Spelling bijvoeglijk naamwoord

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vandaag: 

H. 13 Bijvoeglijk naamwoord
Je leert de spelling van het bijvoeglijk naamwoord. 

Slide 2 - Slide

De auto die voor dat grote huis staat is mooi en kan super snel rijden.

Slide 3 - Open question

Spelling bijvoeglijk naamwoorden:

- meestal met een -e (het groene boekje)
- stoffelijk bijvoeglijk naamwoord meestal op -en
 (het gouden horloge)
- (on)voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord: zo kort mogelijk (de geschudde kaarten)


Slide 4 - Slide

Schrijf een zin op met zo veel mogelijk stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden.

Slide 5 - Open question

Schrijf een zin op met zo veel mogelijk voltooid deelwoorden als bijvoeglijk naamwoorden.

Slide 6 - Open question

Maak opdracht 1 en 2 (blz. 54-55).

Je mag alleen fluisterend overleggen met diegene naast je. 
timer
10:00

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Lees de theorie op blz. 56.

Maak opdracht 7 en 8 (blz. 57). 
Wat niet af is, is huiswerk. 

Slide 9 - Slide

Aan het einde van de les:
- Doe je je spullen in je tas
- Blijf je zitten tot de bel gaat

Als de bel gaat:
- Schuif je je stoel aan
- Loop je rustig naar de volgende les toe

Slide 10 - Slide