H6 P1, 2 en 3 MC / begrippen

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 6 paragraaf 1

Collectieve voorzieningen:

- Onderhoud

- Regels

- Betalen

- Gebruik

Welke begrip hoort hier bij: Voorzieningen voor gezamenlijk gebruik waar de overheid voor zorgt

Collectieve voorzieningen

Collectieve voorzieningen:

- School (onderwijs)

- Wegen

- Veiligheid (politie, defensie, dijken)

- Sociale zekerheid

Wie zorgt er voor het onderhoud van collectieve voorzieningen

1. Particuliere sector
2. Collectieve sector
3. De overheid
4. Bedrijven

Wie maakt de regels voor het gebruik van collectieve voorzieningen?

1. Particuliere sector
2. Collectieve sector
3. De overheid
4. Bedrijven

Betaald

Onbetaald

Wie mag er gebruik maken van collectieve voorzieningen?

1. Alleen mensen die er voor betalen
2. Alleen Nederlanders
3. Alleen mensen uit dezelfde gemeente
4. Iedereen

Hoofdstuk 6 paragraaf 2

Maatschappelijke kosten:

- Milieu

- In geld uit te drukken?

- Hoge/lage kosten

- Milieuwetten

Wie hebben er vaak het meest last van de productie van bedrijven?

1. De klanten
2. Mensen die naast het bedrijf wonen
3. De overheid
4. Andere bedrijven

Wie hebben er vaak het meeste voordeel van de productie van bedrijven?

1. De klanten
2. Mensen die naast het bedrijf wonen
3. De overheid
4. Andere bedrijven

Wie betaalt meestal de kosten van de vervuiling van bedrijven?

1. De bedrijven zelf
2. De overheid

Hoe noem je de nadelen van consumptie en productie voor de samenleving?

Maatschappelijke kosten

Maatschappelijke kosten:

- Afval dumpen (milieuvervuiling)

- Geluidsoverlast

- Lelijk uitzicht

- Giftige stoffen

- Verkeersslachtoffers

Stelling: maatschappelijke kosten kun je altijd in geld uitdrukken (= zeggen hoeveel het kost)

1. Waar
2. Niet waar

De overheid maakt ......... Dit zijn regels waar mensen zich aan moeten houden

Hoofdstuk 6 paragraaf 3

Sociale zekerheid:

- Sociale premies

- Loonheffing

- Sociale wetten

- Sociaal minimum

- WW-uitkering

- Bijstand

Stelling: iedereen in Nederland heeft sociale zekerheid

1. Waar
2. Niet waar

Stelling: sociale zekerheid betekent dat je altijd recht hebt op een inkomen

1. Waar
2. Niet waar

Werknemers betalen belasting en ...

1. BTW
2. Sociale premies
3. Premies
4. AOW

Belasting en sociale premies samen noem je:

1. Sociale wetten
2. Sociale zekerheid
3. Loonbelasting
4. Loonheffing

Wanneer je buiten je eigen schuld werkloos wordt, heb je recht op

1. Bijstand
2. WW-uitkering
3. Je hebt nergens recht op

Het inkomen dat je volgens de overheid minimaal nodig hebt om van te leven

1. Sociale zekerheid
2. Sociaal inkomen
3. Sociale minimum
4. Bijstand

WW-uitkering

Bijstand

Werkloos langer dan 2 jaar

Werkloos korter dan 2 jaar

Buiten je eigen schuld

Het kan ook je eigen schuld zijn

Het lastigst vind ik de paragraaf over:

1. Collectieve voorzieningen
2. Maatschappelijke kosten
3. Sociale zekerheid
4. Ik vind geen enkele paragraaf lastig