6.2 Direct, indirect en diffuus

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 7

LICHT

HOOFDSTUK 6 LICHT

Paragraaf 6.2

Direct, indirect en diffuus

Lesindeling

• feedback opgaven par. 6.1
• check leerdoelen paragraaf 6.1
• leerdoelen par. 62.
• samenvatting
  
• reflectievragen
• (huiswerk-)opdracht

feedback opgaven par. 6.1

00:57

Ineens "verschijnt" er een rood figuur op het podium. Hoe kan dat?

02:59

Plotseling "verdwijnt" de hele act.
Hoe is dat mogelijk?

Je staat met verschillend gekleurde t-shirts in zuiver ROOD licht. Ga na of het gekleurde shirt het rode licht absorbeert of terugkaatst. Sleep de gekleurde t-shirts naar het juiste vak.

ABSORBEREN

TERUGKAATSEN

WIT

t-shirt

GROEN

t-shirt

ROOD

t-shirt

ZWART

t-shirt

Je staat met verschillend gekleurde t-shirts in zuiver GROEN licht. Ga na of het gekleurde shirt het rode licht absorbeert of terugkaatst. Sleep de gekleurde t-shirts naar het juiste vak.

ABSORBEREN

TERUGKAATSEN

WIT

t-shirt

GROEN

t-shirt

ROOD

t-shirt

ZWART

t-shirt

Niet elke lamp geeft hetzelfde licht. De verschillende kleuren licht worden aangegeven met een kleurtemperatuur. Zie de temperatuurschaal weergegeven in Kelvin hieronder. Welke kleurtemperatuur zal kaarslicht hebben?

1. tussen 5.000 K en 8.000 K
2. tussen 12.000 K en 16.000 K
3. lager dan 4.000 K
4. tussen 8.000 en 10.000 K

Kijk naar de video. Waarom wordt op
scholen gebruik gemaakt van licht
met een hoge kleurtemperatuur?

1. Dat helpt om geconcentreerd te blijven
2. Dat geeft een veel leukere sfeer
3. Dan wordt het lekker warm
4. Dat kost minder energie

Leerdoelen:

• Je weet hoe je lichstralen tekent
• Je kunt uitleggen hoe je de grootte van een schaduwgebied kunt bepalen
• Je kunt bepalen in welk gebied zich de halfschaduw en de kernschaduw bevinden
• Je kunt het verschil tussen direct, indirect en diffuus licht uitleggen
• Je kunt uitleggen wat reflectie en verstrooiing van licht betekent

02:42

Vul de volgende zin aan:
Een stukje karton wordt tussen een lamp en de muur gehouden. Hoe dichter het stukje karton bij de muur komt.........................

1. hoe groter de schaduw wordt.
2. hoe feller het licht van de lichtbron.
3. hoe kleiner de schaduw wordt.
4. hoe zwakker het licht van de lichtbron.

Lichtstralen tekenen

Licht verplaatst zich langs rechte lijnen.  Daarom teken je een lichtstraal altijd met een geodriehoek.

Licht verplaatst zich ook altijd van de lichtbron vandaan. Licht heeft dus een richting. Dit geef je aan met een pijlpunt in de lichtstraal.

LAMP

00:00-00:03

SPELEN MET SCHADUW

Schaduw tekenen: kernschaduw

1  Teken de 'randstralen'.
    Dat zijn de lichtstralen die strak langs het ondoorzichtige voorwerp lopen.

2   Achter het voorwerp bevindt zich het schaduwgebied.

schaduwgebied

LAMP

Meestal heb je te maken met meer dan één lichtbron.

Je krijgt dan ook meer dan één schaduw.

Kernschaduw en halfschaduw.

Opdracht

Kijk naar het volgende filmpje.

Let op de begrippen KERNSCHADUW en HALFSCHADUW.

Opdracht

Kijk naar het volgende filmpje.

Let op de berippen DIRECT LICHT, INDIRECT LICHT, DIFFUUS LICHT en VERSTROOIING.

Opdracht

Lees par. 6.2 goed door.

Maak de vragen 1 t/m 3 en 7 t/m 10 van par. 6.2 op de site.

Maak de vragen 4 t/m 6 in je leerwerkboek.

Check leerdoelen

• Je weet hoe je lichstralen tekent
  
• Je kunt uitleggen hoe je de grootte van een schaduwgebied kunt bepalen
• Je kunt bepalen in welk gebied zich de halfschaduw en de kernschaduw bevinden 
• Je kunt het verschil tussen direct, indirect en diffuus licht uitleggen 
• Je kunt uitleggen wat reflectie en verstrooiing van licht betekent