Chemische rekenen oefenen
1. Soda
Je kunt soda (Na2CO3) maken uit steenzout (NaCl) en kalksteen (CaCO3). Er ontstaat dan ook calciumchloride.
1 / 41
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4
This lesson contains 41 slides, with text slides.
Items in this lesson
1. Soda
Je kunt soda (Na2CO3) maken uit steenzout (NaCl) en kalksteen (CaCO3). Er ontstaat dan ook calciumchloride.
Slide 1 - Slide
1. Soda
Je kunt soda (Na2CO3) maken uit steenzout (NaCl) en kalksteen (CaCO3). Er ontstaat dan ook calciumchloride.
a) Geef de kloppende reactievergelijking.
Slide 2 - Slide
Soda
Je kunt soda (Na2CO3) maken uit steenzout (NaCl) en kalksteen (CaCO3). Er ontstaat dan ook calciumchloride.
2 NaCl + CaCO3 Na2CO3 + CaCl2
2 1 1 1
Slide 3 - Slide
Aluminium uit aluinaarde
2 Al2O3(s) + 3 C(s) 4 Al(s) + 3 CO2(g)
Slide 4 - Slide
Aluminium uit aluinaarde
2 Al2O3(s) + 3 C(s) 4 Al(s) + 3 CO2(g)
2 3 4 3
Slide 5 - Slide
Aluminium uit aluinaarde
2 Al2O3(s) + 3 C(s) 4 Al(s) + 3 CO2(g)
2 3 4 3
0,5 1
Slide 6 - Slide
Aluminium uit aluinaarde
2 Al2O3(s) + 3 C(s) 4 Al(s) + 3 CO2(g)
2 3 4 3
0,5 1
1000 g
1000 g
M(Al) = 26,98 g mol-1
1000 g / 26,98 g mol-1 = 37 mol Al
Slide 7 - Slide
Aluminium uit aluinaarde
2 Al2O3(s) + 3 C(s) 4 Al(s) + 3 CO2(g)
2 3 4 3
0,5 1
1000 g
1000 g
M(Al) = 26,98 g mol-1
1000 g / 26,98 g mol-1 = 37 mol Al
37 * 0,5 = 18,5 mol Al2O3 nodig
M(Al2O3) = 101,96 g mol-1
18,5 mol * 101,96 g mol-1 = 1886,26 g
Slide 8 - Slide
2. Fotosynthese
Slide 9 - Slide
Fotosythese
6 CO2 + 6 H2O 6 O2 + C6H12O6
Slide 10 - Slide
Fotosynthese
6 CO2 + 6 H2O 6 O2 + C6H12O6
6 6 6 1
Slide 11 - Slide
Fotosynthese
6 CO2 + 6 H2O 6 O2 + C6H12O6
6 6 6 1
10 mol
Slide 12 - Slide
Fotosynthese
6 CO2 + 6 H2O 6 O2 + C6H12O6
6 6 6 1
10 mol
10 mol / 6 = 1, 667 = 1,7 mol
Slide 13 - Slide
Fotosynthese
6 CO2 + 6 H2O 6 O2 + C6H12O6
6 6 6 1
10 gram
Slide 14 - Slide
Fotosynthese
6 CO2 + 6 H2O 6 O2 + C6H12O6
6 6 6 1
10 gram
M(C6H12O6) = (6*12,01) + (12*1, 008) + (6*16,00) = 180,156 g/mol
M(H2O) = (2*1,008) + 16,00 = 18, 016 g/mol
M(CO2) = (12,01 + (2*16,00) = 44,01 g/mol
Slide 15 - Slide
Fotosynthese
6 CO2 + 6 H2O 6 O2 + C6H12O6
6 6 6 1
10 gram
M(C6H12O6) = (6*12,01) + (12*1, 008) + (6*16,00) = 180,156 g/mol
M(H2O) = (2*1,008) + 16,00 = 18, 016 g/mol
M(CO2) = (12,01 + (2*16,00) = 44,01 g/mol
10/180,156 = 0, 055... mol
Slide 16 - Slide
Fotosynthese
6 CO2 + 6 H2O 6 O2 + C6H12O6
6 6 6 1
10 gram
M(C6H12O6) = (6*12,01) + (12*1, 008) + (6*16,00) = 180,156 g/mol
M(H2O) = (2*1,008) + 16,00 = 18, 016 g/mol
M(CO2) = (12,01 + (2*16,00) = 44,01 g/mol
10/180,156 = 0, 055... mol
6*0,055... = 0,33... mol
0,33...*18,016 = 6,0 g
Slide 17 - Slide
Fotosynthese
6 CO2 + 6 H2O 6 O2 + C6H12O6
6 6 6 1
10 gram
M(C6H12O6) = (6*12,01) + (12*1, 008) + (6*16,00) = 180,156 g/mol
M(H2O) = (2*1,008) + 16,00 = 18, 016 g/mol
M(CO2) = (12,01 + (2*16,00) = 44,01 g/mol
10/180,156 = 0, 055... mol
6*0,055... = 0,33... mol
0,33...*18,016 = 6,0 g
6*0,055... = 0,33... mol
0,33...*44,01 = 14,66 g = 15 g
Slide 18 - Slide
Zwaveligzuur
In 1,60 liter water is 26,00 gram H2SO3 zwaveligzuur opgelost.
Slide 19 - Slide
Zwaveligzuur
In 1,60 liter water is 26,00 gram H2SO3 zwaveligzuur opgelost.
Bereken hoeveel mol zwaveligzuur 1,00 liter van deze oplossing bevat.
Slide 20 - Slide
Zwaveligzuur
In 1,60 liter water is 26,00 gram H2S03 zwaveligzuur opgelost.
Bereken hoeveel mol zwaveligzuur 1,00 liter van deze oplossing bevat.
M (H2SO3) = (2*1,008) + 32,06 + (3*16,00) = 82,076 g/mol
Slide 21 - Slide
Zwaveligzuur
In 1,60 liter water is 26,00 gram H2SO3 zwaveligzuur opgelost.
Bereken hoeveel mol zwaveligzuur 1,00 liter van deze oplossing bevat.
M (H2SO3) = (2*1,008) + 32,06 + (3*16,00) = 82,076 g/mol
26,00 g/1,60 L = 16,25 g/L
16,25 g/L : 82,076 g/mol = 0,200 mol/L
Slide 22 - Slide
Zwaveligzuur
In 1,60 liter water is 26,00 gram H2SO3 zwaveligzuur opgelost.
Bereken hoeveel mmol zwaveligzuur is opgelost in 40,00 ml van deze zwaveligzuuroplossing.
Slide 23 - Slide
Zwaveligzuur
In 1,60 liter water is 26,00 gram H2SO3 zwaveligzuur opgelost.
Bereken hoeveel mmol zwaveligzuur is opgelost in 40,00 ml van deze zwaveligzuuroplossing.
0,200 mol/L = 0,200 mmol/mL
Slide 24 - Slide
Zwaveligzuur
In 1,60 liter water is 26,00 gram H2SO3 zwaveligzuur opgelost.
Bereken hoeveel mmol zwaveligzuur is opgelost in 40,00 ml van deze zwaveligzuuroplossing.
0,200 mol/L = 0,200 mmol/mL
Dus in 40 mL opgelost:
40,00 mL x 0,200 mmol/mL = 8,00 mmol
Slide 25 - Slide
Zwaveligzuur
In 1,60 liter water is 26,00 gram H2SO3 zwaveligzuur opgelost.
Bereken wat het massapercentage zwavel in zwavelzuur is.
Slide 26 - Slide
Zwaveligzuur
In 1,60 liter water is 26,00 gram H2SO3 zwaveligzuur opgelost.
Bereken wat het massapercentage zwavel in zwavelzuur is.
M (H2SO3) = (2*1,008) + 32,06 + (3*16,00) = 82,076 g/mol
Slide 27 - Slide
Zwaveligzuur
In 1,60 liter water is 26,00 gram H2SO3 zwaveligzuur opgelost.
Bereken wat het massapercentage zwavel in zwavelzuur is.
M (H2SO3) = (2*1,008) + 32,06 + (3*16,00) = 82,076 g/mol
massa % S = massa S : massa H2SO3 x 100%
Slide 28 - Slide
Zwaveligzuur
In 1,60 liter water is 26,00 gram H2SO3 zwaveligzuur opgelost.
Bereken wat het massapercentage zwavel in zwaveligzuur is.
M (H2S03) = (2*1,008) + 32,06 + (3*16,00) = 82,076 g/mol
massa % S = massa S : massa H2SO3 x 100%
= 32,06 g/mol : 82,076 g/mol x 100% = 39,06%
Slide 29 - Slide
Zoutzuur
Geconcentreerd zoutzuur bevat 36,0 massa % HCl. De dichtheid van deze oplossing is 1,18 kg/L.
Slide 30 - Slide
Zoutzuur
Geconcentreerd zoutzuur bevat 36,0 massa % HCl. De dichtheid van deze oplossing is 1,18 kg/L.
Bereken hoeveel gram HCl(g) is opgelost in 600 mL geconcentreerd zoutzuur.
Slide 31 - Slide
Zoutzuur
Geconcentreerd zoutzuur bevat 36,0 massa % HCl. De dichtheid van deze oplossing is 1,18 kg/L.
Bereken hoeveel gram HCl(g) is opgelost in 600 mL geconcentreerd zoutzuur.
Uit ρ volgt dat 1 L oplossing 1,18·103 g weegt.
Slide 32 - Slide
Zoutzuur
Geconcentreerd zoutzuur bevat 36,0 massa % HCl. De dichtheid van deze oplossing is 1,18 kg/L.
Bereken hoeveel gram HCl(g) is opgelost in 600 mL geconcentreerd zoutzuur.
Uit ρ volgt dat 1 L oplossing 1,18·103 g weegt.
De hoeveelheid HCL hierin = 0,36 x 1,18·103 g = 424,8 g,
Slide 33 - Slide
Zoutzuur
Geconcentreerd zoutzuur bevat 36,0 massa % HCl. De dichtheid van deze oplossing is 1,18 kg/L.
Bereken hoeveel gram HCl(g) is opgelost in 600 mL geconcentreerd zoutzuur.
Uit ρ volgt dat 1 L oplossing 1,18·103 g weegt.
De hoeveelheid HCL hierin = 0,36 x 1,18·103 g = 424,8 g,
Dus 600 mL bevat 0,600 x 424,8 g = 255 g HCl(g)
Slide 34 - Slide
Zoutzuur
Geconcentreerd zoutzuur bevat 36,0 massa % HCl. De dichtheid van deze oplossing is 1,18 kg/L.
Bereken hoeveel mol HCl(g) 1 L geconcentreerd zoutzuur bevat.
Slide 35 - Slide
Zoutzuur
Geconcentreerd zoutzuur bevat 36,0 massa % HCl. De dichtheid van deze oplossing is 1,18 kg/L.
Bereken hoeveel mol HCl(g) 1 L geconcentreerd zoutzuur bevat.
424,8 g HCl in 1 L
M(HCl) = 36,461 g/mol
Slide 36 - Slide
Zoutzuur
Geconcentreerd zoutzuur bevat 36,0 massa % HCl. De dichtheid van deze oplossing is 1,18 kg/L.
Bereken hoeveel mol HCl(g) 1 L geconcentreerd zoutzuur bevat.
424,8 g HCl in 1 L
M(HCl) = 36,461 g/mol (Binas tabel 98)
424,8 g/L : 36,461 g/mol = 11,7 mol/L
Slide 37 - Slide
Zoutzuur
Geconcentreerd zoutzuur bevat 36,0 massa % HCl. De dichtheid van deze oplossing is 1,18 kg/L.
Een T.O.A. wil een voorraadje van 5,0 L zoutzuur met een concentratie van 2,0M maken.
Bereken hoeveel L geconcentreerd zoutzuur hij hiervoor nodig heeft.
Slide 38 - Slide
Zoutzuur
Geconcentreerd zoutzuur bevat 36,0 massa % HCl. De dichtheid van deze oplossing is 1,18 kg/L.
Een T.O.A. wil een voorraadje van 5,0 L zoutzuur met een concentratie van 2,0M maken.
Bereken hoeveel L geconcentreerd zoutzuur hij hiervoor nodig heeft.
Hoeveelheid voor verdunnen = hoeveelheid na verdunnen
c1 * V1 = c2 * V2
Slide 39 - Slide
Zoutzuur
Geconcentreerd zoutzuur bevat 36,0 massa % HCl. De dichtheid van deze oplossing is 1,18 kg/L.
Een T.O.A. wil een voorraadje van 5,0 L zoutzuur met een concentratie van 2,0M maken.
Bereken hoeveel L geconcentreerd zoutzuur hij hiervoor nodig heeft.
Hoeveelheid voor verdunnen = hoeveelheid na verdunnen
c1 * V1 = c2 * V2
11,7 mol/L* V1 = 2,0 mol/L * 5,0 L
V1 = (2,0 mol/L * 5,0 L) / 11,7 mol/L = 0,85 L
Slide 40 - Slide
Zoutzuur
Geconcentreerd zoutzuur bevat 36,0 massa % HCl. De dichtheid van deze oplossing is 1,18 kg/L.
Een T.O.A. wil een voorraadje van 5,0 L zoutzuur met een concentratie van 2,0M maken.
Bereken hoeveel L geconcentreerd zoutzuur hij hiervoor nodig heeft.
Hoeveelheid voor verdunnen = hoeveelheid na verdunnen
c1 * V1 = c2 * V2
11,7 mol/L* V1 = 2,0 mol/L * 5,0 L
V1 = (2,0 mol/L * 5,0 L) / 11,7 mol/L = 0,85 L
Zij heeft dus 0,85 L van de geconcentreerde oplossing nodig die hij moet aanvullen tot 5,0 L
