leren leren - visueel

leren leren - visueel
1 / 29
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 29 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

leren leren - visueel

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van vorige les?

Slide 2 - Open question

Wist je nog?

iedereen anders is?
Visueel - Kinetisch  - Autitief
Beelden - Beweging - Geluid








Slide 3 - Slide

#Auditief - luisteren/geluid

* Daarbij is hardop vertellen belangrijk. Als je auditief bent, dan leg je het makkelijker vast. Uitleggen is de hoogste vorm van leren.

Slide 4 - Slide

#Auditief - luisteren/geluid

* Leg de stof (informatie) uit aan je ouders/zus/broer/neef/nicht/jezelf in de spiegel/huisdier (bv je cavia. Grapje,  cavia's zijn stom)

Slide 5 - Slide

#Kinetisch - beweging

Slide 6 - Slide

#Kinetisch - tikkertje!

de spelregels:
- er zijn 5 leerlingen de tikkers.
- als je iemand hebt getikt, dan vraag je om een kleur (die je zelf nog weet - blauw, rood, geel, zwart, wit, bruin, roze, paars, groen en grijs) 
Dan moet degene die getikt is het antwoord zeggen. 
* weet je het antwoord niet, dan wordt je tikker. degene die tikker was mag wegvluchten.
 * weet je het antwoord wel, dan mag je wegvluchten en moet de tikker iemand anders aantikken.

( fouten maken mag!!!)
Dit kan je ook als tikkertje spelen.

Slide 7 - Slide

Visueel (kijken)
Iedereen leert op een andere manier:

Als je visueel bent, dan kan je het beste leerwerk opschrijven. 
heb je zelf een idee hoe je visueel kan leren?






Slide 8 - Slide

Visueel
Als je visueel bent ingesteld. Hoe zou je dan een stuk tekst kunnen leren?

Slide 9 - Slide

#Visueel - De Flash-kaartjes
Door het op te schrijven leg je het anders vast in je hoofd. De meesten zijn beelddenkers, dus dit helpt erg goed!
Een aantal manieren:
(woordjes/begrippen)
Maak flash-kaartjes: b.v. op de ene kant
het engelse woord, andere kant het
nederlandse woord.

Slide 10 - Slide

#Visueel - De flap-methode
(woordjes leren)
* Schrijf onder elkaar de woordjes in een 
schriftje. 
* Schrijf daarachter het begrip/vertaling
* vouw het blaadje. 
* Zeg hardop elke keer wat de woorden 
betekenen. 

Slide 11 - Slide

#Visueel - De spiekbrief
Maak een spiekbriefje (helaas mag je deze
niet gebruiken!!).

Slide 12 - Slide

#Visueel - De Samenvatting
* Lees eerst het stukje tekst. Begrijp je het?
* Probeer de belangrijkste hoofdpunten eruit te halen.
* Schrijf het niet klakkeloos over, maar schrijf het in je 
eigen woorden.
* Maak gebruik van highlighters
* maak er tekeningetjes bij
* Maak gebruik van pijlen en
 symbolen


Slide 13 - Slide

#Visueel - De Mindmap/woordspin:
* Lees eerst het stukje tekst. Begrijp je het?
* Probeer de belangrijkste hoofdpunten eruit te halen.
* Begin in het midden met het hoofdthema.
* Daaruit komen “dikke takken” met de subthema’s die met het hoofdthema te maken hebben. Daaronder komen nog voorbeelden of een definitie van het subthema
* Maak gebruik van tekeningen,
pijlen, symbolen en kleurtjes.

Slide 14 - Slide

#Visueel - oefening: tovani methode

Slide 15 - Slide

#Visueel -  
Wie zag de beer?

Vaak zien we door de bomen het bos niet meer. 
We gaan een oefening doen met een stukje tekst, zodat we beter leren leren.

Slide 16 - Slide

#Visueel - oefening: jagers en verzamelaars
1. lees de tekst (dit doen we samen)

Slide 17 - Slide

#Visueel - oefening: jagers en verzamelaars
2. highlight of onderstreep de dikgedrukte woorden in de eerste tekst:
- jagers en verzamelaars
- bestaansmiddel
- taakverdeling
- sociale verschillen

Slide 18 - Slide

#Visueel - oefening: jagers en verzamelaars
2. Highlight of onderstreep de dikgetaakverdelingdrukte woorden in de eerste tekst:
- jagers en verzamelaars
- bestaansmiddel
- taakverdeling
- sociale verschillen
3. Zoek in de tekst naar wat deze woorden betekenen (tip: het is vaak de zin voor het woord of na het woord). highlight deze zin.

Slide 19 - Slide

#Visueel - oefening: jagers en verzamelaars
4. Wat is het leerdoel van deze tekst?



Slide 20 - Slide

#Visueel - oefening: jagers en verzamelaars
5. Onderstreep (met een andere kleur)  5 kenmerken van jagers en verzamelaars.  
1 voorbeeld: "zij leefden van het jagen op dieren, vissen en het verzamelen van eetbare planten"

en nu jullie de rest van de kenmerken.

Slide 21 - Slide

#Visueel - oefening: jagers en verzamelaars
antwoorden van de  5 kenmerken van jagers en verzamelaars.  
- zij leefden van het jagen op dieren, vissen en het verzamelen van ....
- de jagers gebruikten vaak gereedschappen, die b.....
- ze woonden niet op 1 plek, maar trokken rond
- ze leefden in tenten
- ze leefden in kleine groepen
- ze hadden een taakverdeling
- er bestonden geen sociale verschillen

Slide 22 - Slide

#Visueel - oefening: jagers en verzamelaars
6. bedenk 3 vragen die je op een proefwerk over deze tekst zou kunnen verwachten.
schrijf ze op. 

Slide 23 - Slide

#Visueel - oefening: jagers en verzamelaars
6. We gaan samen een mindmap maken van dit stukje. 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

#Visueel - oefening: jagers en verzamelaars
7.  Iedereen maakt een flashkaartje. 
Schrijf aan de ene kant een begrip en schrijf aan de andere kant de definitie.
of 
Schrijf aan de ene kant een vraag over de tekst. Schrijf aan de andere kant het antwoord.
voorbeeld: bestaansmiddel -- de manier waarop je in leven blijft.

leg ze in het midden van de tafel en ga oefenen met elkaar.
na 5 minuten ruil je de kaartjes met een andere tafel.

Slide 26 - Slide

timer
10:00

Slide 27 - Slide

Opbrengst
Leg wat je hebt gemaakt op tafel. Bekijk van elkaar wat jullie hebben gemaakt

Slide 28 - Slide

Evaluatie - nabespreking
Heb je hier iets aan gehad? Bedenk 1 woord  (of 2) wat je van deze leerstrategieen vond.

Slide 29 - Slide