VEI M3 1.6 Reductiedeling (meiose) 2023

1.6 Reductiedeling (meiose)
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.6 Reductiedeling (meiose)

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Leerdoelen
  • Je kan uitleggen hoe het verloop en wat het doel van de reductiedeling is.
  • Je kan uitleggen wat de verschillen tussen de bouw van een eicel en zaadcel zijn.
  • Je kan beschrijven hoe geslachtschromosomen het geslacht van een mens bepalen.

Slide 3 - Slide

Planning
Herhaling
Uitleg met plaatjes
Filmpjes
Quiz

Slide 4 - Slide

Terugblik

Slide 5 - Slide

Gewone celdeling = mitose (of reductiedeling)
Er ontstaan nieuwe lichaamscellen

Slide 6 - Slide

Mitose

Slide 7 - Slide

Eerst een kort instructiefilmpje
Bekijk in de volgende dia eerst het instructie filmpje
Daarna volgt nog extra uitleg

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Hoe zat het ook alweer met die chromosomen?

Slide 10 - Slide

Wat zijn chromosomen?

Slide 11 - Slide

Chromosomen 23 paar (=46)

Slide 12 - Slide

gewone celdeling = Mitose
Er ontstaan nieuwe lichaamscellen
92

Slide 13 - Slide

meiose
meiose
Mitose: nieuwe lichaamscellen
Er ontstaan geslachtscellen
Er ontstaan geslachtscellen

Slide 14 - Slide

Meiose bij geslachtscellen
Kernmembraan verdwijnt
Cel deelt
DNA-ketens splitsen

Slide 15 - Slide

reductiedeling
meiose
aanmaak geslachtscellen
met de helft van het aantal chromosomen

Slide 16 - Slide

Een eicel heeft geen celkern
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Mitose
Meiose

Slide 18 - Drag question

Er vindt celdeling plaats om spiercellen te maken. Is dit mitose of meiose
A
Mitose
B
Meiose

Slide 19 - Quiz

Jongetje of meisje?

Slide 20 - Slide

Geslachtschromosomen bij bevruchting

Slide 21 - Slide

Geslachtschromosomen en bevruchting

Slide 22 - Slide

Geslachtschromosomen bij bevruchting
Tijdens de bevruchting wordt bepaald wat het geslacht is:
XX = een meisje
XY = een jongen

Slide 23 - Slide

Ze je in de afbeelding hiernaast de meiose of mitose?
A
Meiose
B
Mitose
C
Beiden
D
Niet te zeggen

Slide 24 - Quiz

Er vindt celdeling plaats om zaadcellen te maken. Is dit mitose of meiose
A
Mitose
B
Meiose

Slide 25 - Quiz

Mitose
Meiose
identiek DNA
Helft chromosomen
gewone celdeling
reductiedeling
gebeurt in eierstokken
Gebeurt in je huid

Slide 26 - Drag question

Een eicel is .....
A
kleiner dan de zaadcel
B
even groot als een zaadcel
C
groter dan een eicel

Slide 27 - Quiz

Hoe kan een zaadcel zich voortbewegen?
A
Met de zweepstaart
B
Met de zaadblaasjes

Slide 28 - Quiz

Mitose
Meiose
gewone celdeling
reductiedeling
46 --> 46 + 46
46 --> 23 + 23
in de geslachtscellen
in alle andere cellen
chromosomen verdubbelen

Slide 29 - Drag question

Een menselijke zaadcel heeft:
A
23 paar lichaams chromosomen
B
23 lichaams chromosomen
C
Een X & een Y chromosoom
D
Een X of een Y chromosoom

Slide 30 - Quiz

Opdracht
  • Lees en markeer 1.6
  • Maak opdracht 1 t/m 3
  • Maak de opdrachten 5 t/m 7
  • Opdracht 4 is een samenvatting, kies zelf of je deze maakt of dat je op een andere manier een samenvatting maakt.
Hw: Leer B3 en maak de opdrachten 1 t/m 3 en 5 t/m 7

Slide 31 - Slide

Hw: Leer B3 en maak de opdrachten 1 t/m 3 en 5 t/m7

Slide 32 - Slide

Op de volgende dia's staat nog extra uitleg over de mitose en meiose.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Link

Slide 35 - Link