respectvol samengewerkt wordt.
Opzoeker Zoekt de woorden op in het digitale woordenboek.

Slide 23 - Slide

Doelen 1) Je kunt uitleggen waarom jongeren sneller iets kopen als influencers er reclame voor maken. 
2) Je kunt drie dingen vertellen over de strengere regels voor de grootste influencers. 
3) Je kunt respectvol samenwerken.


Opdrachten maken​.  Maak opdracht ________________
1) De voorzitter zegt welke leerling een opgave mag lezen.
2) Alle leerlingen zoeken het antwoord in de tekst.​
3) De leerling die aan de beurt is, geeft antwoord.​
4) De leerlingen bespreken het antwoord en schrijven hetzelfde op.
Hulp nodig? De docent loopt rondes.​ Tijd: ____ minuten.
Klaar? a) De tekst opnieuw lezen.​ b) De informatie (zie doel 1 en 2) aan elkaar vertellen (zonder papier).

Slide 24 - Slide

Doelen
1) Je kunt uitleggen waarom jongeren sneller iets kopen als influencers er reclame voor maken.
2) Je kunt drie dingen vertellen over de aangescherpte regels voor de grootste influencers.
3) Je kunt respectvol samenwerken.

Slide 25 - Slide

Opdracht
1) Leg uit waarom jongeren sneller iets kopen als influencers er reclame voor maken.
2) Vertel drie dingen over de aangescherpte regels voor de grootste influencers.
3) Vertel iets over een video met sluikreclame, die je gezien hebt.

Slide 26 - Slide

1) Ik kan uitleggen waarom jongeren sneller iets kopen als influencers er reclame voor maken.


A
Ja, ik kan dat.
B
Ja, ik kan het een beetje.

Slide 27 - Quiz

Ik kan drie dingen vertellen over de aangescherpte regels voor de grootste influencers.


A
Ja, ik kan dat.
B
Ja, ik kan het een beetje.

Slide 28 - Quiz

We hebben prettig samengewerkt.


A
ja
B
nee

Slide 29 - Quiz

We hebben goed doorgewerkt.


A
ja
B
nee

Slide 30 - Quiz