Methodiek 2 les 1

Methodiek 2 
Observeren en rapporteren 

Les 1

*Pak alvast pen, papier en je telefoon! 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Methodiek 2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Methodiek 2 
Observeren en rapporteren 

Les 1

*Pak alvast pen, papier en je telefoon! 

Slide 1 - Slide

Kijk goed naar dit plaatje. Wat zie je?

Slide 2 - Slide

Antwoorden vorige dia

Slide 3 - Open question

Wat gaan we doen vandaag?
Methodiek 2
Afspraken
Toetsing 
Lesdoelen
Kennismaken met observeren
Het waarnemingsproces
Huiswerkopdracht 


Slide 4 - Slide

Methodiek 2
  • Observeren en rapporteren
  •  Boek: Methodiek PW Thema 3 
  • Lesvorm: 50 minuten  interactieve online les met theorie + (thuis)opdrachten  via Lessonup
  • Studiewijzer online in teams
  • Opdrachten inleveren in teams 
  • Toetsing:  Observatieverslag schrijven 
  • Bereidt voor op examen D 
  • Observeren en rapporteren maakt je werk! 

Slide 5 - Slide

Afspraken 
  • Doe actief mee met de les
  •  Pen, papier, boek en telefoon bij de hand
  • Camera aan, geluid uit
  • Steek je hand op via teams

  • Wat verwachten jullie van mij?

Slide 6 - Slide

Lesdoelen les 1
  1. De student leert wat waarnemen en observeren is

  2. De student leert om gericht te kijken naar gedrag ( van mensen) en waarom dat belangrijk is

  3. De student weet hoe het proces van waarnemen verloopt

Slide 7 - Slide

timer
1:00
Methodisch werken

Slide 8 - Mind map

Slide 9 - Slide

timer
1:00
(methodisch)observeren

Slide 10 - Mind map

Observeren en waarnemen is hetzelfde
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Verschil observeren en waarnemen
  • Waarnemen doe je onbewust en altijd. Je ziet dingen om je heen, maar je focust je niet bewust. 

  • Observeren doe je bewust. Je gebruikt al je zintuigen en je hebt een doel bij de observatie. 

Slide 12 - Slide

Welk cijfer geef je jezelf op een schaal van 1 tot 10 als het gaat om observeren?
5 = ik heb wel een basis maar ben er nog niet

Ik kan bewust en aandachtig kijken naar mensen en kan informatie ‘juist’ interpreteren.

* Laatste les kijken we nog een keer naar deze vraag.

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

Slide 13 - Poll

Test!

Hoe vaak speelt het team in witte kleding de bal over?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Hoe vaak speelt het team in witte kleding de bal over?
A
12
B
11
C
13
D
14

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Opdracht: Kareltje
Luister naar de volgende casus over Kareltje

Stel Jij bent inmiddels al 3 weken begonnen met je stage op een kinderdagverblijf. Je hebt bedacht dat je meteen methodisch wilt gaan werken om een goede professional te worden die zich richt op de ontwikkeling van kinderen. 

 Je wilt direct starten met je activiteiten en hebt met de kinderen en met je begeleidster gesproken en je hebt gekeken naar de interesses van de kinderen. Dit heb je  je opgeschreven in de beginsituatie, zodat je weet wat ze kunnen en welke activiteit je kunt uitvoeren. Je hebt daarna je doel opgeschreven. Je wilt je doel richten op de motorische ontwikkeling van de kinderen dus je hebt als doel opgeschreven: Na afloop van de tekenactiviteit kunnen alle kinderen met stift met 1 hand een bloem tekenen. Je hebt een plan bedacht en alle spullen klaar gelegd en je hebt in een plan opgeschreven wanneer je dit met ze gaat doen. Je bent nu samen met de kinderen aan het tekenen geslagen en je plan aan het uitvoeren




Slide 18 - Slide

vervolg....
Terwijl je bezig bent valt je oog steeds op Kareltje, omdat alle kinderen aan het tekenen zijn en je hebt de indruk dat ze plezier hebben. Behalve Kareltje. Kareltje zit stil, kijkt recht voor zich uit of naar de deur en raakt geen stift aan. Ook later bij het eten van de cracker raakt hij het eten niet aan, hij praat niet met de andere kinderen. Tijdens het vrij spelen blijft hij in een hoekje zitten.

Dit heb je gesignaleerd en na een paar dagen merk je dat Kareltje het zelfde gedrag laat zien.  Als hij door moeder wordt opgehaald zie telkens je dat Kareltje direct naar haar toe rent en huilend zijn armen om haar heen slaat.

Je meld dit bij je stagebegeleidster en je stelt voor om Kareltje te gaan observeren. Je vraagt aan je begeleidster of dat een goed idee is maar je begeleidster zegt: "Ooh die Kareltje, het is gewoon een lastig kind dat niet mee wil doen, hij doet wel vaker niet mee, hij doet altijd moeilijk met eten. Hij zal heus wel een keertje bijdraaien hoor. Als hij honger krijgt dan gaat hij vanzelf wel eten, en als hij er aan toe is dan gaat hij vanzelf wel een keertje contact zoeken en spelen. Richt jij je maar op de wat leukere kinderen….."

Slide 19 - Slide

Waarom wil je Kareltje observeren?
A
Je wil aan het einde van de dag rapporteren aan moederen
B
Je hebt gedrag waargenomen en iets opmerkelijks gesignaleerd
C
Je wil kunnen onderbouwen waarom Kareltje een lastig kind is
D
Je ziet dat Kareltje niet gelukkig is en wil dit oplossen

Slide 20 - Quiz

Waarom denk je dat observeren nodig is?
A
Het levert je informatie op die gebaseerd is op feiten
B
Om een goed verslag te maken
C
Om jouw mening te kunnen onderbouwen
D
Om zo subjectief mogelijk vast te stellen wat er aan de hand is

Slide 21 - Quiz

Ben je het wel of niet eens met de interpretatie van de begeleider?

😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Waarom ben je het wel/niet eens met de interpretatie van de begeleider?

Slide 23 - Open question

2 minuten pauze: pak ondertussen een potlood en een papier en leg dat klaar.


We gaan in het volgende deel wat dieper in op de waarneming
 
timer
2:00

Slide 24 - Slide

Opdracht
Je krijgt in de volgende dia een afbeelding te zien. Je krijgt 20 seconden om de dia te bekijken, daarna probeer je uit je hoofd de tekening zo precies mogelijk na te tekenen.

Slide 25 - Slide

timer
0:20

Slide 26 - Slide

Hoe sterk is jouw visuele geheugen ontwikkeld?
Teken de afbeelding nu zelf....
timer
1:30

Slide 27 - Slide

Laat je tekening zien door de camera

Slide 28 - Slide

Hoe verloopt het waarnemingsproces?

Slide 29 - Slide

Kijk nog eens wat je hebt opgeschreven bij dit plaatje. Was dit een waarneming of een interpretatie?

A
Waarneming
B
Interpretatie

Slide 30 - Quiz

Huiswerkopdracht les 1
Goed lezen en begrijpen: 
Methodisch werken 
hoofdstuk 6:
bladzijde 78 tot en met 82 tot aan 6.4

Daarna de opdracht maken op de volgende dia!

Slide 31 - Slide

Vul in...

Volgende week bespreken we de opdracht na

Slide 32 - Slide

Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll