les 1 chron - Parkinson en MS

1 / 54
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Periode planning
Les 1  - Parkinson en MS
Les 2 - ALS , Ziekte van Huntington en ziekte van Duchenne
Les 3 - Dwarslaesie en epilepsie
Les 4 - ziekte van bechterew en fibromyalgie
Les 5 - Astma, COPD en Cystische fibrose
les 6 - IBD, ziekte van Crohn, colitis ulcerosa en hepatitis 
les 7 - MDL, Divertikels, ileus en maagulcera
Les week 8: TOETS 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

De hersenen en het ruggenmerg behoren tot het ….. ?
A
perifere zenuwstelsel
B
centrale zenuwstelsel

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Hoeveel neuronen denken we dat er
in de hersenen van iemand zitten?
A
10 miljoen
B
10 miljard

Slide 13 - Quiz

De richting van de impulsgeleiding
in een zenuwcel loopt altijd van
dendrieten naar synapsspleet.
Nooit andersom.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

In welke richting loopt de impuls in een motorische zenuwcel
(paragraaf 9.4 xpert anatomie en fysiologie)
A
Van de motorische schors in de hersenen, via de hersenstam naar het doelorgaan
B
Van de spieren in het lichaam, via het ruggenmerg naar de grote hersenen.

Slide 15 - Quiz

Zenuwcellen zelf werken met elektriciteit. Maar hoe kunnen zenuwcellen onderling met elkaar communiceren?
A
door hormonen
B
door zouten
C
door neurotransmitters
D
door rode bloedcellen

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Sleepvraag benaming

1
2
3
4
5
6
7
8
Frontale kwab
cerebrum
parietale kwab 
occipitale kwab
Temporale kwab
cerebellum/kleine hersenen
hersenstam
begin van ruggenmerg

Slide 19 - Drag question

Slide 20 - Slide

Welk van de voorbeelden past bij het sympathisch zenuwstelsel?
A
Je ligt op de bank met een zak chips, tv te kijken en je darmen beginnen flink te rommelen
B
Je bent op de fiets onderweg naar naar je sportclub. Het waait behoorlijk en je moet hard trappen
C
Je ligt te zonnebaden in de tuin.
D
Je ben na een lange drukke dag in bed gaan liggen om te slapen.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Wat wordt hiernaast op het plaatje afgebeeld?
A
de autonome werking van het zenuwstelsel
B
de reflexboog via het ruggenmerg.
C
de sensorische zenuwcelroute
D
de sympathische werking van spieren

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Symptomen van ziekte van Parkinson. 
Motorisch 
NIET-motorisch

waar doe je dat? 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

wat is de oorzaak van de ziekte van Parkinson?
A
afsterven substantia nigra > te weinig dopamine productie
B
gebruik van Haldol waardoor dopamine blokkade
C
boksen of ander hersenletsel wat de substantie nigra beschadigd heeft.
D
door CVA > schade > aansturing van de aanmaak van dopamine werkt niet meer.

Slide 36 - Quiz

Een van de kenmerken van Parkinson is verminderde bewegingen maken. Hoe noem je dit in een correcte medisch term?
A
hypokinesie
B
bradykinesie
C
maskergelaat
D
rigiditeit

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Welke uitspraak over Multipele Sclerose is correct?
A
het ontstaat door eiwit aanslag op de zenuwen
B
er is sprake van ophoping van myeline
C
myeline rond de zenuwen raakt beschadigd.
D
MS komt vaker voor in landen met een warm klimaat

Slide 47 - Quiz

Welke 'mens' heeft de meeste kans op het krijgen van multipele sclerose?
A
blanke vrouw rond de 30-40 jaar
B
blanke man rond de 40-50 jaar
C
aziatische man rond de 50-60 jaar
D
negroide vrouw rond de 30-40 jaar

Slide 48 - Quiz

Een vrouw, blank 40 jaar jaar, heeft sinds een poosje last van haar linker oog, en tintelingen in het rechter been. Heeft zij nu direct MS?
A
Ja, absoluut
B
Nee, tuurlijk niet

Slide 49 - Quiz

Slide 50 - Slide

In hoeverre heb je het gevoel dat je nu wat geleerd hebt over Parkinson en MS?
0100

Slide 51 - Poll

Is deze lesopzet een goede manier voor jullie?
Ja
Nee

Slide 52 - Poll

Heb je een suggestie voor een lesopzet/werkvorm die goed werkt?

Slide 53 - Open question

Slide 54 - Slide