Woordenschat H4 les 3

Programma
1) Herhaling stijlfouten/versierende stijlfiguren
2) Bespreken huiswerk
3) Opdracht
4) Huiswerk


1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Programma
1) Herhaling stijlfouten/versierende stijlfiguren
2) Bespreken huiswerk
3) Opdracht
4) Huiswerk


Slide 1 - Slide


Hij groeit op voor galg en rad.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 2 - Quiz


Ik ga altijd twee uur van te voren naar de vluchthaven.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 3 - Quiz


Hij loopt zijn benen onder de wagen uit.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 4 - Quiz


Zij slaakte een gil toen ze het raam opendeed en de witte sneeuw zag.
A
contaminatie
B
pleonasme
C
tautologie

Slide 5 - Quiz

De net gevallen witte sneeuw vermengde zich met de grijsbruine sneeuwresten.
A
pleonasme stijlfout
B
pleonasme versierend stijlfiguur
C
tautologie stijlfout
D
tautologie versierend stijlfiguur

Slide 6 - Quiz

Ondanks de korte fietstocht kwam hij doorweekt en nat aan op het perron.
A
pleonasme stijlfout
B
pleonasme versierend stijlfiguur
C
tautologie stijlfout
D
tautologie versierend stijlfiguur

Slide 7 - Quiz

Zij heeft beloofd dat ze dat nooit ofte nimmer meer zal doen!
A
pleonasme stijlfout
B
pleonasme versierend stijlfiguur
C
tautologie stijlfout
D
tautologie versierend stijlfiguur

Slide 8 - Quiz

Bespreken opdracht 5.2, blz. 121-123
  • a coördinatie – beheersing over de spieren; afstemming op elkaar
  • b aantasten – inwerken op iets en het beschadigen
  • c apathisch – zonder gevoelens, wensen en plannen
  • d rijmen met – in overeenstemming zijn of brengen met
  • e benadering – aanpak 
  • f illusie – hoopvolle gedachte die vaak niet uitkomt
  • g focus – aandachtspunt; datgene waar je de aandacht op richt
  • h pleiten voor – met woorden iets of iemand verdedigen
  • i inachtneming – naleving van adviezen, regels of voorschriften

Slide 9 - Slide

Bespreken opdracht 7
  • 1 Zo’n zoele zomeravond is ideaal om buiten wat te zitten mijmeren.
  • 2 Met inachtneming van de opzegtermijn kunt u het abonnement op elk moment beëindigen.
  • 3 Voor de vakantie lijkt ons een huisje op Vlieland de beste optie.
  • 4 Zijn zucht naar roem bracht de acteur wel wereldfaam, maar geen levensgeluk.
  • 5 Welke pose moeten wij aannemen als de klassenfoto wordt genomen?
  • 6 Docenten bagatelliseren vaak de klachten van leerlingen over het vele huiswerk.
  • 7 De koning toonde zijn betrokkenheid met de slachtoffers van aardbevingen in Groningen.
  • 8 Een workaholic is iemand bij wie de balans tussen werk en vrije tijd zoek is.

Slide 10 - Slide

Maken
Maken 6.1 van Woordenschat H4, blz .121-123

Klaar? Maak dan opdracht 11 en 12 (werkwoordspelling) van Spelling H4 op blz. 133

Slide 11 - Slide

Opdracht 6.1
  • Alinea 2: overdreven en overtrokken is een tautologie
  • Alinea 5: geleidelijke degeneratie is een pleonasme (degeneratie gaat altijd geleidelijk)
  • Alinea 8: monter en opgewekt is een tautologie; aangenaam en prettig is ook een tautologie
  • Alinea 9: gratis en voor niets is een tautologie; wild en woest is een tautologie

Slide 12 - Slide

Huiswerk
Maak dan opdracht 11 en 12 (werkwoordspelling) van Spelling H4 op blz. 133

Slide 13 - Slide

Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden
De sterke werkwoorden houden zich dus niet aan regels, zoals de zwakke. Je moet dus leren/weten wat de verleden tijd en het voltooid deelwoord is. Het voordeel is wel dat je ze schrijft, zoals je ze hoort (zo kort en eenvoudig mogelijk) en dat je door het woord langer te maken, weet of je een -d of -t aan het eind moet schrijven!
Persoonsvorm?
pvtt:
- ik-vorm
- ik-vorm +t
- hele ww
pvvt:
- ik-vorm+
de/te
-ik-vorm +
den/ten

't ex-kofschip
volt.dw
(hulpww)
-langer maken
-d/t
't ex-
kofschip
onv. dw

- hele ww. + d
inf.

- hele
ww.
geb.
wijs

- ik-vorm
JA
NEE
bijvoeglijk naamw.
zo kort mogelijk

Slide 14 - Slide