Atoombouw

Materie
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Materie

Slide 1 - Slide

Moleculen



Een molecuul bestaat uit 1 óf meerdere atomen

Slide 2 - Slide

Een atoom is opgebouwd uit moleculen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Atomen en faseovergangen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Reken om:
120 °C = .....K

Slide 7 - Open question

Reken om:
247K .... °C

Slide 8 - Open question

Wat gebeurd er met de moleculen bij het absolute nulpunt?

Slide 9 - Open question

Scheikunde gaat over onomkeerbare veranderingen.

Natuurkunde gaat over omkeerbare veranderingen.

Slide 10 - Slide

Geef aan of er in de volgende zin sprake is van een reactie, faseovergang of scheidingsmethode?
a. Het vloeibaar maken van ijzer in een smederij

Slide 11 - Open question

Geef aan of er in de volgende zin sprake is van een reactie, faseovergang of scheidingsmethode?
b. Als je een kaars aansteekt, wordt er kaarsvet verbrand

Slide 12 - Open question

Welke reacties zijn chemische reacties?
A
Aardgas verbranden
B
Zeewater koken
C
Koffie zetten
D
Cake bakken

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Scheidingstechnieken:
  • filtreren
  • indampen
  • extraheren

Slide 15 - Slide

Bij welke scheidingstechnieken gebruikt men een brander
A
Indampen
B
Destilleren
C
Elektrolyse
D
Extraheren

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Zand en zout scheiden

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Mandy heeft een mengsel van zand en zout. Om deze stoffen te scheiden giet ze er eerst water bij. (A) Vervolgens laat ze het mengsel door een doek lopen. (B) Het water met het zout gaat door de doek heen. Het zand blijft achter. Als laatst zet ze het zoute water op een bekerglas boven een brander. (C) Het water verdampt en het zout blijft over.
Er worden drie verschillende scheidingsmethoden gebruikt om het zand van het zout te scheiden. Geef aan welke scheidingsmethoden zijn gebruikt bij a, b en c.

Slide 20 - Open question

Je voegt ruim water toe aan een mengsel van suiker en zout. Je schudt het mengsel langdurig en giet het daarna in een filter.
Wat blijft in het filter achter?

Slide 21 - Open question

Je verwarmt een ijzeren staaf. Die wordt daardoor een klein beetje langer. Verklaar het langer worden van de staaf met behulp van het deeltjesmodel.

Slide 22 - Open question

3 manieren om druk te verhogen
temperatuur verhogen             inhoud verkleinen           hoeveelheid verhogen

Slide 23 - Slide

Hoe lager de temperatuur des te lager de druk:

Bij het absolute nulpunt is er dus geen druk!

Slide 24 - Slide

Tot nu zeiden we dat er niets kleiner is dan een atoom.

Slide 25 - Slide

We hebben gelogen

Slide 26 - Slide

Atoombouw
Een atoom bestaat uit:
- elektronen
- protonen
- neutronen

Slide 27 - Slide

Protonen


Neutronen


Elektronen
Plaats                  Massa                  Lading

Slide 28 - Slide

Aantal:

protonen

neutronen

elektronen

Slide 29 - Slide

p

n

e
p

n

e

p

n

e
p

n

e

Slide 30 - Slide

Isotopen

Slide 31 - Slide

Isotopen

Slide 32 - Slide

Hoeveel elektronen heeft 4He?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 33 - Quiz

Wat is de atoommassa van 4He?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 34 - Quiz

Hoeveel elektronen heeft Li?
A
3
B
5
C
8
D
11

Slide 35 - Quiz

Hoeveel neutronen heeft Li?
A
3
B
5
C
8
D
11

Slide 36 - Quiz

Van het element koper bestaan twee vormen: koper-63 en koper-65.
Hoe noem je die twee verschillende vormen van koper?

Slide 37 - Open question


Het atoomnummer van koper is 29.
Hoeveel protonen heeft een atoom koper-65?
Hoeveel neutronen heeft een atoom koper-65?

Slide 38 - Open question